Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAT WIL JEZUS EIGENLIJK?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT WIL JEZUS EIGENLIJK?

7 minuten leestijd

Jeruzalem, Jeruzalem, gij die de profeten doodt en stenigt, die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb ïk uw kinderen willen bijeen vergaderen, gelijkerwijs een hen haar kuikens onder de vleugelen vergadert, en gijlieden hebt niet gewild. Lucas 13 : 34.

Een dauwdruppel weerspiegelt de gehele schepping. De zon gaat er in op, de bomen bewegen er in en de wolken.

Ditzelfde doet elke tekst van het evangelie. Wanneer we scherp toezien, vinden we er heel het leven en lijden van Christus in terug. Van sommige teksten geldt dit wel heel sterk. Zo van de onze.

Het herhaalde , , Jeruzalem" verraadt de bewogenheid van de Heiland. Dit spreken van de Heere is een verzuchting over de stad, een klacht, een zucht. Hebben alle bemoeienissen van God slechts hiertoe geleid ? De eeuwen door heeft God Israël bewaard en teruggevoerd. Maar Jeruzalem was telkens vol verzet.

„Gij die de profeten doodt en stenigt, die tot u gezonden zijn". Jeruzalem is de stad die de profeten van God doodt. Juist Jeruzalem. Als er één stad op. aarde is, waarvan we verwachten zouden dat er plaats is voor gezanten van God, dan toch wel Jeruzalem, de stad van de tempel.

Maar Jeremia is er gehoond en gevangen genomen. Volgens de overlevering is Jesaja er in stukken gezaagd. Jeruzalem is een profetendoodster.

Niet, omdat er nu eenmaal overal kaf onder het koren schuilt. Jezus zegt in het vers dat aan onze, tekst vooraf gaat: , , het gebeurt niet, dat een profeet gedood wordt buiten Jeruzalem". Het karakteristieke van Jeruzalem is. dat het profeten doodt. Het is dus niet toevallig dat Jezus over Jeruzalem klaagt. Over de stad van de vroomheid, over de stad waarin God zoveel van Zich heeft geopenbaard. Niet over Babel of Rome, maar over Jeruzalem klaagt de Heere. Hij lijdt meer smart om de tempelstad dan om de heidense steden. Tenslotte is Hij in Jeruzalem gekruisigd.

Nog altijd zijn er in onze gemeenten die klagen over de goddeloosheid en de lichtzinnigheid van de grote wereldsteden. Dit lijkt ook heel vanzelfsprekend. U en ik vervallen hierin o zo gemakkelijk. Toch doen we dan als de Schriftgeleerden, als Jeruzalem. Zij spraken het ook uit: „wijk van mij, want ik ben heiliger dan gij". Maar de Heere klaagt over Jeruzalem. En ook niet alleen over de dieven en tollenaars, maar over de bloem der natie.

Jeruzalem — dat is de vroomheid zonder geloofsovergave aan Jezus Christus, hoewel God Zich niet onbetuigd heeft gelaten. Als we zó samen over deze woorden nadenken, komt de Heiland heel dicht bij ons staan. Spreekt Hij u aan ? God heeft Zich met u en mij willen inlaten. Hij heeft Zijn Naam aan de onze verbonden. Zijn wij daar klein en ootmoedig onder geworden ? Hebben wij ons gedoopt-zijn als een grote genade ontdekt en bewonderd ? Of doen we er weinig meer mee, dan op niet-gedoopten neerzien ? Zijn we er groot mee geworden zonder dat we God groot maken ? Zijn wij Jeruzalem ? Jeruzalem hield de graven van de profeten in ere. Wij spreken met eerbied over Christus en de apostelen en Calvijn en de oude schrijvers en

Maar met verachting kunnen we soms spreken over mensen die niet naar de kerk gaan, of niet bij óns naar de kerk gaan. Er is een vroomheid zonder waarachtige bekering des harten die de anderen buiten en binnen de kerk niet voor vol aanziet en niet liefheeft.

Wij kunnen het zo druk hebben met ons ijveren voor de goede zaak, dat we wel vol zijn van ons werk en geen plaats geven aan de Heiland, niet leven uit Zijn verzoenend lijden en de kracht van Zijn opstanding.

Anderzijds kunnen we ook meer rekenen met onze onmacht, dan met Gods bevrijdende kracht.

Verstaat u Jezus' woord : , , Gij, die de profeten doodt" ? Dit geldt allen, die in vrome onbekeerlijkheid voortleven. En als we genade kennen mogen, en Christus is ons tot een Herder geworden, wat vergeten we dan nog vaak Zijn woorden, of we maken ze krachteloos door onze taaie ongelovigheid.

