Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

13 minuten leestijd

Beroepen te:

Leens en Zuurdijk, vic. F. J. C. Helder te Dalem — Stockholm (Ned. Prot. Gem.), A. van der Ven te Rozendaal (Geld.) — Amsterdam (Amstelkerkgem.) (vac. dr. J. Kooy), J. W. van Kooten te Amsterdam (Oosterkerkgemeente) — Waddinxveen, G. M. van Dieren te Ede — Werkendam J. den. Hoed te Tholen — Amsterdam, Ph. W. Bergkotte te Oosterbeek.

Aangenomen naar:

Lunteren (toez.), K. v. d. Pol te Veenendaal — Wijk bij Heusden, J. den Hoed te Tholen, die bedankte voor Werkendam — Zandeweer en Eppenhuizen (toez.), vik. G. D. Harmsen te Rotterdam-Crooswijk — Leeuwarden, R. Bos, voorheen te Driebergen — Spijkenisse, M. G. L. den Boer te Chaam — benoeming tot predicant-directeur van het zendingshuis te Oegstgeest, H. K. J. Jonkman te (Nieuw Beerta — Sneek, als pred. voor bijz. arbeid (toez.), (werk onder vrije, hervormden), J. J. Kalma te Lekkum.

Bedankt voor:

Hoevelaken, P. J. F. Lamens te Kamerik — Rijssen, Jac. Vermaas te Veenendaal.

Ds. W. Bieshaar emeritus.

Met ingang van 1 september is aan ds. W. Bieshaar, hervormd predikant te Vriezenveen, op diens verzoek vervroegd emeritaat verleend, in verband met blijvende ongeschiktheid om zijn dienstwerk te verrichten.

Ds. Bieshaar is 57 jaar en verbond zich op 22 juli 1956 aan de gemeente te Vriezenveen.

25ste Zendingssamenkomst voor het Gooi en omstreken

uitgaande van de vereniging „De Gooise Zendingsdag, D.V. op dinsdag 7 juli 1960 des avonds om 7.30 uur in de Oude Kerk te Huizen.

Sprekers: ds. G. H. v. Kooten van Huizen; ds. J. Zwijnenburg van Oldebroek; ds. J. van Sliedregt van Baarn en ds. J. H. Cirkel van Huizen.

Geslaagd.

Aan de Rijksuniversiteit te Utrecht zijn geslaagd:

voor het kerkelijk examen:

kand. J. Hiensch te Veenendaal;

kand. J. M. de Raad te Hei- en Boeicop;

kand. L. W. Koppenhol te Rijswijk;

kand. H. Jagersma te Bennekom.

voor het kand. ex. theologie:

kand. Th. v. d. End te Hoogeveen (cum laude);

kand. J. Gebraad te lerseke;

kand. J. H. v. d. Bank te Veenendaal;

kand. T. van 't Veld te Nijkerk;

kand. B. Duisterhof te Meteren;

kand. R. J. v. d. Hoef te Lunteren.

Zwijndrecht.

Door de kerkeraad en het bestuur van de afdeling van de Geref. Bond is heit volgende besloten: Voor 1961 zullen vanwege de kerkeraad Herv. Ger. Predikanten worden uitgenodigd om een beurt in de kerk op zondag te vervullen. Dertig beurten zijn toegezegd. De afdeling staakt de weekbeurten.

Zendingsmiddag.

Gecombineerde zendingsmiddag uitgaande van de Geref. Zendingsbond op zaterdag 2 juli te half drie op het terrein van de V.G.L.O.-school aan de Wilhelminastraat te Ouderkerk a.d. IJssel.

Sprekers: ds. R. T. Huizinga, te Ouderkerk a.d. IJssel, openingswoord; „Goede uitdelers"; ds. D. J., van Dijk te Nieuwerkerk a.d. IJssel: „Een vruchtbare prediking"; ds. D. van den Ent Braat te Monster: „Trekkende liefde"; ds. C. van den Bosch te Bodegraven: „Een wonderlijk zendingsgebed"; ds. J. Blok te Capelle a.d. IJssel slotwoord: „Het eindresultaat".

Medewerking wordt verleend door het jeugdmuziekcorps „Harpe Davids" te Slikkerveer. Er zullen handerken worden verkocht ten bate van de G.Z.B.

In memoriaim ds. D. J. v. d. Graaf.

