Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beroepen te:

Bodegraven, H. N. van Hensbergen te Renkum — Oudega (W.) (toez.), P. L. M. Sterrenburg te Broek op Langedijk — Rijssen, H. Roelofsen te Zeist — 's-Gravenhage (vac. dr. G. P. van Itterzon) F. D. Emous te Hillegersberg — Boven-Hardinxveld, P. de Jong te Kootwijk — Nieuw Vennep, W. Bloemendaal te Zevenhuizen (N.-H.).

Aangenomen naar:

Benschop, G. J. Jansen te Daarle — Hogebeintum (toez.), J. G. de Jong te Langezwaag.

Bedankt voor:

Nieuw Lekkerland (wijk dorp), P. de Jong te Kootwijk — Ameide en Tienhoven, D. v. d. Berg te Oud Alblas — Wijk bij Heusden, P. de Jong te Kootwijk — Oosterwolde (Gld.), L. Trouwborst te 's-Gravenduin~Capeile — Appelscha, L. Hylarides te Augustinusga.

Benoemd te:

Benoemd te: Utrecht-noord (hulppred. wijkgem. 6 Pijlsweert), dr. J. M. Hasselaar, laatstelijk pred. te Djakarta, wonend te Driebergen.

Zilveren ambtsjubileum van ds. jhr. E. L. W. M. Hoeufft van Velsen te Meeuwen.

Onder grote belangstelling vierde ds. Hoeufft te Meeuwen op woensdag 12 november zijn zilveren ambtsjubileum. De jubilaris deed in 1933 zijn intrede in Ter Aar en kwam in 1939 naar Meeuwen. Naar aanleiding van Fil. 1 : 3 en 6 hield zijne eerw. een gedachtenispredikatie, waarbij hij stil stond bij de leidingen Gods met hem en de gemeente gehouden. In al deze jaren was zeer veel geschied. Verwoesting en wederopbouw van Meeuwen werd gememoreerd maar bovenal de trouw des Heren in het licht gesteld.

Na de predikatie sprak ds. Hoeufft de diverse instanties en personen toe. Ds. Schipper van Waspik sprak namens de classis. Ds. de Heer van Bennebroek namens de Ring en ds. Rijnsburger als vriend. Achtereenvolgens namen nog het woord ouderling J. Smits (Geref. Gem.) ouderling v. Rijsbergen (Geref. kerk) en ouderling v. Buuren namens de Herv. gemeente.

Bevestiging en intrede van kandidaat H.A.van Bemmel in de gemeente van Leerbroek op zondag 2 november 1.1.

Zondag 2 november zal in de gedachten van velen blijven voortleven als een dag van grote blijdschap en dankbaarheid aan God. Immers op die dag werd onze vriend en broeder H. A. van Bemmel door zijn mentor ds. Roelofsen van Zeist in de morgendienst bevestigd tot Verbi Domini Minister van de gemeente te Leerbroek, terwijl hij zelf in de middagdienst voor het eerst in zijn leven in het wónder-heerlijke ambt van herder en leraar het Woord Gods verkondigen en de gemeente — aan zijn zorgen toevertrouwd — zegenen mocht. Dank en verwondering zal er geleefd hebben in het hart van hemzelf en in dat van zijn jonge vrouw, ontroering ook bij de ouders, die van dit grootse en heerlijke moment mede getuigen mochten zijn, dankbaarheid bij de gemeente, die in broeder van Bemmel weer een eigen pastor als uit Gods hand ontvangen mocht, blijdschap bij de vele vrienden die in grote getale van elders gekomen waren.

In zijn bevestigingspredikatie bepaalde ds. Roelofsen zijn gehoor bij 2 Cor. 5 : 20: „Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade: wij bidden van Christus wege, laat u met God verzoenen".

