Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Dordtse LEERREGELS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Dordtse LEERREGELS

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat er velen, door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, niet komen en niet bekeerd worden, daarvan is de schuld niet in het Evangelie, noch in de Christus, door het Evangelie aangeboden zijnde, noch in God, die door het Evangelie roept en zelfs ook die Hij roept, onderscheiden gaven meedeelt; maar in degenen die geroepen worden; van welke sornmigen, zorgeloos zijnde, het Woord des levens niet aannemen; anderen nemen het wel aan, maar niet in het binnenste huns harten en daarom is het, dat zij, na een kortstondige blijdschap van het tijdelijk geloof, wederom terugwijken; anderen verstikken het zaad des Woords door de doornen der zorgvuldigheden en wellusten der wereld en brengen geen vruchten voort; hetwelk onze Zaligmaker leert in de gelijkenis van het zaad (Matth. 13).

HOOFDSTUK III / IV

Artikel 9

Allen worden geroepen, die het Evangelie horen, velen komen niet. Waarom niet? Dat is het onderwerp van artikel 9.

Allen worden geroepen tot Christus om zich in de weg van bekering en geloof te laten zaligen. De Heere Jezus is een groot Koning. Maar het is niet gelijk bij aardse koningen, dat men veel aanvragen moet indienen om tot een audiëntie toegelaten te worden. Tot de Heiland mag ieder zondaar komen. Natuurlijk heeft het geen zin te komen zonder vernedering des harten. De Heere Jezus schenkt de zaligheid niet aan rechtvaardigen in eigen oog. Hij schenkt ze ook niet aan hen, die in de zonde en in de wereld willen bhjven. Het is niet waar, dat de Heere Jezus ieder roept om zich aan Hem toe te vertrouwen, zonder bekering. Dan zou een dronkaard door kunnen gaan met drinken en zeggen: ik ben verlost om deze gruwelen te doen.

Als men bij het komen tot Christus niet van beide: bekering en geloof spreekt, verliest men het Evangelie uit het gezicht.

Maar aan de andere kant roept de Heere Jezus allen, die een Verlosser en Zaligmaker nodig (weten te) hebben en bereid zijn alles te verlaten om Hem te volgen.

En toch komen de meesten niet. Wonderlijke zaak. God heeft een hemel gemaakt. Hij geeft bevel ieder te nodigen tot de heerlijkheid van dit nieuwe paradijs. Velen komen niet. En toch is het niet anders dan rijkdom, vreugde, vrede, erechtigheid wat in dit eeuwige feest begrepen is. 

Waarom komen de meesten dan niet? De Heere Jezus sprak: Gij hebt niet gewild.

Waarom willen de meesten niet? Zegt u het eens. Wat willen zij niet? Zjj willen niet de wereld verlaten, hun oude natuur doden en in een nieuw godzalig leven wandelen. Zij willen niet bekeerd worden. „Maar Mijn volk wou niet naar Mijne stemme horen". Wat zegt dat volk tot God? Wijk maar van ons, want in de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust (Job 21 : 14). Er is dan ook niemand die God zoekt (Rom. 3). Er is ook niemand die goed doet. „Vemieling en ellendigheid is in hun wegen". Dat is dan ook in beginsel het enige waar een mens lust in heeft. Maar niemand komt tot Christus en niemand wil bekeerd worden uit en van zichzelf.

Waar ligt dit nu aan? Aan onze geheel verdorven natuur. Het ligt dus niet aan het Evangelie. Dat sluit niemand uit. Het Evangelie bevat de belofte, „dat een iegelijk, die in de gekruisigde Christus gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe".

Wat is geloven? Geloven is Christus omhelzen en zich zo aan Hem toebetrouwen. Het is dus een loslaten van alles, omhelzen van Christus en de vrucht daarvan is het eeuwige leven.