Ds. L. Kievit van Putten schreef in „Woord en Dienst" het volgende „In memoriam" aan zijn oom:

De naam roept het beeld op van een predikant van de oude stempel. De jaartallen (1889 —1960) spreken van de leeftijd der sterken. Het ene geslacht gaat... Dirk Jacob van de Graaf werd in Papendrecht geboren, hij is zijn leven lang een Zuid-Hollander gebleven in hart en nieren; heel dicht bij zijn geboorteplaats is hij gestorven: in Wijngaarden, een dorpje, dat wat verscholen ligt in de wijde en groene Alolasserwaard.

Eigenlijk was hij, veelbelovend leerling van het gymnasium, bestemd voor de advocatuur of het notariaat; hij was er ook geknipt voor. Maar als jongeling werd hij in het hart gegrepen, en tot het ambt geroepen, door die God, Die Zegt: Mijn raad zal bestaan en Ik zal al Mijn weltoehagen doen. De raad en het welbehagen Gods, daarvan kwam hij diep onder de indruk, zijn predikking werd daardoor gekenmerkt, en ook zijn levensgang werd daaruit verklaard. Het is ovenbodig te vermelden dat deze man Calvinist was!

Zijin ambtelijkie loopbaan begon hij in Nieuwpoort, om hem te vervolgen in Raamsdonk, Ridderkerk, Ede, Schoonhoven, Vinkeveen, Leerbroek; na zijn emeritaat werd hij hulp in het pastoraat in Wijngaarden. Twee collega's praatten over zijn heengaan. De een zei: Hij. deed het in die gemeente goed; waarop de ander antwoordde: hij. deed het in al zijn gemeenten goed. En dat was ook zo. Waardoor dat kwam'? Hij was predikant, hij leefde in zijn ambt, hij diende en leidde de gemeenten met grote ijver en grote trouw. Velen zullen er met dankbaarheid aan terugdenken.

Zeventig jaren en wat nu? Toen hij aan zijin afscheidspreek werkte, overviel hem de benauwdheid, die zijn lichaam nog een week lang teisterde; toen bezweek zijn hart. Hij behoefde, zei de ouderling van Wijngaarden, geen afscheid van ons te nemen, wij moeten afscheid van hem nemen. Zo beantwoordde God de vraag: wat nu?

De gehele gemeente leefde mee, en vele ambtsbroeders en veel gemeenteleden van vroeger, waren bij zijn uitvaart tegenwoordig. De rouwdienst werd in Wijngaarden gehouden; hij werd in Raamsdonk begraven bij zijn eerste vrouw, wier heengaan vóór veertig jaren, zo''n grote slag geweest was. Ais een gebroken man had God hem staande en gaande gehouden, door het woord: gij hebt mijn rechterhand gevat; Gij zult mij leiden door uw raad en daarna zult Giji mij in heerlijkheid opnemen? En God maakt Zijn Woord waar!

In de laatste week van zijin leven viel alles weg en mocht Christus overblijven, als het Lam dat staat, als geslacht, In het midden van de troon. Vóór die troon is ook Dirk Jacob van de Graaf verschenen om er het loon van- een getrouwe dienstknecht in ontvangst te nemen. Het loon uit genade.

Wezep-Poortvliet.

Van Wezep naar Pooartviiet is een hele reis. Ds. J. van Dijk heeft deze reis ondernomen en volbracht. Daarom preekte hij op zondag 12 juni afscheid van de gemeente Wezep en sprak daar over de kerkvraag van de Reformatie: Hoe zijt gij rechtvaardig voor God? Het antwoord: Alleen door een waar geloof in Jezus Chrisitus, werd uitvoerig aan de gemeente verklaard.

Het afscheid van de gemieente en de kerkeraad was er een van gemengde gevoelens. Gemengd, omdat enerzijds veel hartelijkheid was ondervonden, anderzijids werd geconstateerd, dat niet allen zioh van hun schuldige plicht hadden gekweten. De kerkeraad werd op het hart gebonden, dat de gemeente voor één predikant veel te groot was en de bearibeiding daarom tekort moest schieten. Toegesproken werden verder de hulpprediker, de eerw. heer M. Bos; organisten en koster.

De toespraken werden beantwoord door ds. Van de Wiel uit Elburg namens de Classis, de heer Bos als hulp in de gemeente Wezep en de consulent ds. Cazander namens de kerkeraad. Toegezongen werd Psalm 121 : 4.