De predikant schetst de diepe val van de mens na de zonde in het paradijs. Naar recht had God de mens, die willens en wetens tegen Hem rebelleerde, van Zich af moeten stoten en aan zijn lot overlaten. Doch, zie nu het wonder van Gods liefde jegens de gevallen mens: Hij stoot hem niet van zich, maar buigt zich in oneindig-onbegrijpelijk meedogen tot deze mens over in het offer van Zijn Zoon. In Christus steekt God de wereld dj hand der verzoening toe. In het natuurlijke leven vraagt de overwonnene vrede. Hier is het God die het doet. Het is alsof God zelf geen vrede heeft, zolang de mens niet met Hem verzoend is. God vraagt niet om vrede, neen. God smeekt er als het ware om. Teneinde deze verzoening tot stand te brengen zendt God Zijn ambassadeurs. Zijn gezanten, die de gemeente, die de wereld moeten oproepen de goddelijke vredesvoorwaarden te aanvaarden. Zulk een gezant zult ook gij moeten zijn, voegt ds. Roelofsen broeder van Bemmel toe. „Deze vermaning, deze ernstige oproep zich met God te verzoenen, gaat ook tot u uit, gemeente", zo richt ds. Roelofsen zich in bewogenheid tot zijn gehoor. „Nooit zult u kunnen zeggen: ik wist het niet. God had het mij niet gezegd. Zegt ook niet: een mens kan het aanbod van Gods liefde niet aanvaarden, want gelooft ge niet dat God machtig is alles, wat zich in u tegen Hem verzet, te overwinnen? "

Tenslotte draagt de predikant zijn jonge vriend in de liefde van de gemeente op. „Hij behoort niet tot de harde karakters", zo merkt hij op. „Spaart hem dus in uw critiek en aanvaardt hem als een geschenk uit Gods hand, als een gezant van Christus wege in alle liefde en laat u door hem vermanen".

Na het voorlezen van het formulier, waarbij de jonge broeder mét duidelijke en vaste stem de op hem gestelde vragen zijn „ja, ik, van ganser harte" heeft gesproken, daalt ds. Roelofsen van de kansel en knielt Hendrik Antonius van Bemmel neer, om in een kort, indrukwekkend en ontroerend moment het wonder van de handoplegging te beleven. Achtereenvolgens naderen daarop ds. Ooms, ds. Harkema en ds. Kret, die samen met ds. Roelofsen de handoplegging verrichten. Nadat daarna de gemeente haar nieuwe ds. de zegenbede heeft toegezongen, wordt het samenzijn op de gebruikelijke wijze door ds. Roelofsen beëindigd.

Voor de vele gasten - uit Slikkerveer, Zeist en elders wacht daarna een verrassing: in een schoollokaal naast de kerk staat de koffie al klaar en hebben ijverige meisjeshanden grote aantallen cadetjes klaargemaakt. In een gezellige en open sfeer onderhouden de gasten zich hier met elkaar en nadat allen zich rijkelijk verzadigd hebben, worden tot besluit gezamenlijk nog enkele psalmen gezongen.

Daarop begeeft men zich opnieuw naar het mooie kerkgebouw, waarin de Leerbroekers in nog grotere getale als dat bij de morgendienst het geval was, samenstromen. 

Ds. van Bemmel heeft voor zijn intreepreek als tekst genomen Hand. 9 : 15a: „Maar de Here zeide tot hem: Ga heen". De jonge predikant wijst zijn gemeente erop dat Ananias Christus had leren kennen. Daarom kon hij zeggen: „Zie.hier ben ik Here". Wie Christus niet kent, moet als een Saulus op de weg naar Damascus uitroepen: „Wie zijt Gij, Here? " Toch ook voor Ananias, ofschoon hij de Here kende, is de opdracht die God hem geeft te zwaar. Hij tekent protest aan. Naar Saulus, die „ketterjager"? Dat nooit. Hij vreest en in zijn vrees verliest hij. het zicht op Christus. Alles in hem komt in verzet tegen wat God nu van hem eist. Naar recht had God Ananias nu van Zich moeten werpen als een onnutte dienstknecht, als een balsturige zondaar voor eeuwig moeten verdoemen. Maar — wonder van Gods genade — Ananias wordt niet verworpen. Hij mag evenals een Gideon, die zich ook niet opgewassen gevoelde tegen de taak die God hem oplegde, heengaan in 's Heren kracht. Zo wordt Ananias een middel in Gods hand tot de bekering van Paulus. Zo wil God ook nu nog eenvoudige en zondige mensen gebruiken in de dienst van Zijn Woord tot uitbreiding van Zijn eeuwig Koninkrijk. 