Deze belofte mag alle volken en alle mensen verkondigd worden zonder onderscheid. Aan een ieder moet deze belofte worden voorgesteld met bevel van bekering en geloof. Het bevel Gods om het Evangelie te prediken moet geheel ernstig genomen worden. Wat God wil doen als de hoorders weigeren komt hier nog niet ter sprake. Bij de verkondiging van het Evangelie wordt niemand uitgesloten. Voor ieder geldt het. Wilt ge de wereld en de zonde verlaten, wilt ge vergeving van zonden hebben, dorst uw ziel naar God en Zijn gerechtigheid, hier is Jezus. Hij biedt Zichzelf u ten leven aan. Niemand mag geloven dat hij een verworpene is, want elk wordt ernstig en dringend geroepen en is verphcht te geloven in Christus tot zaligheid. Dit betekent niet, dat ieder verplicht is te geloven: ik word zalig, al bhjf ik onbekeerd voort leven. Het betekent wel, dat ieder verplicht is te geloven, dat in de weg van bekering, vernedering, behjdenis van zonde bij Christus genade te krijgen is. Of zou iemand denken dat het zonder bekering, zonder verlaten van de zonde, zonder behjdenis der zonde ook wel kan? „Wie zijn zonde belijdt en laat zal barmhartigheid verkrijgen'. Doch tot dit belijden en laten, dit zich toevertrouwen aan Jezus Christus wordt iedere zondaar dan ook met ernst geroepen. Dus aan allen wordt hetzelfde Evangelie gepredikt. Is dit Evangelie misschien erg moeilijk om te begrijpen? Aan de ene kant niet. Het is voor eenvoudigen best te volgen. Wat zonde is, berouw is, gebed is, vertrouwen is om dit te verstaan behoeft men niet geleerd te zijn. Aan de andere kant bevat het Evangelie ook de aanbieding van de Heilige Geest om in al de wegen Gods te leiden en om alles te leren verstaan. Zo maakt het Evangelie echt geen onderscheid. Bovendien: het Evangelie is geen vrijblijvende aanbieding. Die het Evangelie hoort wordt verantwoordelijk gesteld. Als u het hoort en de zonde en de wereld niet loslaat, uw oude natuur niet doodt, u niet voor de voeten vanChristus neerwerpt, Hem niet omhelst, bent u niet te verontschuldigen. U kunt u kronkelen zoals ge wilt, u kunt schreeuwen, dat ge uw natuur niet veranderen kunt, u kunt aan de klem van de nodiging trachten te ontkomen, welke nodiging een bevel insluit om te komen, nochthans bent u niet te verontschuldigen. Op geen enkele wijze hebt u recht u te beroepen op het u onbekende besluit der verkiezing of op een verondersteld verworpen zijn. U hebt ook geen recht u te beroepen op uw onmacht of val. Juist uw onmacht is uw schuld, want is geboren uit uw onwil.

Dus dat er velen door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, niet komen en niet bekeerd worden, daarvan is de schuld niet in het Evangelie.

Ligt de schuld dan in Christus? Artikel 8 zegt: „noch in Christus, door het Evangelie aangeboden zijnde". Hoe zou de schuld in Christus kunnen liggen? Wel daardoor, dat de offerande van Christus niet genoegzaam is voor de zonden der ganse wereld. Maar dat is zij wel. De schuld — als ik het zo schrijven mag — zou ook nog op een andere manier in Christus kunnen liggen. Het zou kunnen zijn, dat de Heere Jezus alleen de mogelijkheid, niet de werkelijkheid, verworven had om zalig te worden. Doch zo is het ook niet. Deze leer moet men veel meer bij de remonstranten en andere bestrijders van de gereformeerde leer zoeken. We kennen de leer van het universalisme. Het bestaat in twee soorten. De ene keer betekent het imiversalisme de algemene verzoening. Dan worden ook alle mensen zalig. Er is echter ook een universalisme, dat rekent met de verwerping van het Evangelie door de mens. De beslissing van het zalig worden ligt dan in handen van de mens. Dat universalisme lijkt erg wijd en geweldig rijk aan liefde, maar het slot is dat de mens er mee in de ellende bhjft. „God wordt zo de afwachtende God, die toch eigenlijk in Zijn machteloosheid vermenselijkt is" (Berkouwer).

