Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE CATECHISMUS VAN CALVIJN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE CATECHISMUS VAN CALVIJN

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer onder ons iemand van , , de catechismus" spreekt, begrijpt ieder, dat hij aan één bepaalde denkt, n.l. aan de Heidelberger. Vermoedelijk weet ook zo ongeveer iedereen wel, dat er in werkelijkheid een heel groot aantal van catechetische geschriften bestaat, zo groot, dat een mensenleven zou tekort schieten, om van die alle behoorlijk nota te nemen.

Hoewel ook de oude kerk werkjes gekend heeft, die zich met onze catechismus laten vergelijken (we denken aan de z.g. Leer der 12 apostelen, en aan Augustinus' Handboekje over geloof, hoop en liefde), kan toch naar waarheid gezegd worden, dat de catechismus veel­ eer een kind van de Hervorming mag heten. Niet zo gauw is de Hervorming op gang gekomen, of we zien allerlei catechismussen opschieten, zoals sneeuwklokjes in het voorjaar. Vóór Luther zijn zeer vermaarde Grote- en Kleine Catechismus schreef (1529), zag de Duitse Hervorming al tientallen dergelijke geschriften het licht zien, om echter meestentijds even spoedig in vergetelheid te geraken. Wie dat vreemd vindt, moet bedenken, dat alle religieuze zorg voor kinderen zeer nauw luistert, spoedig te kinderachtig wordt of veel te hoog grijpt. Haast alle catechismussen lijden aan één van die kwalen, vele hebben verschillende bewerkingen ondergaan, zonder soms toch tot de ver­wachte vervolmaking te zijn gekomen.

Luther, vol kinderlijke zin, zonder daarom kinderachtig te zijn, heeft op zeer gelukkige wijze zijn beide catechismussen te boek weten te stellen. Merkwaardig: Luther is een erg bewegelijk man, die nog al eens een te snel gesproken woord moet terugnemen. Maar zijn beide catechismussen zijn gebleven, zoals ze van de beginne waren. Ze voldeden en ze voldoen nog, al stelt men tegenwoordig wel meer eisen aan een catechetisch leerboek dan vroeger.

Dat Luther twee catechismussen schreef, een grote en een kleine, moet wel even verklaard worden. In de eerste tijd van de Hervorming, maar ook nu nog wel, waren vele predikanten in ontwikkeling erg achterop. Bij de kerkvisitaties ten tijde van de Hervorming bleek hoe onwetend vele pastoors waren, zozeer, dat ze niet zelden nauwelijks lezen konden. De eerlijkheid gebiedt te erkennen, dat ook in de eerste tijd van de Hervorming het menigmaal heel erg was. Denk er dan nog aan, dat bijbels geen gemeengoed waren, bijbelverklaringen evenmin en dat de eerste predikanten het zonder een theologische opleiding hebben moeten stellen. Het moest dan wel zwaar vallen, week aan week maar te moeten geven in catechisatie en preek, terwijl men zelf zo weinig had.

Het eert Luthers zin voor de werkelijkheid, dat hij, zelf een bevoorrechte en boven de meesten uitstekende, dacht aan de behoefte van de gemeentenaren, klein en groot èn van die der predikanten, tobberig of wat meer geoefend. Welnu: de Grote Catechismus is een bescheiden handboek, waardoor de voorganger z'n mensen tenminste omstreeks één stap vóór kan blijven en dat hem- de hoofdzaken van het geestelijke leven omlijnt.

De Kleine Catechismus, zeer eenvoudig, is voor de jeugd (toen ook wel voor vele bejaarden!), om het op catechisatie gehoorde thuis te kunnen overwegen.

