Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wijsheid en wijzen in Israël III

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wijsheid en wijzen in Israël III

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn de bijbelse spreuken aan het heidendom ontleend ?

Als u de vraag van dit opschrift leest, zult u wellicht bij uzelf zeggen: Wat een vraag is dat nu! Zouden de spreuken, die wij als goddelijke Schrift waarderen, door Israël kunnen zijn overgenomen van de omringende volken, die de kennis van de ware God niet bezaten? Toch zou ik u willen verzoeken: Lees eens rustig door en verneem eens welke argumenten die geleerden aanvoeren, die deze vraag bevestigend beantwoorden.

In het algemeen zullen de Hervormd- Gereformeerden op de hoogte moeten zijn van de wijze, waarop de Heilige Schrift wordt beschouwd door hen, die niet gereformeerd zijn. Het is gemakkelijk genoeg om te zeggen: Dat is ons standpunt!, zonder op de hoogte te zijn van de scherpe aanvallen welke op onze zienswijze, en wat meer zegt, op onze geloofsovertuiging, worden ondernomen.

Om te beginnen moet men opmerken, dat wijsheidsgeschriften ook buiten Israël voorkwamen. In het gehele nabije Oosten bestond een beoefening der wijsheid, die onderling allerlei trekken van verwantschap vertoont. Ook de Bijbel weet van wijsheidsbeoefenaars buiten Israël. Edom b.v. leverde wijzen op. De vrienden van Job dragen namen, die men meestal vanuit Edom afleidt, vooral de naam van Elifaz, terwijl Bildad een afstammeling van Abraham en Ketura schijnt te zijn en Elihu uit het geslacht van Nahor schijnt te stammen. De namen van Agur en Lemuel in Spr. 30 en 31 zijn onzeker, hoewel ook hier aan buitenlanders, waarschijnlijk van arabische herkomst, kan worden gedacht. Maar er is meer. Enkele tientallen jaren geleden is een spreukenboek gevonden van een Egyptenaar Amenemope, dat grote overeenstemming vertoont met onze Bijbelse Spreuken. Het wordt gedateerd in de 10de, ook wel in de 7de eeuw voor onze jaartelling. Vele geleerden stellen nu, dat de Israëlietische spreukendichting niet slechts is beïnvloed door de Egyptische, maar daaraan ook veel heeft ontleend. Anderen denken ook aan Babylonische geschriften, b.v. het boek van Achikar, waarin ook soortgelijke wijsheidsuitingen een plaats vonden, als die, welke wij uit de Bijbel kennen.

Tegenover deze meningen kunnen wij echter ook andere argumenten stellen. In een vorig artikel wezen wij reeds op de ouderdom der Israëlietische wijsheid. Thans gaan we daarop dieper in. De omstandigheden waren vóór Salomo niet gunstig om een aparte stand van "wijzen" te doen ontstaan. Daaruit mag echter niet worden besloten, dat de volkswijsheid eerst in die tijd is ontstaan. Wij behoeven alleen maar te herinneren aan de fabel van Jotham in Richt. 9:8-15, waar de bomen een koning zoeken, om te bedenken, dat levenswijsheid ook in oude tijden al vormen kende, waarin zij werd geuit. Bovendien is over de hele wereld een algemene waarheid vaak onder dezelfde beeldspraak tot uitdrukking gekomen en dit is te meer het geval bij volkeren, die een soortgelijke cultuur bezaten. Tenslotte is de overeenkomst met de buitenlandse literatuur niet zo groot, als men wel eens meent.

Het allerbelangrijkste is echter, dat heeft het kritisch onderzoek der laatste eeuw wel bewezen, op welke punten er verschillen bestaan tussen overeenkomende voortbrengselen van geestelijke cultuur. Op de verschillen tussen de Isxaëlietische wijsheidsdichting en die van liet buitenland zal dus in 't bijzonder de aandacht gericht moeten zijn. Dan zal ook blijken, dat deze verschillen zeer aanizienlijk zijn.

