Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Kerstfeest

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

... en in het huis gekomen zijnde vonden zij het Kindeke. Matth. 2 : 11a.

Verleden jaar stelde een journalist een enquête in: hij stelde twaalf willekeurige mensen de vraag, wat het Kerstfeest voor hèn betekende.

Een kelner zei: „Twee sloverige dagen".

Een dokter: „Ik heb geen zondagsdienst, en ga eens fijn genieten van mijn gezin".

Een Roomse winkeljuffrouw: „De nachtmis en rust".

Een taxichauffeur: „Veel klanten en veel verdienste".

Een eigenaar van een „patatkraam": „Geen tijd om te denken".

Dat waren teleurstellende antwoorden. Maar zou het onder óns wel zo veel beter zijn? Wanneer we „onze" kerkmensen ditzelfde eens vroegen, zou het antwoord dan zo veel minder teleurstellend zijn? Is de Kerstfeestviering wel zo gemakkelijk en vanzelfsprekend als men denkt?

Wat is de zin van het Kerstgebeuren? Dat God komt tot „een wereld verloren in schuld", tot arme, slechte, reddeloos verloren mensen. Het is het mysterie, waar we nooit over uitgedacht raken: God komt tot ons heil, om ons te redden!

Dat is een vreemde en blijde boodschap. Het optimisme van de 19e eeuw delen we niet. Men meende toen, dat de mens zelf de weg naar een betere wereld zou kunnen banen. De mens zou het goede wel dóen, wanneer hij het maar kende.

Dit optimisme is in onze tijd omgeslagen in een grauw pessimisme. Wij geloven niet in het „goede" in de mens. Wanneer het heil van de mens moet komen, komt het nooit! Er is geen redding van de mens uit. De lijn loopt niet van beneden naar boven, maar juist andersom, van boven naar beneden. De mens kan niet opklimmen tot God: de Heere God zal tot de mens moeten afdalen. De redding zal van boven moeten komen.

En nu komt het Kerstevangelie ons zéggen — en het is een blijde boodschap — dat God is nedergekomen: het Woord is vlees geworden. Hij hééft alles gedaan en doet alles. „Alzo Hef heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft".

„Opdat een iegelijk die in Hem gelooft". De mens zal tot geloof moeten komen, en dit geloof is weliswaar gave Gods, maar het zal er toch moeten zijn: het is ook een eis. God wérkt het geloof door de Heilige Geest, maar wij worden verantwoordelijk gesteld, wij worden opgeroepen tot geloof en bekering, en alle ongeloof is zonde.

God doet het alles, maar voor óns ligt de roeping. De Heilige Geest werkt het, maar wij moeten volgens de Catechismus „de Heilige Geest in ons laten werken".

De bekende geschiedenis van de wijzen uit het Oosten is voor ons hierin wel zeer leerzaam. We zien hier wel duidelijk dat de Heere alles gedaan hééft en doet, maar hier zijn mensen die gehoorzaam de weg gaan die hen gewezen wordt.

Er is bij hen reactie, zij komen in beweging, gaan opwèg. En het eind is dat zij hun doel bereiken: „en zagen het Kind".

Zijn wij al zover als zij? Zagen wij, omdat wij kwamen? Maar hóe kómen wij tot het Kond? En het antwoord is: door het voorbeeld van de wijzen te volgen.

Het eerste wat ons opvalt is: dat de Heere God het een mens niet gemakkelijk maakt om het Kindeke te vinden. Bethlehem was een gehucht, en daar komen ze tenslotte terecht onder het afdak van een herberg, een karavanserai. Is dat het Hoogste wat de Heere aan de wereld heeft te geven?

En wat hebben deze mannen zich veel moeite getroost om zover té komen: gezeuld door de woestijn, de hete zon verdragen, de bittere nachtelijke kou, gevaren van rovers en wilde dieren doorstaan.

Wat hebben wij „er voor over gehad" om Jezus te vinden? God moet alles doen, maar zal hij wel vinden, die niet zoekt, zal hém wel opengedaan worden, die niet klopt?

God moet alles doen, maar wij moeten de weg van het Wóórd gaan, ons gehoorzaam gevangen geven onder het Evangelie, om met Paulus te spreken.

