Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE NAVOLGING VAN CHRISTUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE NAVOLGING VAN CHRISTUS

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

V

Wij dienen er ook op te letten dat het monnikendom voor Frans van Assisi centraal is. De drie geloften, armoede, kuisheid en gehoorzaamheid worden door hem sterk benadrukt. De monniken vormen de kleine groep, die de voorschriften van het Evangelie geheel op zich nemen. Voor de grote massa is de eis gematigder. Wij vinden dus ook bij Francigcus de echte middeleeuwse theorie der dubbele gerechtigheid. Bovendien ligt er in Franciscus vroomheid een stuk exstatisch element. De ascese heeft zijn plaats als voorbereiding voor het genieten van de gemeenschap met God.

, , Het is niet zoals zou men de in deemoed bestaande imitatio van Jezus' leven kunnen gelijkstellen met de gemeenschap met God, maar de armoede moet deze gemeenschap eerst mogelijk maken en ook bewerken" (v. Walter, a.w. blz. 25). Deze opmerkingen maken m.i. voldoende duidelijk dat Franciscus van Assisi niettegenstaande de bijbelse elementen toch in wezen niet boven de middeleeuws katholieke gedachten is uitgekomen.

Hoe sterk de imitatio verbonden was met de ascese en opgevat werd als letterlijke nabootsing, blijkt uit het leven van de veertiende eeuwse mysticus Heinrich Seuse. We horen van hem, hoe hij zich onthield van bepaalde spijzen, hoe hij zichzelf allerlei kwellingen toediende. Van hem wordt verteld, dat hij eens gestoord werd bij een geseling en dat hij toen, om de smarten van deze zelfkastijding toch vooral niet te verkleinen, zout in de wonden wreef; dat hij onder zijn kleren een kruis droeg, beslagen met dertig spijkers, waaraan er later nog zeven toegevoegd werden, ter herinnering aan de smarten van Maria. Daarbij sloeg hij met de vuist op dit kruis zodat de nagels diep in het vlees drongen. Stukje voor stukje trachtte Seuse de lijdensweg van Jezus mee te maken. Wanneer we vragen: met welk doel dit alles ? , dan kunnen wij zeggen, dat Heinrich Seuse — en hij is één van de velen — deze imitatie op zich nam en onderging om zo Christus gelijk te worden. Evenwel dit ascetisch streven naar de volmaaktheid bracht Seuse niet tot de zekerheid van de gemeenschap met Christus. R. Seeberg wijst er in zijn verhandeling , , Die Nachfolge Christi" op, hoe de twijfel deze mysticus blijft kwellen en de toestanden van exstatische verrukking slechts zeer weinige zijn. We kunnen zeggen dat Heinrich Seuse de levende illustratie is van de onmogelijkheid om langs de weg van het werk tot heilszekerheid te geraken.

Het imitatio ideaal heeft ook de kringen der moderne devoten en de broeders des gemenen levens uitermate geboeid. Uit deze kring is het beroemde geschrift voortgekomen : , , De Imitatione Christi", vermoedelijk afkomstig van Thomas a Kempis uit het klooster op de Agnietenberg bij Zwolle. Dit geschrift heeft een enorme invloed uitgeoefend en is zowel in rooms-katholieke als in reformatorische kringen veel gelezen. De vroomheid van het rooms-katholicisme der contra-reformatie (Ignatius van Loyola!) is mede door dit boekje gestempeld, . Maar ook mannen als Voetius en Teelinck hebben de imitatio gelezen en gewaardeerd, zij het dan ook zeer kritisch.

Nu is het met deze imitatio van Thomas a Kempis eigenaardig gesteld. Dat er uit het boekje een diepe religieuze en zedelijke, ernst spreekt, staat vast, maar hier moeten wij zeggen: Deze ernst is kenmerkend voor al die stromingen, in wie het imitatio ideaal geleefd heeft.

Ook kan men niet zeggen, dat de gestalte van Jezus Christus alleen maar als ethisch ideaal wordt gezien, als het goede voorbeeld dat men heeft na te volgen. Ook de. schrijver van de imitatio weet van de verzoenende betekenis van Christus' dood. Maar hiermee is niet alles gezegd. Het evangelie van de verzoening klinkt wel door, maar beheerst niet de centrale plaats. Dat is ook van invloed op de tekening van de navolging. Daarom komt op het beslissende punt de , , Imitatio Christi" van a Kempis niet boven de middeleeuwen uit. Dit zou met vele voorbeelden aan te tonen zijn, maar we geven hier slechts enkele plaatsen. Allereerst wijzen we op het vierde boek, waarin de sterke aansporing opklinkt tot de Heilige Communie. Er wordt een parallel getrokken tussen Christus' offer aan het kruis en het offer van de navolger: „Zoals ik mijzelven met aan het kruis uitgebreide armen en met een naakt lichaam vrijwillig voor uw zonden aan God de Vader heb overgegeven, zodat er niets in Mij overbleef dat niet volkomen overging in het offer der goddelijke verzoening, zo moet ook gij uzelven dagelijks in de mis bereidwillig aan Mij opdragen tot een rein en heilig offer, en dat met al uw krachten en genegenheden en zo innig gij dat vermoogt". (IV, 81).