Zo ontstonden er Lutherse catechismussen. Begrijpelijk dat, toen naast de Lutherse tak der Hervorming, de Gereformeerde openbaar kwam, er ook catechismussen ontstonden van Gereform. huize. Daar Zwingli eerder is dan Calvijn, ontmoeten we dus ook eerst , , Zwingliaanse" catechismussen. Van Zwingli zelf hebben we er geen, het lag hem kennelijk beter, werken te schrijven van nog wat groter formaat, zoals zijn vermaarde Commentaar van de ware en de valse godsdienst. Zijn leerling Leo Judae in Zurich schreef wèl een , , zwingliaanse" catechismus, later Zwingli's opvolger Heinrich Bullinger ook en zo nog wel enkele anderen. De befaamde Oost- Friese Catechismus en die van á Lasco behoren ook tot deze familie.

De ketters, ziende hoeveel goeds deze catechismussen deden, versmaadden ze evenmin. De Socinianen, zoveel als de vrijzinnigen van de 16e en 17e eeuw, loochenaars van de Godheid van Christus en die van de Heilige Geest, hebben hun gedachten graag verbreid door middel van hun Rackowse Catechismus. In de overgangstijd wekte de z.g. Goudse Catechismus, zeer remonstrants gezind, veel opschudding en Voetius bestookte de Catechismus der Remonstranten. Geen wonder, dat zelfs de Roomse Kerk 't niet beneden haar stand vond, in deze iets van anderen te leren: de Roomse Catechismus en verwante geschriften verschijnend sinds ± 1535, danken het aanzijn kennelijk aan de invloed van de Hervorming.

Het valt nu te verwachten, wanneer Kerk en Catechismus zo blijken samen te horen, dat ook Calvijn op deze regel geen uitzondering maakt. En dat maakt hij inderdaad niet. Zoals wel ieder weet, schreef hij, toen hij, naar eigen woorden, nauwelijks leerling geworden en toch reeds als leraar moest optreden, zijn Institutie of onderwijzing in de christelijke godsdienst. Dit werk was in z'n eerste druk (1536) maar een heel bescheiden boekje en nog niet de latere foliant. Calvijn bedoelde 't als eenvoudige uitdrukking van eerste beginselen. En dat werd zo goed begrepen, dat men ook van dit boekje al sprak als van een catechismus.

Dan komt Calvijn onbedoeld en onverwacht in Geneve. Daar is een heel jonge en heel ongeschoolde kerk aan het groeien, aan het hoofd waarvan Farel staat. Die heeft vele voortreffelijke eigenschappen, behalve juist die van een kerk-organisator en een catecheet.

Die moet in zijn gebed wel menigmaal hebben voorgebracht, dat Geneve zo brood nodig een man had, die met de kinderen kind kon zijn, maar ook met de volwassenen volwasen en zelfs met geleerden geleerd. Het moet een gebedsverhoring zijn geweest, dat Calvijn argeloos Geneve binnenstapte. Denk u Farel, die daar hoort, dat nota bene de schrijver van de Institutie, die zo'n goede opgang maakt, in de stad is ! Ieder kent het indrukwekkend gebeuren, hoe de geladen en overspannen Farel zich onstuimig op de verraste Calvijn werpt en hem met belofte en bedreiging er toe brengt zich aan de Kerk van Geneve te verbinden.

Als Calvijn eindelijk toezegt, heeft hij al enige ervaring al is hij pas 27 jaar. Voor hij uit Frankrijk vluchten moest, heeft hij daar al gediend als ongeordend predikant. Calvijn is helemaal geen verstandelijk type, al heeft hij een zeer scherp verstand. Vlak achter zijn denken of wel er in, staat zijn hart, zijn geloof. Hij is er dus niet de man naar om tevreden te zijn met een uit het hoofd geleerd stuk dogmatiek. Maar evengoed is hem gebleken, in eigen leven en dat van anderen, hoe waar de Heere moest zeggen, dat Zijn volk vergaat, omdat het geen kennis heeft. Hoeveel onkunde vond hij bij Rome en Roomsen. Hoeveel evengoed bij , , humanisten", geleerden, die naar atheïsme neigden. Hoeveel ook bij mensen in de kring van de „Dopers" en de , .mensen van de Geest". Dat heeft bij hem de opvatting doen postvatten, dat onderwijs in geestelijke, bijbelse en kerkelijke zaken een grote weldaad is. Hij zegt het Melanchton na, dat de grootste schat in de kerk een jeugd is, die goed is onderwezen.