Waarin verschilt de Israëlietische spreukenwijsheid van de buitenlandse ? In het algemeen kan men zeggen, dat het magische en mythologische element der spreukenwijsheid van de omringende volken bij Israël niet wordt aangetroffen, maar dat de Bijbelse spreuken daartegenover veel groter zedelijke waarde en diepte hebben. Hieruit blijkt al dadelijk, dat er in de Israëlietische spreukendichting iets eigens aanwezig is, dat zijn oorsprong vindt in de aanraking der wijzen met de openbaring Gods.

Verschil in omvang van het gezichtsveld.

De Egyptische wijsheidsleer wekt er toe op om een ambt van koninklijk beambte te zoeken, terwijl de Israëlietische spreuken op de landbouw zijn afgestemd. Het gevolg hiervan is, dat de Isr. wijsheid het gehele volk raakt, terwijl de Egyptische slechts de schrijvers en beambten op het oog heeft. Eerst in veel later tijden omvat de Egyptische wijze in zijn spreuken het gehele volk. Wij noemden dit verschil het gevolg ervan, dat in Egypte de ambtenaar in het middelpunt der belangstelling staat. Het is echter in feite juist omgekeerd: de ambtenaar staat in het middelpunt, omdat de Egyptische wijze het gewone volk niet in het vizier heeft en de tegenstelltng tussen wijze en eenvoudige nog niet is verzoend. In Israël is de wijsheid veel meer levenswijsheid, die voor ieder toegankelijk en noodzakelijk is. De wortel van dit verschil is eveneens de kennis van goddelijke openbaring en verkiezing. De Israëlietische wijze heeft de jonge mens zonder meer op het oog, niet een bepaalde stand. De oorzaak van dit verschil wijst op een kloof tussen heidense en joodse wijsheidsleer, die onoverbrugbaar is. De gehele literatuur van Israël is gericht op opvoeding van het volk. Israël moet een volk zijn, dat wijsheid bezit, waarvan het begin de vreze van de Heere, Israels Verbondsgod, is.

Algemene menselijke aanwijzingen.

Het gevolg van het boven besproken verschil uit zich hierin, dat in de Bijbel de algemeen menselijke verhoudingen betrokken worden in de spreuken. We kennen allen uit het Spreukenboek de vele vermaningen omtrent de gezinsverhouding, voornamelijk die tussen ouders en kinderen. Ook spreekt juist in dit deel van de Bijbel de hogere waardering voor de vrouw, die Israël gunstig onderscheidde van de oud-Öosterse volken. Overal elders zal men ook tevergeefs zoeken naar zulke krasse veroordelingen van ontucht en echtbreuk als hier. Men denke ook aan de nadruk, die de vriendschap krijgt, aan de bijzondere zorg voor armen en zwakken. Dit alles zijn trekken der wijsheidsleer, die ontleend zijn aan het bijzondere karakter van Israels godsdienst. Hier zien we ook de samenhang van de spreuken met de wet Gods en de boodschap der profeten. De wijsheidsleer van Israël moge in het uiterlijke overeenkomst vertonen met die van de heidense volken (hoe kan het anders), zij mag niet worden losgemaakt uit het levensverband met wet en profeten, waarin zij verankerd ligt.

Waarom zijn de spreuken voor "liberalen" gemakkelijk aanvaardbaar ?

Men vergeve mij het woord "liberalen". Mijn bedoeling is slechts te wijzen op het feit, dat ook zij, die in hun gees­telijke structuur een humanistisch-liberale inslag vertonen, vaak erg gesteld zijn op de wijsheidsliteratuur van oud- Israël, (het boek Prediker dan doorgaans uitgezonderd). Het zuiver menselijke, het algemeen begrijpelijke, het toegespitst zijn op de verhoudingen onder de mensen, maakt het Spreukenboek vooral bemind. De daden der mensen krijgen de volle nadruk meer dan de gezindheid des harten en daardoor achten zij, die de kerkelijke dogma's afschrikwekkend vinden, het Spreukenboek wel aanvaardbaar. Hier beperkt zich de Bijbel schijnbaar tot het aardse leven en is er weinig sprake van het hiernamaals. Dit maakt voor velen een grote aantrekkelijkheid van de wijsheidsliteratuur uit.

