Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE DORDTSE LEERREGELS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE DORDTSE LEERREGELS

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdstuk III/IV, art. 2.Zodanig als nu de mens geweest is na de val, zodanige kinderen heeft hij ook voortgebracht, namelijk hij, verdorven zijnde, verdorvene-, alzo dat de verdorvenheid, naar Gods rechtvaardig oordeel van Adam op al zijn nakomelingen (uitgezonderd alleen Christus) gekomen is, niet door navolging, gelijk eertijds de Pelagianen gedreven hebben, maar door voortplanting der verdorven natuur.

 

Daar zijn verschillende kerken. Het merkwaardige is, dat er niet weinig kerkgangers zijn, die nu eens bij de dominee van de ene kerk dan weer bij een predikant uit een andere kerk, opgaan om het Woord Gods te horen. Het schijnt, dat het verschil tussen kerken niet altijd betreft een principieel verschil in prediking. Maar nu zijn er ook richtingen. Tussen de richtingen is het verschil groter, dacht ik, hoewel er ook kerkgangers zijn, die dat verschil als bijkomstig beschouwen. Wat maakt het verschil tussen de richtingen uit?

Wij gaan hier in dit artikel geen antwoord op geven. Alleen merken we dit op, dat men bij de richtingen ook moet letten op hun belijdenis, gevoelen en prediking van de mens. Wat dunkt u van de Christus? Dat is een zeer belangrijke vraag. Wat dunkt u van de mens? Hét antwoord op deze vraag is ook zeer bepalend voor de prediking. In de regel heeft de niet-gereformeerde prediker in onze ogen een te optimistische kijk op de mogelijkheden in de mens. De leer van de vrije wil is wel door Luther, doch niet door allen, die roemen in de Reformatie, afgezworen. Daarom lijkt het ons wel goed, dat wij van alle kanten bekijken, wat de Hervormde Kerk daarvan in haar belijdenisgeschriften leert en in haar prediking behoort te verkondigen.

In artikel I is beleden, dat de mens totaal bedorven is. Vanwaar komt dan zulke verdorven aard des mensen? Uit de val en ongehoorzaamheid onzer eerste voorouders Adam en Eva in het paradijs, waar onze natuur alzo verdorven is geworden, dat wij allen in zonden ontvangen en geboren worden. Dat is bijbelse taal. De verdorvenheid van de mens wordt in het Oude en Nieuwe Testament met grote nadruk geleerd. Daar is eerst de val in het paradijs, waar het zondigen begint. Daar is de geneigdheid tot de zonde begonnen. Aan die neiging tot het kwaad helpt niets. God waarschuwde Kaïn zeer indringend, maar zelfs, deze waarschuwing sorteerde niet het minste effect. Kaïn blijft zich ook verder van God afwenden. Trouwens, dat deed heel de wereld ten tijde van Noach. , , En de Heere zag dat de boosheid des mensen menigvuldig was op de aarde, en al de overleggingen der gedachten zijns harten te allen dage alleen boos waren", (Gen. 6:5). Voigens de H. Schrift is dat na de zondvloed niet beter geworden. Heel de mensheid verzonk in afgoderij, wellust en overige zonden. Daar hielp niets aan. Al was Mozes in Israël, men formeerde toch een gouden kalf en gaf zich over aan Baäl-Peor. Hoe meer profeten de Heere zond, hoe erger de afgoderij werd in Israël. Daar deugt niets en niemand. De heidenen niet en de Joden niet. Wat de geschiedenis, beschreven in het Oude Testament klaar doet bemerken, beschrijft Paulus later met deze woorden: de gehele wereld is verdoemelijk voor God.