„Gij, die de profeten doodt", door de Heilige Geest echoën deze woorden in ons hart. Wij, die het vaak zo goed met onszelf getroffen hebben, ik profeten doden........

Dit gelovig te horen, knakt onze hoogmoed en ijdele waan. Soms plotseling ontdekt een mens de smart van de Heiland over zijn leven. Zijn zuchten over ons. Zijn aanklacht. En achter deze smart Christus' liefde.

Hoe menigmaal.... hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen , en gij hebt niet gewild

Christus wil bijeen vergaderen. Dat bedoelt zelfs het oordelend spreken van onze tekst. De aanklacht van Jezus' liefde wil alsnog de onwil breken. Laat dit u troosten, die zo in de put zit over uzelf, die zich afvraagt of er voor u nog wel een weg is om behouden te worden. U verlangt dikwijls niet eens naar de Heere. U gevoelt, dat Hij u beschuldigen moet.

Dit mag u troosten en verheugen : Jezus wil Jeruzalem vergaderen. Jeruzalem, vol vijandschap. Die boze mensen, die in dode vroomheid verstarde mensen, die wil Hij bijeen vergaderen. Dit is wat de Heiland eigenlijk wil. Mensen, die niet willen, wil Hij toch nog bijeen vergaderen. De ganse dag, ook op dit moment, breidt Hij Zijn handen uit, naar het woord van Jesaja, tot een wederstrevig volk, dat wandelt op een weg, die niet goed is.

Wie niet bij de Heiland is terecht gekomen, heeft niet gewild. Hoe menigmaal Hij ook wilde vergaderen. Als dit u geldt, herhaal dan maar keer op keer deze woorden van de Heiland : , , Hoe menigmaal heb Ik u willen vergaderen en gij hebt niet gewild".

De Heere Jezus lijdt smart onder de onwil van mensen. Hij weent over de botsing van Zijn wil met die van de mensen. Dat klopt misschien niet met uw voorstelling van Gods wil. „Als God echt iets wil, wie zal het keren? Wij hebben toch geen vrije wil ? " Hierover zou veel te zeggen zijn. Maar ik meen, dat de Heiland u en mij stil houdt en oproept tot het luisteren naar Zijn liedesmart: , , Hoe menigmaal heb Ik u willen bijeen vergaderen.... en gij hebt niet gewild".

Waarom wil Jezus Christus ons, onwillige mensen, bijeen vergaderen?

Waarom gaat Zijn roep uit over de gehele wereld en tot ons ?

Zo'n behoefte is er niet aan Jesaja's roepen. Een mens kan het lastig vinden.

De Heiland doet als een hen. Wat een eenvoudig beeld. Zoals een kip haar kuikens onder haar vleugels vergadert, zo wil Christus u en mij bij een vergaderen. Een kip roept de kuikens bijeen als het onweert of als er ander gevaar dreigt. Vleugels zijn een beeld van Gods bescherming. Christus roept ons tot Zich, omdat er gevaar dreigt. De komende storm van Gods oordeel dreigt. De Heere alleen peilt dit gevaar. Gods gericht valt niet mee. Allerminst.

Maar er is een schuilplaats voor deze storm. Bij de Heiland kan en mag een mens schuilen.

De Heere roept ons zelfs daartoe op : Komt, kuiken, bij Mij schuilen ! Wij laten ons niet graag als een kuiken behandelen. Maar zo noemt de Heere ons. Zó weerloos zijn we. Een kuiken, dat net doet of 't een haan is, of een leeuw, is alleen maar belachelijk en komt om, omdat het zich niet tot de hen laat vergaderen. Christus in Jeruzalem, als een Lam temidden van de wolven, wil als een hen kuikens vergaderen. Wat een liefde! O, beef nu niet, mijn ziel, want van een hen is geen gevaar te duchten, al doen de zonden u vrezen ; mits u komt!

Niet willen is : niet geloven aan de komende storm van Gods oordelen, waarin een mens, die er alleen voorstaat, omkomt.

Niet willen is: Jezus' beschermende kracht niet geloven. Niet willen is : wantrouwen dat de Heiland u vergeving schenken en beschermen wil.

De Heere geeft ons geen kans voor het vrome voorvrendsel dat de Heilige Geest ons toch bekeren moet. In de mond van onwilligen is dit een leugen.

Er is een raadsel van het eigenwillige en zelfgenoegzame hart.

Wat de Heiland eigenlijk wil?

Ons bijeen vergaderen, zoals een hen de kuikens onder haar vleugels vergadert. Opdat Hij alleen in de storm zal staan. Nog staat de schuilkelder als een dringende nodiging open.

Veilig in Jezus' armen,

Veilig aan Jezus' hart

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

WAT WIL JEZUS EIGENLIJK?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's