Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZEGENEND TEN HEMEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZEGENEND TEN HEMEL

7 minuten leestijd

„En Zijn handen opheffende, zegende Hij hen' Lucas 24:50b.

Op Hemelvaartedag gaan wij met de discipelen naar de Olijfberg. Daar werd Jezus voor hun. ogen van de aarde opgenomen. Hoe zagen zij Hem ten hemel varen ?

Onze tekst zegt: , , En Zijn handen opheffende, zegende Hij hen".

Wat ligt daar een troostvolle prediking in, in het feit, dat Jeziis zegenend van deze aarde weggenomen werd.

Aan het einde van de kerkdienst is het gewoonte, dat de dienaar des Woords de gemeente de zegen oplegt. Zo heeft de Heere Jezus Christus aan het eind van Zijn dienst op aarde' Zijn zegenende handen uitgebreid over Zijn jongeren en in hen over Zijn gemeente. Zie, zo heeft het zin, dat de dienaar des Woords zijn handen uitbreidt en de gemeente zegent: In Jezus' naam en met Jezus' volmacht. Jezus' dienst was meer geweest dan prediken en bidden. Hij heeft zich laten geselen en laten bespotten. Hij heeft Zichzelf opgeofferd, zich gegeven in de kruisdood en zo de losprijs betaald voor de zijnen. Ziet ge het wel goed ? De handen, die Hij uitstrekt zijn doorboorde handen geweest en daarom kunnen het nu zegenende handen zijn.

Ze zijn doorboord, toen Hij aan het kruis genageld werd voor een volk, dat onder het oordeel lag en verdiend had eeuwig te sterven. Hebben we er wat van verstaan, dat het zo met ons is ? Hebben we de zonde leren kennen als overtreding van Gods wet en hebben we Gods rechtvaardige straf op de zonde leren aanvaarden ? Dat doen we niet zo makkelijk. We willen nog wel van gerechtigheid en oordeel horen, maar we willen er niet onder buigen. Maar wie door het zwaard des Qeestes, hetwelk is Gods Woord, dodelijk getroffen werd, die heeft niets meer tegen te spreken, die leert zich aan Gods gerechtigheid onderwerpen : , , Heere, ik heb het verdiend. Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig."

Maar als ge dan zien moogt op de doorboorde handen van de Heere Jezus! Hoe zijn ze zegenend uitgestrekt! , , De straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden." Hij heeft het oordeel gedragen en weggedragen. Hij is aan het kruis genageld en een gevloekte dood gestorven voor een ieder, die in Hem gelooft. Zo is er dan geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Want Hij is onze vrede. Als onze grote Hogepriester heeft Hij vrede gemaakt door Zijn bloed. Wanneer de hogepriester in Israël het bloed der verzoening op het gouden verzoendeksel gesprenkeld had van de ark des verbonds in het binnenste heiligdom, trad hij naar buiten in de voorhof, waar het volk vergaderd was en dan breidde hij zijn handen uit en legde het volk de zegen op. In die zegen lag uitgedrukt en werd door Gods Geest medegedeeld de vrucht van het volbrachte verzoeningswerk daar binnen in het heiligdom.

Dit alles echter was zinnebeeld en schaduw van betere dingen. Christus is de enige en ware Hogepriester. Hij vaart van de Olijfberg ten hemel, nadat Hij tevoren op aarde met Zijn dood en bloedstorting het nieuwe en eeuwige testament, het verbond der genade en der verzoening besloten had, toen Hij zeide : „Het is volbracht 1"

En zie, nu breidt Hij Zijn handen zegenend uit om Zijn gemeente en rijst al hoger en hoger naar de hemel, om het zo aan Zijn gemeente te verkondigen, dat Hij naar de hemel gaat om vandaar Zijn hemelse gaven en zegeningen uit te gieten over haar om vandaar de vrucht van Zijn verzoeningswerk de Zijnen deelachtig te maken.