Een man als hij kon in Geneve een groot arbeidsveld vinden. Want de kennis was er nihil en veel meer ontbrak er. Voor Calvijn aanleiding genoeg, om meteen aan het werk te gaan en een catechismus op te stellen. Samen met Farel stelt hij een geloofsbelijdenis op, die de burgers van Geneve zullen bezweren en daarmee verbonden een eerste catechismus. Dat is dan de beroemde Eerste Catechismus van Geneve of van Calvijn, daar het wel zeker is, dat hij ze opstelde en Farel er niet sterk de hand in heeft gehad.

Deze eerste Catechismus van Calvijn dateert uit 1538. Ze draagt er de blijken van dat hij, een jong theoloog en predikant is, met nog weinig ervaring, bijzonder in het catechiseren. Vergelijken we Calvijn met Luther, dan merken we, dat die kinderlijker, naïever en spontaner dan Calvijn is, dat hij over meer beelden beschikt en dat daarom zijn Kleine Catechismus zo uitstekend geslaagd moet heten. Hieruit moeten we nu niet afleiden, dat Calvijn droger of afgetrokkener zou zijn, de levendige stijl van zijn preken, tractaten en brieven bewijst het tegendeel. Maar we doen hem geen onrecht, door eenvoudig te erkennen, dat hij, jeugdig lector in de theologie, die in de Pieterskerk voor volwassenen colleges geeft over de Romeinenbrief, zich tegenover kinderen minder gemakkelijk kon bewegen. Duidelijkheidshalve voegen we er bij: zoals de meesten onzer. Het is eenvoudiger een gewone preek of referaat te houden dan b.v. op een kerstfeest voor de kinderen te vertellen. Dat vereist een aanleg en oefening, die stellig aan niet zo velen eigen zijn. We rekenen het juist daarom Voetius zo hoog aan, dat hij, ook als hoogleraar, met groot genoegen catechisatie gaf aan de kleinste weeskinderen. Dat getuigt van een ongewone soepelheid en ootmoedigheid van geest, die met de kinderen kind kan zijn.

Dat heeft Calvijn in 1538, begrijpelijk, nog niet gekund. Z'n catechismus is te moeilijk, te theologisch. Als we er naast leggen z'n Institutie van 1536, merken we, dat deze catechismus in hoofdzaak een uittreksel uit die kleinere dogmatiek is. Dat doet ons concluderen, dat deze Eerste Catechismus van Calvijn dus wel het best te vergelijken is met de Grote Catechismus van Luther, die immers voor de dominees bestemd was. We hebben de overtuiging, dat het boekje hen althans welkom kon zijn. Maar desondanks heeft Calvijn al heel spoedig begrepen, dat deze eerste greep geen bevredigende kon zijn. Blijkbaar heeft hij wat bezwaar tegen een onderscheiding van predikant en gemeente, elk met een eigen catechismus, vermoedelijk, omdat hij daarvan nog wel wat roomse „zuurdesem" voelt (priesters en leken).

Hij wil een catechismus, kinderlijk genoeg voor de kinderen en met nochthans genoeg gehalte voor de volwassenen, predikant of gemeentelid. Dat komt tot uiting in het merkwaardige feit, dat Calvijn deze Eerste Catechismus, waarop hij licht een ogenblik wat trots is geweest, al heel spoedig heeft teruggenomen en er een herdruk van geweigerd heeft. Daar hij vermoedde, dat mogelijk geestdriftige bewonderaars toch maar aan het drukken zouden slaan, heeft hij in 1541 in een zo snel mogelijk tempo z'n Tweede Catechismus het licht doen zien, om de eerste daarmee definitief te doen vergeten. Die tweede uitgave heet nu onder ons: de Catechismus van Calvijn en van het bestaan van z'n voorloper weten zeer weinigen. Maar in feite is deze aanduiding dus niet juist.