Ën de kinderen Gods dan, die de Heere tot een nieuw leven bracht? Zij hebben in David hun vertegenwoordiger en betuigen bij monde van hem en Daniël en anderen: daar deugt ook van ons niets. Wij zijn Gods gramschap dubbel waardig. Sommige mensen menen, dat het Nieuwe Testament zachter en aangenamer is voor de mens. Dan moet men Romeinen 3 maar eens lezen of Romelnen 7. Daar is niemand die goed doet en van nature is gelovige en ongelovige een slaaf der zonde. Wij zijn dood in zonden en misdaden. Wij zijn kinderen des toorns. Wij zijn zulk onwaardig en slecht maaksel, dat we bestemd zijn voor de poel des vuurs. Sommigen menen, dat in elk geval Jezus veel evangelischer over de mens oordeelde. Het is onjuist. Genesis 6 getuigt, dat de mens boos is. Jezus zegt: Gij die boos zijt (Luc. 11 : 13). Het is zo erg, dat uit het hart des mensen allerlei ongerechtigheid voortkomt (Marc. 7 : 11— 23). De mens is dood voor God en het goede. Daarom moeten de doden hun doden maar begraven. Van nature wandelt de mens op de brede weg en gaat ten verderve. Het zijn er slechts weinigen, een klein kuddeke van mensen, die hét zelf niet weten en niet kunnen, die de weg ten leven vinden. Vele anderen praten er wel over, doch zij weten er niets van. Zij hebben deze weg niet gevonden. Tenzij dat iemand wedergeboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. Het zijn dus niet enkele teksten, die van het algeheel verderf van het menselijk geslacht spreken. Heel de Schrift getuigt er van. Die algemene zondigheid, hoe is zij ontstaan? Adam en Eva zijn verdorven geworden door de val en hebben verdorven kin­deren voortgebracht. Wij plegen in dit verband te spreken van de erfzonde. Artikel XV van de Ned. Geloofsbelijdenis zegt daarvan: , , Wij geloven, dat door de ongehoorzaamheid van Adam, de erfzonde is uitgebreid geworden over het ganse menselijke geslacht, welke is een verdorvenheid der gehele natuur en een erfelijk gebrek, waarmee de kleine kinderen zelfs besmet zijn in hunner m'oeders lichaam en die in de mens allerlei zonden voortbrengt, zijnde in hem als een wortel daarvan".

Wat is hier bedoeld , met erfzonde? De aangeboren verdorvenheid, die de oorsprong is van onze dadelijke zonden. Is dit alleen een zaak van overerven, zoals soms een ziekte overerft? Neen, de erfzonde of erfsmet is een straf. Het is een straf van Godswege op de schuld der oer-rebellie van Adam. De zonde van Adam was beslissend voor heel het menselijk geslacht. Dus we hebben eerst de zonde van Adam, waardoor hij viel. Vervolgens krijgen we de onmiddellijke toerekening van deze zonde of de erfschuld. Het is immers de zonde van ons verbondshoofd. In hem vormt het menselijk geslacht een eenheid van leven, doch ook een verbondseenheid. Wij gaan niet beredeneren, hoe we dit verklaren , moeten, dat de eerste zonde van Adam ons wordt toegerekend. Zo heeft God het gewild en dat is genoeg. De toerekening bevat een verborgenheid. Iemand schreef: , , op welke wijze de zonde van Adam tot op latere geslachten doorgaat, moet liever geloofd worden dan kritisch onderzocht, en kan verder gemakkelijker kritisch onderzocht worden dan begrepen, en tenslotte ook nog beter begrepen worden dan uitgelegd." Bavinck schijft: , , De' leer van de erfzonde is een van de gewichtigste, maar ook een van de moeilijkste onderwerpen der dogmatiek". Bij Augustinus vinden we: , , Daar is niets zo duidelijk om te preken dan de erfzonde, daar is ook niets zo verborgen om te begrijpen". Van Pascal is het woord: „Het is een wonderlijk iets. Het geheimenis waar wij het minste van begrijpen nl. de overerving van de zonde is een zaak zonder welke wij geen enkele kennis van onszelf kunnen hebben. Want hét valt niet te betwijfelen, dat er geen zaak is, die meer ons verstand schokt dan te zeggen, dat de zonde van de eerste mens tot schuldigen heeft gemaakt, die helemaal onmogelijk daaraan deel kunnen hebben, omdat zij van deze bron zo ver verwijderd zijn... en toch, zonder dit geheimenis, het onbegrijpelijkste geheim van alle geheimen, zijn wij onbegrijpelijk voor onszelf. De wezenskern van onze staat en toestand begint zijn kronkelingen en omgangen in deze afgrond, , zodat de mens nog ondankbaarder is zonder deze verborgenheid dan dit mysterie onbégrijpelijk is voor de mens".

De erfzonde verklaart alles behalve zichzelf. En zo is daar voor ons de schuld en de straf. Tot de straf behoort de totale verdorvenheid. Het is Gods straf, dat die verdorvenheid op al de nakomelingen van Adam overgaat. Wat behelst deze verdorvenheid? Twee zaken. Daar is eerst het verlies van de oorspronkelijke gerechtigheid en dan niet minder de kwade begeerlijkheid. De oorspronkelijke gerechtigheid bestond in kennis, gerechtigheid en heiligheid. In het binnenste van de mens was een lust tot het goede en een kennis van het goede. In het hart van Adam kwam geen enkele boze lust of gedachte op, maar rusteloos weenklonk daarin het lied van lof en liefde voor God. Detze oorspronkelijke gerechtigheid is er uit. Het omgekeerde is er. En dat verlangen naar het kwaad is zonde.

