Franciscus Ridderus
I
Ridderus is veel minder bekend dan de tot nu toe besproken , , oude schrijvers". Toch neemt hij onder hen een eervolle plaats in en daarom ondernemen we het, toch ook voor hem wat belangstelling te vragen.
Het bijzondere aan hem is, dat hij zo'n grote belangstelling heeft voor de geschiedenis, niet alleen voor die van ons eigen land en de kerk aldaar, maar ook voor de lotgevallen van andere volkeren. Daar maken we uit op, dat het hem dus helemaal niet , , lag", zich zelfgenoegzaam in eigen kleinere kring op te sluiten, omdat heel de aarde en haar volheid des Heeren is. Het Gereformeerde Piëtisme heeft stellig grote belangstelling voor 't innerlijke leven, maar evengoed voor hetgeen daarbuiten voorvalt. Daarom is 't ook stellig niet sectarisch te noemen, zoals nogal eens geschiedt, want het doelt op de complete mens.
Frans de Ridder, die als geleerde naar de gewoonte van zijn tijd zijn naam verlatijnst heeft tot Franciscus Ridderus, is geboren in 1620. Hij overleed in 1683 en werd dus, evenmin als verscheidene van zijn tijdgenoten, erg oud. Hij studeerde theologie en diende enkele gemeenten, waarvan Rotterdam de laatste was. Daar was hij één van de reeks van belijnd gereformeerde predikanten, waaronder we ook Brakel Jr., Hellenbroek en Fruytier aantreffen.
We zeiden bij het begin, dat Ridderus zoveel belangstelling heeft voor historische vragen. Daarin stemt hij overeen met de gereformeerde vleugel van het Réveil, denk aan Bilderdijk, Groen van Prinsterer en Van der Kemp. Met hen deelt hij ook die grote genegenheid voor het Oranjehuis, die stellig een diepere grond heeft dan enkel een nationale. In het algemeen deelt heel de Nadere Reformatie deze liefde, en dat is heel wel te verstaan. De Nadere Reformatie is Contra-Remonstrants. Die waren nog al sterk Republikeins gezind, daar ze vele magnaten uit de Regentenkringen tot de hunnen telden, terwijl de Nadere Reformatie veel meer in het volk wortelde en mede daarom zo Orangistisch was gezind. Ridderus heeft zijn Oranjeliefde nogal duur moeten betalen. Hij kon het (natuurlijk!) niet laten, ook in zijn preken van zijn gezindheid te doen blijken. Maar dat smaakte de Rotterdamse overheid slecht, die hem op zeer gevoelige, maar ook wel zeer kleine manier strafte, door zijn salaris in te houden. Met enig leedwezen vernemen we, dat Ridderus daardoor wel gedwongen werd met bakzeil te halen. Of zijn betuiging van spijt echter wel erg diep zal geweest zijn ? We vermoeden, dat er wel iets meer van de list van de slang, dan van de oprechtheid van de duif in heeft gezeten.
Ridderus is een goed theoloog. Blijkens de lange lijst van zijn werken, schreef hij graag en makkelijk. Maar we mogen hem de lof geven, dat de kwaliteit van zijn werk gelijk komt aan de kwantiteit.
Zijn band met de Nadere Reformatie en dan bepaaldelijk met W. Teellinck, komt daarin uit, dat hij een zeer nuttige samenvatting heeft gegeven van een heel aantal van Teellinck's werken in een kwartijn, nogal lijvig, die tot titel heeft: De Mensche Godts 1658. Dit boek komt vrij veel voor en zij hartelijk aanbevolen. We merken hier even op, dat de mystieke lijn, die we bij Teellinck opmerken, bij Ridderus veel minder is te vinden.
Een zeer belangrijk en ook nu stellig nog met vrucht te raadplegen werk, is een werk van 4 quartodelen : Apollos ofte verantwoordinghe van de Leere der Gereformeerde Keili. 1669. We worden daar geconfronteerd met de vele aanvallers van de gereformeerde leer en hun argumenten, alsmede met de bondige wijze, waarop Ridderus hen weet te beantwoorden. Dit zeer interessante en belangrijke boek zou, dachten we, b.v. onze Mannenverenigingen en niet alleen hen, veel stof tot studie en verweer kunnen leveren.
In dit werk ontmoeten we dus de dogmaticus, die tevens hart en oog blijkt te hebben voor de geschiedenis van het dogma. Een werk, vrij verwant met het genoemde, ligt voor ons in zijn : Sevenvoudige oeffeningen over de Catechismus, in 2 forse kwartijnen. Jeugdiger èn oudere collega's vinden in deze boeken, waarin hij de Zondagen op zeven manieren benadert, d. w. z. naar uitleg, geschiedenis, practijk enz., stellig steun en inspiratie, die hun gemeenten en hen zelf te stade kan komen. Bij ons weten is deze wijze van doen van Ridderus uniek en nooit nagevolgd, laat staan verbeterd.
