Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Adventsmeditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Adventsmeditatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daarom zal de Here Zelf ulieden een teken geven: Ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren en Zijn naam Immanuël heten. Jesaja 7:14.

Wat gaat de tijd ontzettend snel, de eerste adventsweek is al weer aangebroken. Vandaar de keuze van onze tekst, waarvan we eerst een ogenblik het verband willen nagaan.

Tijdens de regering van Achaz, de koning van Juda, werd Jeruzalem en het huis van David met verderf en ondergang bedreigd. De vorsten van Syrië en Samaria hadden zich verbonden in strijd tegen het rijk van Juda. Donkere wolken pakken zich boven Jeruzalem samen als de legermachten van Rezim en Pekah zegevierend aanrukken om de zoon van Tataeal tot koning op Davids troon te verheffen. Er heerst in de stad een paniekstemming. En Achaz, de goddeloze nazaat van David, beeft.

In deze hachelijke tijd krijgt Jesaja van de Here opdracht om koning en volk te bemoedigen met de verzekering van een verlossing, welke even volkomen als wonderlijk zal 'zijn. Binnen afzienbare tijd zal de macht van Syrië ' en Samaria gebroken zijn. Blijkens het 4e vers noemt Jehova hen „twee staarten van rokende vuurbranden", dat is, ze zijn niet meer dan twee afgebrande stompen brandhout, die nog wel roken, maar geen brand meer kunnen veroorzaken.

Als de Here dus de verlossing aankondigt, roept Hij koning en volk op tot het vertrouwen op Zijn Naam. Waarschuwend klinkt het ernstig vermaan: „indien gij niet gelooft, zekerlijk, gij zult niet bevestigd worden". Jeruzalems behoud ligt alzo in de weg van geloofsvertrouwen.

Terwijl de profeet zich tot de koning begeeft, heeft hij op goddelijke last bij zich zijn zoon Schear-Jaschub, wiens naam betekent: , , een-overblijfsel-keertweder". Deze naam wijst enerzijds heen naar het gericht, dat over Juda komt, wanneer het in ongeloof volhardt; dan zal hét ondergaan. Maar ook anderzijds bevat het de belofte, dat er in de weg der bekering een overblijfsel zal zijn naar de verkiezing der genade, dat zijn behoud dankt aan Gods vrije ontferming in de weg des' geloofs.

De profeet vindt de koning bij de waterleiding van de opperste vijvers, die hij in verband met een mogelijk beleg der stad inspecteert. Daar op die publieke plaats, ten aanschouwe van een aangroeiende menigte, kondigt Jesaja de verlossing des Heren aan. En om Achaz in zijn vertrouwen op God steirn te bieden, wordt hem toegestaan zich een teken te kiezen ten waarborg, dat Jeruzalem niet wordt genomen. Een teken boven in de hemel of beneden op de aarde.

Een teken, een zichtbare aanduiding van een onzichtbare zaak.

De Here wil Achaz nog lokken mét Juda op de weg des behouds. Maar Achaz.... weigert onder vrome schijn een teken te vragen en zegt: Gij zult de Here niet bezoeken.

De profeet Jesaja krijgt hier dus een lesje van de goddeloze Achaz! Denk u het even in. De eigenlijke reden echter is, dat Achaz verward in de strikken van zijn ongeloof, reeds een keuze gedaan heeft; hij verwacht wel hulp ter verlossing, maar niet van de God des Verbonds, maar van de koning van Assyrië. Hij zocht zijn sterkte en troost niet in de beloften Gods.

In heilige verontwaardiging wijst de profeet op deze miskenning des Heren. Wijst Achaz de Here af, toch zal zijns ondanks, de verlossing komen als vrucht der genade Gods. Wil de koning geen teken kiezen, welnu, dan zal de Here Zelf een teken geven als zichtbare waarborg voor de vervulling Zijner beloften: , , Ziet, een maagd zal zwanger worden en zij zal een Zoon baren en Zijn naam Immanuël heten".

Immanuël — het teken van Jeruzalems verlossing.

Deze heilsaankondiging is hoogst belangrijk, niet slechts omdat ze heenwijst naar de verlossing van Juda in Jesaja's dagen, maar omdat ze met Immanuël de komst van Christus in het vlees bevat.

De Here, de God des Verbonds, stelt het teken bij uitnemendheid. Let er op, dat zelfs tot de goddeloze Achaz door Jesaja krachtens het verbond wordt gesproken van uw God.

Maar in weerwil van Gods genadige bedoelingen wendt Achaz zich van Hem af met minachting in zijn hart. Zeker, het zijn vrome woorden, waarmede hij het aangeboden teken afwijst, maar dat maakt zijn zonde zoveel verschrikkelijker. Onder een vrome schijn maakt hij zich van de Here af. En dat in een ure, waarin zijn troon waggelt, waarin het bestaan van zijn rijk op het spel staat.

De Here geeft een teken, een teken in Zijn eigen Zoon in het vlees. Simeon profeteerde: , , Deze wordt gezet tot een val en tot een opstanding voor velen in Israël en tot een teken dat wedersproken zal worden". Men zal zeggen: Hij is de Messias niet. Hij is geen Zaligmaker, wij willen Hem niet erkennen! Weg met deze!