Hier is een verschil tussen de Reformatie en Rome. Rome is hoe langer hoe meer gaan leren, dat de boze lusten op zichzelf ons niet schuldig stellen. Als de lust, de begeerte maar bestreden wordt en het kwaad niet gedaan, is er niets aan de hand. Rome denkt bij de begeerlijkheid ook wel wat al te veel aan de zinnelijke lusten, bijzonder de geslachtsiust. Deze stelt echter niet schuldiger dan andere lusten. Maar zodra de honger een lust wordt om te stillen, en de gelddorst een lust om te bedriegen en de geslachtsdrift een lust om te hoereren, op enlgerlei wijze is de begeerlijkheid zonde. En die begeerlijkheid kan ook uitkomen in een begeerte om heiliger te heten dan een ander, een grotere naam te hebben van bekeerd te zijn of wat ook. De Reformatoren hielden staande, dat de boze lusten als zodanig ons reeds schuldig stellen voor God. We hebben dus dit, dat de Reformatorische theologie zeer pessimistisch over de mens denkt. Niét alleen, dat hier van het beeld Gods veel minder is overgebleven dan bij Rome, maar ook rekenen wij de boze begeerlijkheid van de mens tot schuld. Hij wil als God zijn in alles. Het is ook niet alleen de zinnelijke begeerte. De oude dogmatiek onzer vaderen uit de 17e eeuw zegt: , , Met de naam vlees en begeerlijkheid heeft de Apostel de verkeerdheid aangeduid, die tot alle zonde prikkelt".

Naar Gods rechtvaardig oordeel.

God rekent ons de zonde van Adam toe. Waarom is dit rechtvaardig? Misschien kunnen we het beste antwoorden: omdat de rechtvaardige God het doet. En vervolgens: omdat wij in een verbond met Adam stonden en hij ons verbondshoofd was. Allen schuldig door één. Dat is het Goddelijk beginsel. De zonde van Adam wordt ons niet toegerekend, omdat wij verdorven ter wereld komen, maar wij komen verdorven ter wereld, omdat de zonde van Adam ons is toegerekend. De Remonstranten leren dat men eigenlijk niet zeggen kan, dat de erfzonde in zichzelf genoegzaam is om het ganse menselijk geslacht te verdoemen. De Leerregels zeggen daartegen in: „, Deze wederspreken de Apostel, die daar zegt: Door èèn mens is de zonde in de wereld ingekomen en door de zonde de dood". En ook: , , De schuld is uit èèn misdaad tot verdoemenis". Dit moet rechtvaardig zijn. Want al wat God doet is rechtvaardig. Julius Muller heeft gezegd, dat wij mensen - alleen schuldig gesteld kunnen worden als er een wilseenheid is tussen Adam en ons. Voor mij is het genoeg, dat God uit ene misdaad de verdoemenis over allen deed komen. Maar ook deze wilsdaad is er. Ieder mens is het van harte met Adam eens en kiest tegen God. Wij willen allen met Adam als God zijn.

Christus heeft geen erfzonde.

De Schrift zegt, dat onze Heere Jezus Christus ons in alles gelijk geworden is uitgenomen de zonde. Hij is ontvangen van de Heilige Geest. Hij is niet uit de wil des mans geboren. Hij heeft Zichzelf een lichaam toebereid. Dat de man bij de ontvangenis uitgesloten is, bewerkte, dat Christus niet in het werkverbond begrepen werd en zo vrij bleef van erfschuld en erfsmet, door de werking des Heiligen Geestes. De Persoon van Jezus was niet uit Adam, doch uit God. Hij kon zeggen: Eer Abraham was, ben Ik. Jezus is niet zondeloos omdat Hij ontvangen is door de Heilige Geest, maar omdat Hij reeds .bestond, kon de Heiland alleen door deze ontvangenis in het vlees zijn en blijven. Jezus kon niet zondigen. Hij was zonder erfschuld en erfsmet.

Maar nu Pelagius nog. Die bewaren we voor een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 1959

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE DORDTSE LEERREGELS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 1959

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's