Na het zingen van Ps. 119 : 65 richt ds. van Bemmel zich achtereenvolgens tot zijn bevestiger, ds. Roelofsen, die hij in hartelijke bewoordingen dank zegt voor alles wat deze als mentor voor hem betekend heeft, tot de consulent, ds. Ooms van Leerdam, tot de vertegenwoordigers van Ring en Classis, tot de burgemeester van de gemeente, de afgevaardigden van de Geref. Theologen Studentenvereniging „Voetius", tot kerkeraad, kerkvoogden en notabelen, waarbij hij ook het overlijden van kerkvoogd van Diemen — een zware slag voor de gemeente en een zwarte schaduw over deze dag — memoreert, verder tot koster, organist, catechisanten en verenigingen en tenslotte tot br. Alderliesten van de wijkkerkeraad van Slikkerveer en tot zijn eigen gemeente.

Hierna wordt het woord gevoerd door de consulent, ds. Ooms, die ds. van Bemmel toewenst dat hij een arbeider zal mogen zijn in Gods Koninkrijk, die het Woord recht snijdt en gedragen door de liefde en het gebed van zijn gemeente, het zaad des Evangelies in de harten van degenen die aan zijn zorgen zijn toevertrouwd zal mogen uitstrooien. Ds. van Dijk van Leersum spreekt namens ring en classis en wijst er op dat God de harten moet bereiden en dat Hij daartoe gebruik wil maken van mensen, die het zelf niet kunnen, maar het van Hem alleen verwachten.

Vervolgens is dan het woord aan de heer Geluk, praeses van de Geref. Studenten Vereniging „Voetius", die o.a. wijst op ds. van Bemmel's grote verdienste voor de vereniging, speciaal in de tijd dat deze als lid van het bestuur werkzaam was. Na hem volgt de heer burgemeenster, die de hoop uitspreekt, dat de goede en vruchtbare samenwerking, die er altijd tussen kerkelijke en burgerlijke overheid in de gemeente geweest is, ook onder het pastoraat van ds. van Bemmel bestendigd zal blijven. Ds. Harkema uit Zeist neemt daarna als 5e spreker het woord. Hij verhaalt van de tijd dat ds. van Bemmel als vicaris hem tijdens zijn ziekte moest vervangen. „Er zijn banden van vriendschap gegroeid", zo betoogt hij, „en ik hoop dat deze vriendschap niet tot deze periode beperkt zal blijven". Een vraag, die ds. van Bemmel straks in zijn dankwoord bevestigend zal beantwoorden.

Tenslotte spreken dan nog br. Alderliesten uit Slikkerveer, die de gelukwensen van de wijkkerkeraad daar ter plaatse overbrengt en ouderling-kerkvoogd-voorlezer Van Toor, die o.a. de gemeente wijst op haar dure verantwoordelijkheid jegens God, nu Hij haar na een langdurige vacature, weer een eigen herder en leraar schenkt en die aan het slot van zijn toespraak de gemeente verzoekt te zingen Ps. 147 : 6.

Nadat ds. van Bemmel de verschillende sprekers in een kort dankwoord heeft geantwoord, bidt hij het Onze Vader en legt, na het zingen van Ps. 138 : 1, zijn zegen op de ge­meente.

Kockengen.

Woensdag 12 november j.l. vond de officiële ingebruikname plaats van de fraai gerestaureerde kerk alhier. De Hervormde gemeente van Kockengen mag thans een kerkgebouw bezitten, waarop men met recht trots kan zijn. Ongeveer vijfhonderdduizend gulden heeft deze restauratie gekost en men ontving alle steun van gemeente, provincie en rijk, maar ook de kerkelijke gemeente toonde zich buitengewoon offervaardig, een bedrag van ƒ 80.000, — werd bijeengebracht, waarbij in het bijzonder moet worden gememoreerd de activiteiten van ds. H. K. van Wingerden, thans te Harderwijk, vroeger te Kockengen, onder wie de restauratie-plannen tot uitvoering kwamen, die alom in de lande spreekbeurten vervulde met collecten voor de restauratie en die in de plaatselijke gemeente de stimulans was tot allerlei acties. Het spreekt dan ook vanzelf, dat kerkeraad en kerkvoogdij alsmede de gehele gemeente van mening waren, dat het haar vroegere predikant moest zijn, nl. ds. van Wingerden, die de eerste predikatie moest houden.

