Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rijk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(doch gij zijt rijk). Openb. 2 vs. 9 (midden).

Er zijn in de bijbel kleine zinnen, soms tussenzinnen, die zo veel hebben te zeggen. Zo'n tussenzin vinden we ook in onze tekst. Ze schijnt er maar zonder meer tussen geworpen te zijn. En toch .is 't een woord, waaraan bijzondere aandacht mag en moet worden besteedt.

„Doch gij zijt rijk", zo wordt het gezegd tot de gemeente van Smyrna, een vanouds bekende en beroemde plaats. Haar naam betekent , , myrre", een balsemachtig hars. Maar nu had de gemeente des Heeren daar andere voorrechten dan een liefelijke naam en wereldvermaardheid. De gemeente van Christus was rijk begenadigd. Het was een gemeente, die deel had aan de zalfolie van de Heilige Geest. Nu geldt dit voor iedere ware gemeente, maar in Smyrna was de Geest Gods zó krachtig en overvloedig werkzaam, dat zij een licht was temidden van de duisternis. In haar kwam heerlijk openbaar, wat genade vermag.

Maar nu moet er niet gedacht worden dat deze goddelijke voorrechten gepaard gingen met uitwendige welvaart. Het is juist vaak in de weg van uiterlijke tegenspoed, dat de Heere Zijn volk tot lichten maakt. Smyrna kende verdrukkingen en moeilijkheden waren nog aanstaande, maar in dat alles zou Hij een lichtglans van Zijn verdrukte volk doen uitgaan.

Moeilijk was het, daarvan wordt in het voorgaande gesproken. De Heere weet van de verdrukking en armoede. Dat is troostvol, dat de Heere alles weet. Troostvol, maar is het dan niet vreesaanjagend, dat de Heere alles weet ? Ja, dat is zo als we iets voor Hem te verbergen hebben. Geen schuilhoek is er waar Gods ogen niet doordringen. Hoe bang kan het worden, als de Heere het ontdekkende licht van Zijn alwetendheid over ons doet opgaan, dan is er reden om te vrezen en te beven. En toch is het nog gelukkig, als we zo voor God komen te staan, omdat er dan ook geweten wordt, dat er bij de Heere uitkomsten zijn tegen de dood. Maar die leert dan ook de alwetendheid Gods zien als een troost voor de ziel.

Smyrna mocht dat verstaan. In haar druk en moeite sprak Hij: Ik ben dood geweest en Ik leef, en Ik ben het ook, die alles weet, wat ge te verduren hebt. Ik weet het wel, Smyrna, dat ge veel verdrukking en armoede hebt. Maar hierin zijt ge rijk, dat uw tranen en zuchten door Mij geteld zijn.

Daar lag reeds kracht in. Hoe kan er wel eens geklaagd worden : zou God het weten? De Heere weet. En als Hij dan toch niet verhindert dat er moeilijkheden komen, dan moet daarvoor een wijze bedoeling zijn, want aan macht en liefde ontbreekt het Hem niet. Die bedoeling ligt menigmaal in het duister en vaak geldt het woord: Wat Ik doe, weet ge nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan. Toch kan in het algemeen worden gezegd dat de Heere Zichzelf in al die wegen verheerlijken wil.

Van Smyrna weet Hij de werken, de verdrukking en armoede. Die armoede zal wel een gevolg zijn van de verdrukking, die de gemeente te ondergaan heeft. En nu is armoede verschrikkelijk. Zij sluit ons hier op aarde zo buiten vele dingen, zij legt ons beperkingen op. Zij is van betekenis voor gezondheid en ziekte, opvoeding en positie in deze wereld. Armoe brengt zoveel meer lijden met zich mee, dan velen beseffen. Ze veroorzaakt vaak kwelling en verdriet, zorg en last, moeite en ellende. En dat moet de gemeente van Smyrna ondergaan. Dat is zo menigmaal het lot van Gods kerk. De kerk van de Koning der wereld. Als ze niet rijk was in haar Koning, dan Hij regeert en alle dingen zullen haar medewerken ten goede, maar anders

Maar daar is nog een andere armoede. Daarvan wordt in de Schrift voortdurend gesproken. Het is die armoede, die eigen leegte doet gevoelen om de werken Gods voort te brengen. Die armoede strekt zich uit over het gehele geestelijke leven. Zij is een arm zijn aan gerechtigheid. Dat komt uit in de weg der ontdekking. Men begüit te gevoelen dat men zó voor God niet kan bestaan. Men zoekt naar gerechtigheid en vindt die niet. Toch zal de Heere blijvend in die richting werkzaam zijn. Zo dikwijls als de begenadigde zichzelf onderzoekt, zal hij een innerlijke pijn gevoelen, als hij tevergeefs naar gerechtigheid in zichzelf uitziet.