Zijn dat zo de bekendste dogmatische werken : daarnaast blijkt de dogmaticus een Schriftgeleerde, wèl onderwezen in 'het Koninkrijk der Hemelen. Zijn dogmatiek rust in de Schrift en komt daaruit op. Dat heeft hij alvast ampel doen blijken in zijn uitgebreidste werk, ditmaal uit 5 quartodelen bestaande, dat getiteld is Schriftuurlijk licht. In deze delen behandelt hij allerlei moeilijke, veel aangevallen of schijnbaar tegenstrijdige teksten. Een dergelijk boekje, dat in herdruk veel voorkomt, schreef de latere Leidse hoogleraar Polyander, maar dan veel beknopter en veel minder illustratie gevend. Ook dit boek van Ridderus lilijft waardevol. Vermoedelijk schrikt echter de grote omvang ervan hen af, die er toch heel wat uit zouden kuimen opdiepen. Als we aan deze rij van kwartijnen nu nog toevoegen een soort Postille, d.w.z. een bundel preekschetsen voor bijzondere gelegenheden, zoals dankdagen en dgl., dan stellen we vast, dat Ridderus stellig een meester, zo goed op het exegetische als in het dogmatische gebied mag heten.
De overgang naar de historicus, die Ridderus' veelzijdigheid doet blijken, valt tevens samen met die van de lijvige kwartijnen naar de vlottere boekjes in kleiner formaat. We hebben stellig de indruk, dat dit verschil in formaat ook wel samenvalt met het verschil in belangrijkheid, dat Ridderus zelf maakte tussen de gebieden, die hij zo bewerkte. Het historische is hem toegift op het andere. Het schijnt hem ook tot ontspanning gediend te hebben om zich wat te verpozen na inspannender en dieper gravende arbeid. Daarvan spreken duidelijk de titels van enkele van die kleinere werken : Nuttige Tijdkorter voor reysende (in de tijd van de trekschuit!) en Nodige tijdkorter in oorlog en vrede. Intussen merken we dan, wat een werkzame geest in Ridderus woont: zijn studie is hem ontspanning, maar zijn ontspanning is toch weer niet zonder studie.
Het is te verwachten, dat Ridderus zijn historische stof allereerst in het leven van zijn kerk vindt. Daaraan danken we zijn Historisch Sterfhuys, waarin hij weergeeft de velerlei gebruiken, die bij sterven en begraven voorkomen. Het belangrijkste in deze groep is stellig zijn Bloedspiegel der Religie of Kort en beknopt Huys-Martelaarsboekje.
Zoals we licht weten schreef Adr. v. Haemstede een groot martelaarsboek, getiteld : Historie der vrome martelaren. Koelman werkte, dat vooral ook de ouderlingen dat boek ter hand zouden nemen. Het is echter nog al lijvig, duur en schaars, zodat er zeker plaats bleef voor Ridderus' kort-samenvattende werk. Een soort pendant in dit boek mag wel heten zijn Beschaemden Christen overtuyght door het leven van heydenen. Juist een piëtist, dien de heiliging van heel het leven zo ter harte ging, moest wel tot het schrijven van zo'n boekje komen. Als het martelarenboek de christen op z'n breedst tekent, dan stelt dit pendant daar de christen op zijn smalst tegenover.
Om deze afdeling dan nu af te sluiten : iets van de reislust van onze vaderen, die vreemde landen en volken zagen en zich rekenschap gaven van verschil en overeenkomst, blijkt ook in Ridderus te zijn gevaren. Hij heeft die landen dan wel niet in persoon bezocht, maar dat gedaan, lezend en schrijvend, vanaf zijn stoel, maar het is dan toch een pakkende serie boekjes, die hij publiceerde onder de titel: Historischen Hollander ; Historischen Engelsman - , Historischen Frans-man; Historischen Spanjaert.
En nóg hebben we al zijn boeken niet genoemd. Toch geeft het genoemde wel voldoende indruk van de betekenis van deze man en zijn begaafdheid. In een tweede artikel vestigen we de aandacht op nóg weer een andere kant in hem, die alweer met zijn Piëtisme samenhangt, n.l. zijn voorliefde voor de huiscatechisatie, die ook Teellinck zo hoog stelde, waarbij ons tevens zal frapperen, hoezeer Ridderus met en als Teellinck ijvert voor een Schriftuurlijke viering van het Heilig Avondmaal.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1956
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1956
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's