De volgende zondag, 19 juni, werd de vacature in Poortvliet vervuld. Deze was ontstaan door het vertrek van ds. C J. P. Lam naar Luteren. Bevestiger was ds. J. T. Doornenbal te Oene. Tekst was Jes. 63 : 6, 7: O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld, die gedurig al de dag en al de nacht niet zullen zwijgen. O gij, die des Heeren doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij ulieden wezen! En zwijgt niet stil voor Hem, totdat Hij bevestige,  en totdat Hij Jeruzalem stelde tot een lof op aarde.

Op de hem eigen wijze heeft ds. Doornenbal een treffende prediking gegeven over de taak en de roeping van de wachers in deze tijd, door God gesteld over de gemeente.

's Middags had in een overvolle dienst de intrede plaats. Ds. Van Dijk had tot tekst: Psalm 27 : 1: De Heere is mijn Licht en mijn Heil; voor Wie zou ik vrezen? De Heere is mijn levenskracht; voor wie zou ik vervaard zijn?

Toespraken volgden tot B. en W., de bevestiger, de consulent ds. J. den Hoed van Tholen, vertegenwoordigers van de Classis, ringcollega's, die bijna allen tegenwoordig waren., afgevaardigden van andere kerken en andere colleges en personen. Al deze toespraken werden beantwoord. Toegezongen werd Psalm 20 : 1.

Arminius.

Onder de titel „Mild en streng" - wijdt het „Friesch Dagblad" (Chr. Nat.) een artikel aan het feit, dat Armlniuis 400 jaar geleden werd geboren, de man die de .gereformeerde leer van de praedestinatie bestreed:

„Het is merkwaardig: , dat nog altijd allerlei commentaren de zaak uiterst eenvoudig stellen. Net als in de vorige eeuw. Net als in de meeste sohoolboeken, die neutraal proberen te zijn. Arminius is dan de man van de mildie opvaittingen en Gomaris en al zijn medestanders, Bogerman natuurlijk vooral, zijn de lieden van het strenge gevoelen. Mild en streng, dat is dan de tegenstelliing, en de strengiheid zegeviende en de mildheid werd onderdrukt. Wat dan ook weer geen wonder is, want het waren harde tijden. En eerst in later tijd zou er een klimaat komen, waarin het milde gevoelen werd aanvaard of in elk geval gewaardeerd.

Nu moet men niet menen, dat Arminius vrijzinnig was in de moderne zin van het woord. Die Remonstrantse Biroedersdiap van vandaag is uitgesproken, vrijzinnig, maar de opvattingen van die kerkgemeenschap zijn niet dezelfde als die van Arminius. Hij zou zich b.v. beslist hebben verzet tegen loochening van het eeuwige zoonschap van Chrisitus, zoals dat bij. de remonstranten van tegenwoordig heel gewoon is.

Het gaat bij het hanteren van de termen mild en streng ook niet om de personen, al menen sommigen, dat het onbegrijpelijk is: Jacobus .Revius, de dichter van passiesonetten als: Hy droech onse smarten, en tegelijk een strijdbaar contra-remonstrant. En mannen als de remonstrant Episcopius waren allerminst zachtzinnige wederpartijders.

De termen streng en mild worden bedoeld als aanduidingen van de gevoelens ter wederzijde. En tegen het hanteren van die termen juist in die zin hebben wij bezwaar. Heel de worsteling, die toen is gevoerd, en waar het volk zo intens aan deelnam, ging over de vraag: wat leert de Schrift? Welk gevoelen is met de bijbel in overeenstemming of in strijd? En dan geloven wij, dat Arminius ongelijk had. Zijn vrees, om op enigerlei wijize God te beschuldigen om het verloren gaan van zondaren, leidde hem ertoe een constructie te beproeven, die tegenover de Schrift geen stand kan houden en die tekort doet aan het soevereine welbehagen Gods. Zij tracht de gelovige iets te onthouden, dat tenslotte toch de volle verzekerdheid des geloofs zou moeten geven, nl. het vertrouwen, dat God zijn werk, ook zijn werk aan en in zijn kind, nooit laat varen. Er is in die belijdenis van het verkiezende werk Gods de grote vastheid en het onwrikbare vertrouwen, dat de Heere de Zijnen niet verlaat. Vandaar die grote troost van het: Door U, door U alleen om 't eeuwig welbehagen. Het is de milde liefde Gods, dat Hij zulke dingen aan zijn kinderen geeft. Daarom is het beter, de grote vraagstukken, die hier aan de orde zijn, niet af te doen met de termen mild en sitreng.

Uit Trouw

Bevestiging en intrede ds. G. Boer.