Deze stand van zaken zet ons aan het nadenken. Misschien vindt de een of ander het eigenlijk beneden Calvijn's waardigheid, dat hij een boekje schreef, dat hij later als niet geschreven wenste te zien aangemerkt. Er is van Calvijn gezegd, dat hij van begin tot eind een man uit een stuk is, die niet in de ene periode van zijn leven een ander geluid laat horen dan in een andere. Dit is in hoofdzaak juist, maar moet vooral niet worden uitgelegd in de zin van een soort pauselijke onfeilbaarheid. Het beeld van de mens (de christen!), dat Calvijn tekent, daarbij sterk aan zichzelf denkend, laat zoiets niet toe. En daar zijn we toch wel zeer erkentelijk voor. Het zou bar en koud zijn in de nabijheid van een onfeilbare. Calvijn heeft op het titelblad van zijn Institutie met instemming het woord van Augustinus aangehaald, die erkent te behoren tot hen, die al onderwijs gevend en schrijvend zelf leerling blijven en zo vorderend en groeiend een rijp onderwijs kunnen geven.

Dat is het beeld van de werkelijke Calvijn. Zijn leven is veel minder vol van succes, dan we denken. Het eerste boekje dat hij schreef, tegen de Wederdopers, over het bij hen zo geliefde onderwerp: De slaap der zielen (tussen sterven en opstanding) heeft hij vermoedelijk in portefeuille gehouden, omdat vrienden het niet wonder geslaagd vonden. Zo kennen we het alleen in een tweede omgewerkte editie, die er een blijk van is, dat Calvijn niet eigenwijs en verwaand was. Z'n beroemd maar geheel vergeten proefschrift: „Over de zachtmoedigheid", waarmee hij gedacht had, onsterfelijke humanisten-roem te behalen en die daar tenminste iets van verdiend had, is op een wijze in het donker gebleven en vergeten, die ons wel een voorzienigheid Gods moet zijn. Want als hij daarmee beroemd was geworden, zo in de trant van Erasmus, dan was hij enkel een geleerd humanist geworden. Maar de Heere God had iets beters met hem voor: hij mocht Zijn Kerk dienen en zo onder het kruis komen, om anderen tot licht te zijn.

Dat de Eerste Catechismus enigermate een mislukking werd, is in het bewogen kader van Calvijn's leven niets nieuws of vreemds. Mogelijk moeten we hier tenslotte nog een ander aspect mee verbinden: in de tijd, dat Calvijn die Eerste Catechismus schrijft, is hij met Farel in een onaangename twist gewikkeld met ds. dr. Pierre Caroli, die niet minder dan , , eerste predikant" van Lausanne is en zich de allures van een prelaat veroorlooft. Deze beschuldigt Calvijn en Farel van Arianisme, d.w.z. van de ontkenning van de Godheid van Christus, alsmede van een kleinachting van de Heilige Geest, van w^ie ze het persoon-zijn zouden ontkennen. Om deze zware beschuldiging te weerleggen heeft Calvijn blijkbaar mede zijn Eerste Catechismus bedoeld, die hij oorspronkelijk in het Frans had geschreven, maar die hij daarom meteen in het latijn vertaalde, opdat de Zwitserse kerken en de theologen zouden kurmen beoordelen, hoe diepgaand de beschuldigingen van Caroli wel gingen. In dit opzicht heeft het boekje mogelijk wèl zijn diensten gedaan, meer dan als catechismus.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE CATECHISMUS VAN CALVIJN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's