Nadat ds. A. O. Zijlstra als consulent de vele afgevaardigden hartelijk welkom had geheten alsmede de talrijke aanwezigen, die het geheel gevulde kerkgebouw vulden, sprak de consulent een woord van begroeting. Vervolgens werd door de secretaris-kerkvoogd de heer Nap een overzicht gegeven van het verloop der restauratie en sprak deze tevens een dankwoord uit aan allen, die aan de restauratie hadden medegewerkt. Vervolgens werd gelegenheid gegeven tot het aanbieden van de gelukwensen en werd het woord gevoerd door architect Ferd. B. Jantzen uit Amsterdam. H. van Galen Last namens Gedeputeerde Staten van Utrecht, de oud-secretaris van de gemeente Utrecht, dr. J. de Lange en jhr. mr. W. G. van der Wijck, als burgemeester van Kockengen. De stad Utrecht en de provincie Utrecht schonken elk een gebrandschilderd raam, de gemeente Kockengen eveneens, doch voegde er bovendien een nieuw electrisch torenuurwerk met verlichte wijzerplaten aan toe.

Daarna werd het woord gevoerd door ds. A. L. van der Smit van Maarssen namens Synode, classis en ring; ds. P. J. F. Lamens van Kamerik namens genabuurde gemeente Kamerik, die er op wees hoe gaarne de ringpredikanten altijd in Kockengen plegen voor te gaan gezien de belangstelling waarmee geluisterd wordt. Ouderling Fokkinga namens de Herv. Gem. van Breukelen, ds. R. J. van der Meulen namens de plaatselijke Geref. Kerk; en een afgevaardigde van de Vrouwenvereniging, die diverse resultaten memoreerde op rijm van het werk dezer vereniging voor de restauratie. Nadat door de presidentkerkvoogd de heer Cazant aan ouderling Nap de kanselbijbel was aangeboden en gezongen was Psalm 119 : 53, hield ouderling Nap een korte Schriftlezing. Na het zingen van Psalm 25 : 6 en 7, werd stilte gehouden en vond er klokgelui plaats, waaronder ds. H. K. van Wingerden met de dienstdoende ouderling thans het kerkgebouw betrad tot het leiden van een eerste kerkdienst. Ds. Van Wingerden had als tekst hiertoe gekozen Psalm 27 : 4: „Een ding heb ik van de Here begeerd; dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des Heren, om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen en te onderzoeken in Zijnen tempel." Op de hem eigene en vurige wijze ontvouwde ds. Van Wingerden deze tekst, daarbij er op wijzende, dat de gemeente niet mocht stil blijven staan bij een kerkgebouw, doch dat het belangrijkste is te mogen wonen in het Huis des Heren. Te mogen behoren tot dat volk, dat de lieflijkheid des Heren mag aanschouwen, dat te begeren, is het belangrijkste in het leven. Nadat gezongen  was Psalm 106 : 3, verlieten de talrijke aanwezigen het kerkgebouw, dankbaar voor het bezit van dit fraaie kerkgebouw en voor de aangehoorde predicatie van haar oud-leraar ds. Van Wingerden.

Onder de vele aanwezigen waren ook vertegenwoordigers van Monumentenzorg (Mr. Goedhart), de Minister van Onderwijs (vertegenwoordigd door Mr. Bijleveld) enz.

Breukelen.

D.V. 24 november zal te Breukelen opnieuw een stemming plaats hebben voor de verkiezing van ouderlingen en diakenen. De vorige stemming is ongeldig verklaard. Of nu opnieuw de gereformeerde candidaten zullen worden herkozen moet worden afgewacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's