Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wij doen niet recht, wij zwijgen stil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wij doen niet recht, wij zwijgen stil

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 Koningen 7: 9

Het is mij niet bekend of met opzet de najaarszendingsweek zo dicht na de Hervormingsdag van 31 oktober is geplaatst. In elk geval is het wel een gelukkige omstandigheid, die ons wat te zeggen heeft.
Het apostolaat of zendingswerk der kerk krijgt hier een duidelijke achtergrond en fundament. Vanuit de bevrijding van het Roomse juk, kunnen we ook anderen dan oproepen te leven in die vrijheid, los van de banden van afgoden in velerlei vorm. Een passende vergelijking is het, wanneer we de aanhef van de decaloog doen klinken over deze gebeurtenis der kerkhervorming. Verschillenden hebben hier al op gewezen. Echter niet zo vaak heeft men in dit verband het eerste gebod ook zijn plaats gegeven. Evenals de bevrijding uit het diensthuis der slavernij ons vermaant nu geen andere godheden en grootheden naast de Verlosser te hebben, moet toch de reformatie de zending als gevolg hebben. De daad der dankbaarheid is toch niet vrijblijvend of bijkomstig.

Analoog hiermee is de geschiedenis, waaruit bovenstaande woorden zijn geciteerd. Deze bekende geschiedenis wijst voorzichtige, maar duidelijke lijnen ook voor het huidige apostolaat der kerk.

Hier wil geen exegese gegeven worden, maar alleen enkele opmerkingen over de omstandigheden uit die geschiedenis en de tegenwoordige zendingssituatie.

De toestand van Samaria en Joram is te karakteriseren door de woorden: beleg, honger en onzekerheid, het laatste dan als onzekerheid over de trouw van God. Wie iets meer van de situatie voor de hervorming afweet, kent ook daar deze zaken: de benauwenis, waar ook de renaissance zich tegen verzette, de honger naar het verstaanbare Evangelie en de systematische onzekerheid van het persoonlijke heil.

Uit deze ellende werd Samaria en de Kerk verlost. Door God op Zijn wijze, zodat de bekendmaking nu moet volgen.

Dan komen de vier melaatsen in het vizier, die als eersten de verlossing ervaren, maar er tamelijk snel al te menselijk op reageren: stelen, verbergen, oppotten, anderen onthouden. Een summier beeld van de kerk in de natijd der reformatie.

Maar in vers 9 begint de onderlinge vermaning, zoals ook in de kerk wij elkander moeten vermanen en herinneren aan het ontvangen woord.

Het is hier niet mogelijk de hele inhoud van deze goede, blijke boodschap in al zijn stadia uiteen te zetten. Evenals het woord verlossing raakt het vele lagen van leven en hart.

De overwegingen, die het onderling beraad en vermaan aanvoert, zijn wel nuttig voor ons. Ook voor de zending van vandaag.

Wanneer de goede boodschap verzwegen wordt, zijn we niet recht, verre van rechtvaardig, kunnen we niet recht staan voor God. Het Evangelie van Christus' gerechtigheid moet zo diep in ons zitten, dat we er niet alleen God op aanspreken, maar er anderen ook van moeten spreken.

Verder mag de nacht geen belemmering daarvoor zijn. De nacht is niet de beste tijd voor een boodschapper, de moeilijkheden zijn vele en de toegesprokenen staan niet klaar. Maar de melaatsen spreken over deze nacht als een dag, een dag van blijde boodschap. Wie eens de situatie in Indonesiƫ en op Celebes duister heeft genoemd, of zelfs gezegd heeft, dat de nacht daar is gevallen, moet deze houding van de melaatsen eens overnemen. Ook al is de toestand moeilijk, duister, de boodschap van de verlossing moet gebracht worden. Voor ons is deze nacht toch ook dag.

Het zou de melaatsen niet al te zeer kwalijk te nemen zijn, wanneer een zekere wrok bij hen was tegen de inwoners van de stad. Zij waren uitgestotenen, zelfs tijdens de bezetting moesten ze buiten de muren rondzwerven. Toch weerhield hen dit niet, om juist aan deze mensen die blijde boodschap te brengen. Dat heil overtreft aversie, geraaktheid en zelfs onrecht. Maakt u zelf de toepassing? Deze overweging van de melaatsen wordt niet genoemd in 2 Koningen 7, maar leeft ze bij ons ook niet vaak onuitgesproken?

Waarschijnlijk hebben de melaatsen elkaar ook wel eens aangekeken: moeten wij als melaatsen die boodschap brengen? Waar is de krachtig gebouwde, frisse heraut, die bij zo'n goede boodschap past. In het Koninkrijk van God is de boodschap wel goed, maar de boodschappers vallen er bij in het niet, geschonden mensen, maar vervuld, vol als de melaatsen. Het is wel eens onze neiging daar heel lang, te lang bij stil te staan. Wanneer de melaatsen voor Samaria dat ook gedaan hadden, was het niet goed gegaan. Dat wisten ze, want ze zeggen in onderling beraad, dat ze niet vertoeven, niet wachten mogen. Het leven van velen hangt er van af.

Daarom ook in de duisternis op pad, wij mogen niet eens in de zending de zaak nog eens even aanzien, betere tijden afwachten, wij mogen zelfs in de nacht niet vertoeven. Het leven van mensen is er mee gemoeid.

Wanneer dat beraad onder ons anders uitvalt, dan moeten we lezen, dat op het wachten en vertoeven straf staat, de ongerechtigheid zal ons vinden. Zo wordt na de hervorming de zending een dringende zaak, die geen liefhebberij toelaat. Niet als de gelegene tijd er is, maar nu, vertoef niet, de nacht is voor ons toch tot dag geworden?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1959

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Wij doen niet recht, wij zwijgen stil

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1959

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's