Christus wordt gezet tot een teken. Gezet tot, d.w.z. als Teken moet Hij Zijn betekenis verkrijgen. Gij kunt, mijn lezer (es) , er niet aan voorbijgaan! Het teken van dit Teken draagt gij aan uw voorhoofd in uw doop. Gij kunt het zoeken te vergeten, of er ernst mee maken, maar het Teken is geplant, niet alleen als banier der volken, maar ook in uw persoonlijk leven. Gij kunt er niet neutraal aan voorbijgaan. Aanschouw dit Teken zoals de Israëliet, de dodelijk vergiftigde Israëliet, op zag naar de slang in de woestijn en genezen werd.

Alleen door het waarachtig geloof in Hem erkennen wij dit Teken in zijn betekenis en worden gered van zonde en verderf.

Hier is een mens, die onze natuur draagt, die vlees en bloed heeft aangenomen uit de maagd Maria en toch niet uit-vlees-geboren-is.

Uit een vrouw zou de Zaligmaker geboren worden; Hij zou opkomen uit de diepte van het menselijk geslacht.

Uit een vrouw is Hij geboren. Nu mag de kerk zingen: Hij is onzer één. Hij draagt ons vlees en heeft ons bloed.

Maar die vrouw is een maagd. Het kind zou geboren worden zonder toedoen des mans. Nu staat de Zaligmaker weer gans alleen, hoog uitstekend boven alles, wat uit een vrouw geboren is.

Hij is opgekomen uit de diepte van ons geslacht, maar tegelijk ook neergedaald uit de hoogte der hemelen.

Ziet een maagd zal zwanger worden en een Zoon baren.

Het geheim is opgelost, de belofte vervuld.

Kerstfeest zegt het ons, dat er een dag is, waarop God Zijn beloften vervult.

O mocht de Here in deze dagen het licht van Zijn Woord laten stralen over het wonder van Bethlehem. Hij leidt naar de kribbe door Zijn Woord en Geest. Die zo er komen mag, zinkt in aanbidding neer en doorleeft: Immanuël — God met ons.

Wondere naam, vol zaligheden, vol ook van verborgenheden. Wie Hem waarlijk Immanuël mag heten, die omhelst Hem als van God gegeven Zaligmaker. Die vindt in Hem als verlorene redding.

De hele wereld maakt zich zo straks weer op om kerstfeest te vieren en zal een ogenblik stil staan bij .de kribbe.

Maar zal het wonder gekend worden? Zullen wij door het wonder vertroost, gered worden, dan zullen we eerst door het wonder ontrust en benauwd worden. Het kind in Bethlehem is de enige en eeuwige Zone Gods, Die op aarde komt om de eis van Gods Wet te vervullen en te dragen de last van de toorn Gods tegen de zonde.

Tegen uw zonde.... tegen onze zonde. Daarom heeft Hij Zich zo diep moeten vernederen, omdat wij zo diep gevallen zijn. In de kribbe begint voor Hem de weg, die Hem zal voeren naar 't kruis. Geen andere weg was er, waarlangs de Zoon Zijn volk kon zalig maken dan deze lange, bange, diepe, donkere weg.

Aan Gods gerechtigheid moest worden voldaan. De zondaar moest sterven. .. voor eeuwig. Alleen het Wonder kan hier helpen. Maar van dat Wonder spreekt Bethlehem. Wat geen mens of engel ooit zou kunnen uitdenken, dat heeft God uitgedacht, bewogen door Zijn eeuwige liefde.

Er is een weg ontsloten ter behoudenis, niet ten koste, maar juist ter verheerlijking van Gods deugden.

O, 't kan niet anders, dicht bij Bethlehem wordt de onrust geboren. Het onherboren hart vreest en haat het wonder. Hoe gaan wij naar Bethlehem?

Daar wordt de rust geschonken — maar we komen er alleen door de onrust heen. De Here geve ons te vallen voor Zijn Woord onvoorwaardelijk, opdat Hij door Zijn Woord ons het Wonder openbare en door Zijn Geest het Wonder toepasse aan ons hart.

Wat zal het vreselijk zijn, als we op zo'n grote zaligheid geen acht hebben gegeven. Wat zal dat vreselijk zijn om langs Bethlehem te zijn heengegaan en in het eeuwig verderf te eindigen.

Onrustige harten. Hij komt als gij geen weg meer weet en in de knel geraakt. En als Hij komt tot u, dan kunt ge komen tot Hem en Hem volgen door de kracht des geloofs en verzegelt de Geest Zijns werk aan uw ziel.

De aanvechting, de worsteling des levens, innerlijke vermoeidheid des harten, kunnen ons zo eenzaam maken en zo verlaten ons doen gevoelen. Maar Immanuël, God met ons, in onze aanvechting, eenzaamheid en verlatenheid, maakt alles goed. Dan zijn we niet eenzaam noch verlaten. Wat kunnen we meer bezitten dan God met ons? Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn eeuwig alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Adventsmeditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1958

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's