Welk een armoede aan heiligheid treedt telkens aan de dag. Daarom slaakt de dichter de verzuchting: , , Wat kleeft mijn ziel aan 't stof". En Paulus weet er van, dat hij 't goede, dat hij wil, niet doet. Het vlees begeert altijd tegen de geest. Wat kan het smartelijk zijn voor het tere hart, als het oog open is juist voor deze armoede.

Wat moet Gods kerk het telkens weer leren, hoe arm zij in zich zelf is. Hoe kunnen wij onze plannen en berekeningen maken, misschien wel onder het vrome woord: zo de Heere wil, maar wat is de uitkomst vaak heel anders. omdat de Heere in onze wijsheid geblazen heeft. Zijn gedachten zo anders waren dan de onze. Daarin komt het arm zijn aan onze wijsheid uit niet alleen met betrekking tot de natuurlijke dingen, maar ook tot de geestelijke. Soms meent men zonden overwonnen te hebben en krijgt men ze terug. En als het moegestreden hart denkt om te komen onder de zonden, dan werpt de Heere ze in de poel der vergeteldheid.

En wie blijft er vreemd aan de armoede aan kracht ? Er is gebrek aan sterkte om zich uit een bepaalde toestand uit te werken. Zie, dat alles wijst op het arm zijn in ons zelf.

Gelukkig als we die armoede kennen, ja, willen kennen, omdat het dan bevestigd wordt: armen worden met goederen vervuld. Daarvan spreekt de Heere óok tot Smyrna: , , doch gij zijt rijk". Dat is nu precies het tegenovergestelde. Dat is het, wat we ook vinden bij Paulus : niets hebbende en nochtans alles bezittende. En nu hebben we gezien, waarin de armoede bestaat, en vragen nu: waarin ze dan toch rijk zijn. Wel, dat ze in Christus hebben en vinden, wat ze van zichzelf missen. En dat wordt een rijk bestaan. De gerechtigheid van Christus is zó groot, dat al de schuld van heel Gods kerk er door wordt bedekt. En de heiligheid van het vlekkeloze Lam wordt de hunne door toerekening en inwoning.

Ook waar zij geen wijsheid bezit, mogen ze delen in de ongeschapen wijsheid Gods. Het is Gods Geest, die daarin delen doet naar de maat en wijze van God bepaald. Bovendien is de Heere de sterke God, die het alles voor hen, aan hen en in hen maakt naar Zijn welbehagen en door Zijn sterkte verlost van de angsten der hel.

Ja, een arm volk is het, maar rijk in Christus. Deze wordt naar Zijn middelaarschap erfgenaam Gods genoemd, maar de verlosten zijn mede-erfgenamen. In Christus zijn ze kinderen van die Vader, die hemel en aarde geschapen heeft. En al krijgen ze hier dan de volle erfenis nog niet, zulke Koningskinderen laat de Heere niet van armoede omkomen.

Hoe nodig is het dan, dat daarvoor het oog open is. En om dat te bewerken voegt de Heere de gemeente van Smyrna toe : „doch gij zijt rijk". Welk een voorrecht als daar de gemeente Gods bij leven mag, dan wordt het ervaren dat de Heere zo vaak een tafel toericht in de woestijn des levens om de Zijnen te verzadigen met het goede.

Gij zijt rijk. Dat geldt voor allen, die Christus waarlijk kennen. Die met eigen armoede hun toevlucht leerden nemen tot de rijkdom, die er is in deze Zaligmaker,

Kent gij Hem? Of zijt u nog rijk en verrijkt in uzelf en hebt u aan geen ding gebrek ? Welk een zelfmisleiding en zelfverblinding, ondanks het feit dat uw armoede steeds openbaar wordt. God ontdekke u dan aan uw dwaasheid, opdat van u gelden mag: Zalig zijn de armen van geest. Want voor hen is een rijkdom weggelegd, die zingen doet: In God is al mijn heil, mijn eer; Daarom heb ik niets te vrezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1955

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Rijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1955

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's