De daad der verzoening is aanwezig, maar zij wordt in de schaduw gesteld. Christus blijkt vooral voorbeeld te zijn. Dit geldt ook voor het beroemde twaalfde hoofdstuk van het tweede boek :

, , Van de koninklijke weg van het heilige kruis". Het gaat ten diepste om het kruis, dat wij in de navolging moeten dragen, zelfs wanneer het heet: , , In het kruis is redding, in het kruis is leven".

In Boek III, 31, raadt de schrijver aan :, , Dat men alle schepselen moet laten varen om de Schepper te vinden". Het is een lofzang op het beschouwende leven, waarbij het er op aan komt dat men zich los maakt van al het aardse en opgeheven wordt in de geest.

Het geheel samenvattend, kan men zeggen dat de imitatio gedachte in de middeleeuwen een geweldige verandering heeft ondergaan. De fundering van de navolging in de verzoening was in vele gevallen afwezig. De Imitatio werd gezien als onderdeel van een heilsweg en gold veelal als ascetische prestatie. Het algemeen karakter werd haar ontnomen doordat zij praktisch beperkt werd tot enkele categorieën mensen. In vele gevallen was de roep tot navolging in de middeleeuwen een kritisch geluid t.a.v. de pauskerk. Maar juist omdat zij gevangen bleef in de middeleeuws-katholieke gedachtengang met betrekking tot de verhouding van geloof en werken en de grondfout — de verwettelijking van het Evangelie der vrije genade Gods —niet aangewezen werd, konden deze kritische stromingen het niet tot een reformatie brengen.

3. De Reformatie en de navolging.

Men kan bij voorbaat verwachten dat de grote ontdekking van Luther: de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen, zonder de werken der wet, ook zijn stempel drukt op Luther's opvatting over de navolging. De navolging is voor Luther niet de weg tot de gerechtigheid, maar een vrucht van de gerechtigheid. Men denke aan Luther's bekende woord : „Het is niet de navolging die ons tot kinderen Gods heeft gemaakt, maar het is het kindschap, dat ons tot navolgers heeft gemaakt". In een van de stellingen van de Heidelberger Disputatie merkt Luther op dat, zodra Christus in ons woning neemt door het geloof. Hij ons beweegt tot werken", door dat levend geloof in Zijn werken. De werken namelijk, die Hij zelf doet, zijn vervulling van Gods beloften en door het geloof geschonken. Wanneer wij die aanschouwen, dan worden wij tot de navolging bewogen".

In dit verband citeert Luther 't woord van Paulus over het navolger zijn uit Efeze 5. R. Seeberg laat in zijn studie over de navolging zien, hoe Luther zich vooral gekant heeft tegen de mystische methode van Carlstadt. Het doden van de oude mens is volgens Luther niet het eerste, zoals Carlstadt en zijn profeten menen, maar het laatste. Eerst komt het Woord Gods tot de mens. De Heilige Geest overtuigt hem van zonde en oordeel en schenkt het geloof. Daar, waar men in het geloof verbonden is met Christus, volgen de werken der liefde, de doding des vleses en het dragen van het kruis. , , Wie u een andere orde voorstelt, twijfel er niet aan, dat het de duivel is, zoals deze Carlstadtse geest ook is".

Rechte navolging is voor Luther navolging in het geloof. Dat blijkt uit Luther's verklaring van de evangeliën Mattheüs, Marcus en Lucas. Het gaat in de navolging om het christen zijn, om het geheel van het christelijk leven. Zo kan dan ook W. v. Loewenich in zijn boek: , ; Luther als Ausleger der Synoptiker" boven het hoofdstuk, waarin hij schrijft over wet en evangelie, geloof en werken, de liefde, het opschrift plaatsen : „Die Nachfolge Christi".

Christus is voor Luther in de eerste plaats gave; niet voorbeeld. Wel kent Luther de gedachte van Christus als voorbeeld, maar ook als voorbeeld blijft Christus gave. ledere vorm van werkgerechtigheid wijst Luther af. Het gaat niet om een uitwendige imitatie. Van hieruit valt ook de scherpe uitlating over Franciscus van Assisl te verstaan: „De persoon van Franz kan wel zalig zijn, maar zijn voorbeeld is vergif". Christus zelf schenkt de kracht tot navolging. Deze mag er zijn vanuit de verbondenheid met Christus. Zij openbaart zich in barmhartigheid, werken der liefde en in het lijden. Ook Luther accentueert de navolging van het kruis. Maar —en dit is het opvallende — het unieke in Jezus kruisdragen blijft ten volle gehandhaafd. Dit verduidelijkt Luther aan de figuur van Simon van Cyrene. Christus draagt het kruis en sterft voor onze zonde. , , Simon draagt het kruis slechts tot aan de kampplaats, maar Christus laat zich er aan hangen". Het in het begin van deze paragraaf aangehaalde woord over de navolging in het kindschap laat zien hoe Luther de middeleeuwse heilsorde geheel omkeert. De weg der verlossing is in de middeleeuwen de weg der navolging. Op deze weg vindt de doding des vleses plaats. Naarmate deze doding voortgaat, wordt de mens met God verenigd. Bij Luther is er de navolging — de doding des vleses — vanuit de gemeenschap, waarin het kind Gods uit genade delen mag.