Neen, het wordt hen niet gemakkelijk gemaakt. Maar Jezus is het waard, en God Zelf heeft hen in beweging gezet. En wanneer Hij zoekend maakt, dan wordt het „vindenstijd".

De Heere maakt het hen niet gemakkelijk, en toch stelt Hij alles in het werk om hen het zoeken te vergemakkelijken! De ster die hen voorgaat is Gods wegwijzer. Een ster wijst hen de weg! De Heere spreekt hen aan in hun eigen taal; handelt met hen in de lijn van hun gewone alledaagse bestaan. Wij mogen het bijzondere niet eisen of verwachten, meestal gebruikt God de gewone dingen als wegwijzers naar Jezus.

Hoeveel „sterren" hebben u de weg naar Jezus al gewezen? Uw ouders, die u met het Woord Gods bekend maakten waren sterren, die u de weg naar Jezus wezen. En verder: het personeel van school en zondagsschool, de leiders van jeugdverenigingen, de dominee op catechisatie: het waren allemaal sterren, handwijzers Gods!

En vooral: de „gewone" zondagse prediking: is het geen ster, die u-heenwijst naar Jezus?

En hoeveel andere dingen kunnen hier „sterren" genoemd worden: een dreigend gevaar, een groot verdriet, zorgen, een ziekbed, een operatie, rouw en wat al meer.

De A.N .W.B .-borden staan op de wegen om ons de weg te wijzen. Hebben wij die „handwijzers Gods" als sterren herkend? Hebben ze ons bij het Kind gebracht?

De wijzen volgen Gods handwijzer, en komen in Jeruzalem, waar Herodes en de Schriftgeleerden hen nader inlichten.

Wat denkt ú van die Schriftgeleerden, die het zo goed wisten, anderen wegwijs maakten, maar zelf niet gingen? De weg weten maar niet bewandelen, wegwijzer zijn en onbeweeglijk blijven waar ze waren — hoe erg is dat!

Deze Schriftgeleerden leven nog steeds! Ge vindt hen terug in de dominé die steeds in het Woord bezig is, anderen Christus aanprijst, en zelf niet gaat; of in de ouderling die ditzelfde alleen ambtelijk doet, zonder zelf de levende gemeenschap met God te kennen.

Ieder mag zichzelf hierin wel ernstig beproeven. De wijzen zijn anders. Zij, die de weg nu weten, bewandelen die weg ook. Ze laten zich niet afschrikken door het feit dat in Jeruzalem leer en leven botsen, zien óver de mensen heen, horen alléén het Woord van God zoals dat verkondigd wordt door mensen. Hun begeerte is gróter dan hun teleurstelling over de kerkmensen.

Is uw verlangen om het Kindeke te ontmoeten zó groot, omdat God het gewekt heeft, dat niemand er u van kan afhouden om te gaan, gehoorzaam aan het Woord?

Hij, Die het verlangen wekte, zal het ook vervullen. Hij doet geen half werk!

Zo komen zij dan tenslotte in Bethlehem, een plaats waar gebukt moet worden. Daar is een uitgeputte moeder met haar pasgeboren Kind.

„Zij zagen het Kindeke". Voor het natuurlijk oog is hier niets bijzonders te zien. Er is echt geloof nodig om in dat Kind de reden tot dankbare aanbidding te zien.

Zij zagen en aanbaden: omdat ze geloofden.

Omdat ze geloofden! Doen we dat echt, omdat we niet anders kunnen, omdat God Zelf er ons toe bracht?

Nog eenmaal zien we naar de weg der wijzen: wat hadden ze er veel voor over, hoe volgden zij de sterren die God in hun leven gaf, hoe dreef het verlangen hen, hoe bogen zij in geloof voor de Koning in de kribbe!

Wij moeten als zij zijn en doen — en de Heere gééft en léért wat Hij eist.

Ziet ü de sterren niet, die u naar Christus heenwezen in uw leven? En hebben ze u geleid daarheen waar we moeten uitkomen: bij Hem, Die rijk was en arm werd om armen rijk te maken?

Kerstfeest betekent: God komt tot de mens: het Woord wordt vlees!

Maar om het écht te vieren moet op Zijn komen tot óns, volgen: óns komen tot Hèm!

Hij is gekomen! Maar zijn wij óók gekomen, gelokt door de „sterren', geleid door het Woord, gedreven door de Geest?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's