Dit alles is te begrijpen. Men let dan niet op het raam, waarin deze wijsheidsdichting voorkomt, men ziet over het hoofd de band met wet en profeten. Men leest dan ook graag heen over die spreuken, waarin juist de klemtoon valt op godsvrucht en gerechtigheid. Daarom kan de vergelijking van bijbelse en buitenbijbelse spreukenwijsheid vrucht hebben om het eigene van de Spreuken te zien.

Wij moeten om recht te doen aan dit Bijbelboek de plaats wel verstaan, , die het inneemt in het geheel der Godsopenbaring. Het gaat hier voornamelijk om de gedragingen van het volk des verbonds in de verschillende levensverbanden. Niet de dogmatische kwesties, doch praktische ethiek wordt hier geboden, doch - en dit moet men vooral niet over het hoofd zien - een ethiek, die wortelt in wet en profeten. Het woord : de vreze des Heeren is het beginsel der wijsheid, is maar niet een losse spreuk, die ook kon ontbreken, maareen fundamentele waarheid, waarop de gehele wijsheidsleer van Israël is opgetrokken.

Bij het heidendom blijft ook in de spreukendichting de gedachte aan het veelgodendom leven, al treedt deze gedachte juist in de wijsheidsleer minder op de voorgrond, maar in Israël is de gehele leer gebouwd op de kennis van de Heere, die Israels Verlosser is. Hierdoor wordt ook de leer der vergelding, die in de Spreuken veelvuldig voorkomt, geheel bepaald. De vergeldingstheorie komt voort uit de wet Gods, waar de Heere het welvaren der rechtvaardigen en het ongeluk der goddelozen heeft voorgesteld. De praktijk des levens, die laat zien, dat de rechtvaardige dikwijls wordt verdrukt, terwijl het de goddeloze wèl gaat, doet ook in Israël en alleen daar, het probleem ontstaan hoe de voorhanden werkelijkheid te rijmen valt met de gerechtigheid Gods. Juist omdat de Spreuken handelen over het aardse leven en niet over het hiernamaals, krijgt dit vraagstuk een bijzondere scherpte. De Isr. wijsheid wil echter dit probleem niet oplossen. Kennis van de zich openbarende God verhoedt ons om alle vraagstukken te willen beantwoorden.

Niet de handelwijze van God, maar die der mensen heeft de aandacht. De mens moet worden opgevoed tot waardig kind des verbonds. Dit betekent niet, dat de gezindheid des harten in dit deel van de Bijbel verwaarloosd zou worden, maar dat de klemtoon valt op de gevolgen van een goede gezindheid des harten. Wijs krijgt soms de betekenis van rechtschapen, dwaas gaat slecht betekenen. Achter deze begrippen ligt wel degelijk de gesteldheid des harten verborgen, die zich vertoont in de daden van de mens.

Wanneer de Isr. wijsheid beschouwd wordt in het rechte verband, nl. dat van de wet en profeten, kan de kennis der spreuken een belangrijke bijdrage betekenen tot een waarlijk godvruchtig leven. Zo is het ook begrijpelijk, dat het boek der Spreuken in het Nieuwe Testament zo dikwijls wordt aangehaald. Ook in het onderwijs van de Heere Christus vinden we uitdrukkingen in de vorm van spreuken, waarin Hij de nadruk legt op het dagelijks leven. Wij gaan deze artikelenreeks besluiten met zulk een woord van onze Zaligmaker : ledere goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten. Zo zult gij ze dan aan hun vruchten kennen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Wijsheid en wijzen in Israël III

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's