Daar is het universalisme van K. Barth. Hij leert dat Christus voor alle mensen gestorven is. Het is een prediking, die men van vele kansels kan horen, maar het is niet de Schriftuurlijke of de gereformeerde prediking. Barth deed er de algemene verkiezing bij. In het oorspronkehjk universalisme ging het om het universeel aanbod, omdat Christus voor allen gestorven was. Barth leert, dat in dit sterven openbaar is gekomen, dat alle mensen uitverkoren zijn. Christus heeft gestaan in de plaats van allen, objectief zijn allen verzoend. Maar het is een halve verlossing en een halve verkiezing, want de mens moet er zelf nog wat bij doen. De algemene verkiezing betekent niet, dat allen zalig worden. Men houdt ook hier een God over, die maar moet afwachten, wat de mensen doen.

Als iemand bij en door deze leer verloren gaat, ligt het aan Christus, die geen volkomen Zaligmaker is. Maar in waarheid is Hij dat wel. De Heiland heeft niet alleen een volkomen genoegdoening verworven voor allen, die in Hem zullen geloven, doch Hij schenkt ook dat geloof en wel zo, dat zij niet anders kunnen dan volgaarne geloven. Daarom zo dikwijls iemand genade zoekt kan hij bij Christus alles vinden, ook als hij voelt, dat hij niet wil en niet kan geloven. De leerregels hebben dat schoon beleden in II, 8: „dat God heeft gewild, dat Christus door het bloed Zijns kruises uit alle volken, stammen, geslachten en tongen, diegenen allen, en die alleen, krachtig zou verlossen, die van eeuwigheid tot zaligheid verkoren en van de Vader Hem gegeven zijn, hen zou begiftigen met het geloof, het welk Hij hun, gelijk ook andere zaligmakende gaven des Heiligen Geestes, door Zijn dood heeft verworven".

Christus schenkt en brengt en bewerkt dus alles. Ja maar, zegt iemand, alleen aan de uitverkorenen. Ik antwoord, dat is hier heel niet aan de orde. Christus schenkt alles aan verlorenen, die tot Hem komen. Hij wordt dan ook ieder tot redding aangeboden. Die Hem maar hebben wil, ontvangt Hem. Ja maar, zegt iemand, niemand wil Hem hebben. Dat ligt voor rekening van ieder, die Hem verwerpt. Ja maar, ik kan Hem toch zo maar niet aannemen. U kunt Hem niet aannemen en dan dezelfde brede weg blijven bewandelen. U kunt Hem alleen aannemen door het verlies van alles heen. U kunt alleen leven door de volkomen dood van uzelf heen. Maar als u Hem niet aanneemt tot uw Profeet, Priester en Koning ligt dit tenvolle voor uw rekening. U zult Hem nooit willen hebben tenzij God een wonder aan u doet, maar dat niet-willen ligt tën volle voor uw verantwoording. Van Godswege worden niemand beletselen in de weg gelegd. De zonde kan niet zo ten hemel schreiend wezen, of de voldoening van Christus is groter. Als de roeping van het Evangelie niet wordt aangenomen en velen zich niet bekeren, dan ligt dit niet aan een gebrek of ongenoegzaamheid van Christus' offerande of van de kracht des Geestes. Dan ligt het alleen aan hen zelf. In heel de wereld kan geen mens zo diep gezonken zijn of het offer van Christus is nog overvloedig genoegzaam tot verzoening. Het is duidelijk, dat de predikers van het universalisme, bij wie Christus wel voor allen gestorven is, doch niemand met het geloof krachtiglijk begiftigt, ons halverwege laten zitten. In Christus echter is alles. Hij past de zaligheid toe bij elk, die tot Hem komt. Zelfs is het zo, dat een ieder die komt getrokken wordt en niet wegblijven kan. Maar afgezien hiervan, de Heere Jezus bevestigt telkens Zijn woord: „Die tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen". „Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven". „Zo iemand dorst heeft, die kome tot Mij, en drinke".

Bij Christus is meer dan genoegzaam alles wat u ontbreekt. Als wij verloren gaan, wat God verhoede, ligt de schuld niet in dè Christus, door het Evangelie aangeboden zijnde.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE Dordtse LEERREGELS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's