Wenden wij ons nu tot Calvijn, dan zien wij ook bij hem een sterk accent op de navolging van Christus, in het leven van de christen. In zijn commentaar op Philippenzen 3 : 10 zegt Calvijn : „Als hij (d.w.z. Paulus) van de onverdiende rechtvaardigheid gesproken heeft, welke wij door de wederopstanding van Christus verkrijgen en door het geloof bezitten, zo spreekt hij daarna van de oefening der godzaligen en dat opdat hij niet schijne een ledig geloof voor te stellen, dat geen vruchten zou voortbrengen in het leven". De gelovige heeft de roeping zijn ganse leven lang de dood van Christus gelijkvormig te worden. Ook Calvijn kent Christus als voorbeeld, maar ook bij hem is het volle uitzicht op het werk d£r verzoening in Christus.

Fel tekent Calvijn protest aan tegen de opvattingen der Libertijnen, voor wie Christus het voorbeeld was en de navolging een uitwendig nadoen betekende. De, navolging is een vrucht van een  verborgen vereniging.

„Want de inplanting betekent niet alleen een gelijkheid van exempel, maar ook een verborgen vereniging, waardoor wij aan Hem verenigd en aangehecht zijn, alzo dat Hij ons met Zijn Geest levendmakende, zijn kracht in ons stort". (J. Calvijn — Comm. op Rom. 6:5).

Evenals voor Luther is ook voor Calvijn de navolging niet beperkt tot enkele sectoren van het leven, zoals in de middeleeuwen. Dat blijkt duidelijk uit het derde boek van de Institutie. , .Christus, door wie wij wederom met God verzoend zijn, is ons tot een voorbeeld gesteld, om Zijn gestalte in ons leven uit te drukken" (Institutie III 7, 3). Door de Heilige Geest Gode toegewijd, hebben wij Gods eer te verheerlijken. In hoofdstuk 7 en 8 van het derde boek der Institutie spreekt Calvijn dan over de hoofdsom van het christelijk leven : De verloochening van onszelf en het dragen van het kruis. In het christenleven behoort men zich te onderwerpen aan de Heilige Geest, opdat de mens niet meer zich zelf leve, maar Christus in zich late leven. Wij zijn niet van onszelf, wij zijn Godes. Het is niet te veel gezegd, wanneer men poneert dat Calvijn het gehele leven van de christen ziet als navolging, zodat hier een hoofdmoment in zijn ethiek aanwezig is.

Als een ding uit het voorafgaande is komen vast te staan, dan is het wel dit, dat wij over de navolging zeer verschillend kunnen denken. De vraag zou zelfs kunnen rijzen : Is het gezien de, veruitwendiging "der imitatio gedachte en gezien de ascetisch-noministische opvatting van het katholicisme eigenlijk wel geraden de navolging een zo grote plaats te geven. Vormt zij niet een voortdurende bedreiging van het evangelie der vrije genade Gods? In dit verband nu is een waarschuwing van Abr. Kuyper op zijn plaats. Sprekende over de misvattingen, die er bestaan ten aanzien van de navolging voegt Kuyper er aan toe : , , Toch zou het slechts tot schade van het gemeenteleven zijn, zo uit weerzien tegen dit misbruk het kostbaar bestanddeel, dat aan het gelovig hart ook in de navolging van Christus geboden is, vergeten werd en te loor ging" „Uit het Woord" I blz. 475). Zo hebben ook de Reformatoren hier niet in een onvruchtbare reactie gehandeld. De nadruk die zij weer legden op het , , sola fide, sola gratia" leidde niet tot afwijzing en verwaarlozing van de gedachte der navolging, maar tot zuivering. Door het centraal stellen van het Evangelie der rechtvaardiging kwam tevens de navolging in het juiste licht te staan. Zij werd weer geheel en al betrolcken op en gegrond in de daad der verzoening.

Vooral Calvijn heeft sterke nadruk gelegd op het leven uit en naar Christus en deze strijd tussen vlees en Geest. Wij dienen hier volledig ernst te maken met hetgeen de Schrift ons zegt over de navolging als het leven uit de vergevende daad Gods in Christus door de Heilige Geest, in de gewone aardse werkelijkheid. Want het gaat hier om de nauwe band tussen rechtvaardiging en heiliging en daarin om de werkelijkheid der heiligmaking.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 1956

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE NAVOLGING VAN CHRISTUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 1956

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's