HET BRUILOFTSKLEED
Geen enk'Ie ziel wrocht eigen zaligheid.
Het bruiloftskleed wordt u om niet gegeven.
Uw Borg en Hogepriester wilde 't weven
in smartennacht van Godverlatenheid.
Hij bad en worstelde in de donk're hof.
Hij smeekte, van de Zijnen gans verlaten.
Hij zag hen nad'ren, die Hem dood'lijk haatten
en — hief gesterkt Zich uit het bloedig stof.
„Zo gij Mij zoekt, laat dézen henengaan",
klonk 's Heeren woord met majesteit en klem.
Toen hebben zij de Heilige gedaan,
al wat Gods Raad beschikt had over Hem.
o, schucht're ziel, vrees niet! Uw priesterkleed ligt klaar.
Haast leidt Hij u tot 't eeuwig lofaltaar.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1957
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1957
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's