Welk een troost, zich het eigendom te mogen weten met lichaam en ziel, in leven en sterven van deze Zaligmaker ! Te mogen delen in de zegeningen van dien zegenende Heiland ! Gij zijt opgevaren in de hoogte, 'Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd. Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen , - ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o Heere God!

Hebt ge bij die Heiland leren schuilen ? Moogt ge voor Zijn rekening liggen?

Als wij nog alleen staan en alleen gaan onze weg door het leven zonder God en zonder Christus, dan hebben we op geen zegen, geen geestelijke zegeningen te hopen ; dan liggen we nog onder het oordeel en onder de vloek. En als we zo sterven, zullen we verwezen worden naar het eeuwig oordeel: , , Gaat weg van Mij, gij vervloekten !"

Zeker, in dit leven ontvangen wij alle­maal nog vele tijdelijke zegeningen, die ons ook niet anders kunnen toekomen dan als vruchten van Christus' kruisverdienste. Alle goede gaven, die wij op onze tocht door deze wereld ontvangen, komen tot ons uit de zegenende handen van de Heiland, die doorboord geweest zijn. Dat deze wereld vol haat en nijd, vol leugen en bedrog, vol vloek en ellende, vol onrecht en goddeloosheid, vol bloed en tranen, nog bestaat, het is gevolg van het feit, dat de Heere Jezus Zijn doorboorde handen nog zegenend over haar uitstrekt. Daardoor wordt zij nog gespaard. Daardoor is er nog leven mogelijk. Daardoor ontvangen we nog eten en drinken en kleding. Daardoor is er nog vriendschap en liefde en verzoening en medelijden en zovele goede dingen meer. En al deze zegeningen dalen neer van de zegenende Heiland en in onze zegeningen delen alle mensen. Dat we het meer opmerkten en de Heere erkenden. Dat ook Gods kinderen het meer opmerkten en bij alle zegeningen, die zij ontvangen mogen, op leerden zien naar de zegenende handen van hun Heere en Heiland.

Maar deze zegeningen zijn niet zaligmakend. God doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Wij kunnen al deze zegeningen ontvangen, terwijl wij nog in onze zonden zijn en dan 'brengen wij ze erdoor en ze verkeren in öen vloek. Hebben wij daar al last van gekregen? Hebben we onze zonden als zonde leren kennen? Zijn we inééngekrompen onder de vloek van Gods wet: vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven staat in het boek der wet, om dat te doen ? En hebben we in de waarheid door het geloof bedekking gezocht en gevonden bij de Heere Jezus ?

Zalig de mens, die Zijn eigendom geworden is; die van de straf ontheven en van de vloek verlost is, omdat de Heere Jezus die voor hem gedragen heeft aan het kruis, waar Zijn handen doorboord werden, opdat Hij zou kunnen zegenen. En die Hij zegent, die zal gezegend zijn. Hij heeft de strijd gestreden en Hij is met ere gekroond. Hij is zegenend ten hemel gevaren. Heel het leven van Gods kinderen staat nu onder deze zegenende handen; alle dingen moeten medewerken ten goede, degenen, die naar Gods voornemen geroepen zijn. In al hun lijden en strijden ; in al hun zorgen en kommer ; in al hun beproevingen en smarten, waarin het hun bang te moede kan worden en vlees en hart dreigen te bezwijken, zijn toch deze handen zegenend boven hen uitgestrekt. Rampen en smarten kunnen ook hen treffen; ook zij hebben zich te buigen onder het kruis... .maar de vloek is er voor hen uit; de vloek heeft Jezus gedragen. Zij hoeven slechts het hout te dragen en nu mogen zij gedurig bij' Hem zijn in al hun noden, angst en pijn. Want boven dit alles zijn de zegenende handen van hun Heere en Heiland en in Hem en door Hem geldt het:

God is ons genegen,

Onze God geeft zegen.

Hij, Die alles geeft.

Hij zal zijn geprezen,

Hem zal alles vrezen

Wat op aarde leeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

ZEGENEND TEN HEMEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1957

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's