Huizen — zondag 26 juni jl. werd de gemeente opnieuw verblijd met de overkomst van een. nieuwie herder en leraar. Ditmaal was het ds. G. Boer, gekomen van Lunteren, 'die 's morgens in de Nieuwe Kerk werd bevestigd door de consulent van wijkigemeente C, ds. J. H. Cirkel. De bevestiger had als tekst gekozen Joh. 21 : 1 en 7a: „Na dezen openbaarde Jezus Zichzelvien wederom den discipelen aan de zee van Tiberias. En Hij openbaarde Zich aldus: ... De discipel dan, welken Jezus liefhad, zeide tot Petrus: Het is de Heere!" Het thema van de preddfeing was: de openbaring van Jezus als Heere door de wonderbare visvangst. Christus openbaart Zich als de Heere die over alles en aüen beschikt, zowel over de vissers, als over de vissen en het visnet. Ds. Cirkel trok de parallel tussen het aanvankelijk met lege handen staan van de vissende discipelen , en de dienaren des Woords die zelf met lege handen staan en daarom alles van Christus verwachten. Die voor alles zorgt, ook dat het net vol komt en toch niet scheurt, zodat wij vol dankbaarheid voor alle gaven uitrioepen: „Het is de Heere!" Na de bevestiging sprak ds. Cirkel een persoonlijk woord van welkom, waarin hij er op wees, dat de overkomst van ds. Boer de verhoring was van vele gebeden.

's Middags om 3 uur deed ds. Boer intrede in de Oude Kerk met de woorden, van Jes. 50 : 4 en 5: „De Heere HEERE heeft Mij een tong der geleerden gegeven, opdat Ik wete met den moede een woord ter rechter tijd te spreken; Hij wekt allen morgen; Hij wekt Mij het oor, dat Ik hare, gelijk die .geleerd worden"". Hij begon met er op te wijzen, dat de Knecht des Heeren hier spreekt. Wanneer men zich afvraagt wie Hij is, dan moet het antwoord luiden: Christus, en in Zijn gevolg ook alle getrouwe gemeenteleden .en voorgangers. In tegenstelling tot de valse profetie, die met het Woord Gods knoeit en er eigen gedachten in brengt, spreekt de Knecht niet Zijn eigen woorden, maar is het Hem alleen om de eer van God te doen. Wanneer de dienaar des Woords ja zegt op de roeping van Godswege, dan kan hij dat alleen doen, ziende op deze getrouwde Knecht. De tong, dat gevaarlijke lid, wordt bekwaam gemaakt om tot de vermoeiden te spreken. Tot deze vermoeiden behoren ook diegenen, die zichzelf een weg tot Christus pogen te toanen, maar ondanks het feit .dat zij hun vermoeidheid dus aan zichzelf te wijten hebben, zoekt Christus hen op. Deze zielzorg, een woord ter rechter tijd te spreken, behoort ook de taak van de dienaar .des Woords. Het vervolg van de tekst geeft aan, hoe deze zielzorg mogelijk wordt: God wekt het oor van de Knecht. Zo wekt Hij ook tot oor van de dienaar des Woords, opdat hij de gemeente in de .predildng antwoord kan geven op hun bange vragen. De gemeente heeft dan ook boven alles behoefte aan een luisterende dominee. De vrucht van dit horen is, dat de Knecht blijft staan, waar Hij staat: Christus stond zó met het Woord en allen waren tegen Hem. Ook de dienaar kan met het Woord geen uitwijkpogingen maken. Paulus zegt: wee mij, indien ik het evangelie niet verkondig! Hoe erger de tegenstand wordt, hoe meer het gelaat van de Knecht verstrakt, straks wordt het zelfs als een keisteen. Maar Hij staat! Hem tegenstand bieden is belachelijik. Levert uw wapens maar aan Hem uit, want Hij is goedertieren! Ds. Boer eindigde met te zeggen, dat Hij gekomen was om de gem'eente te waarschuwen én om veel goeds van deze Koning te zeggen.

Aan het eind van de dienst richtte ds. Boer zich o.a. tot het Gemeentebestuuir, .de vertegenwoordigers van .de Geref. Kerk en de Chr. Geref. Kerk, de Classis en de - Ring, .ds. Cirkel, ds. Van Sliedrecht en ds. Van Amstel, de Herv. Jeugdraad, het H.G.V.V. en in hen tot de gehele jeugd. Ouderling H. van Slooten sprak ds. Boer toe namens kerkeraad en gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's