Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TOT OP DEZE DAG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TOT OP DEZE DAG

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BIJBEL MOET WACHTEN

Er zijn mensen, die iemand zo lang kunnen laten wachten aan de deur, vóór zij open doen. Niet dat hier bepaald sprake is van opzet, maar, weet u, het is nu eenmaal hun gewoonte geworden. Zij moeten eerst dit nog doen, dan weer dat en vergeten intussen, dat dit alles tijd kost en dat het buiten koud kan zijn. Of ook: ze doen niet gauw open, omdat dit niet deftig staat. In de dagen van ouds hadden de koetsiers, in onze tijd hebben de chauffeurs daarvan nog wel last.

Wij bestellen een auto om vier uur. De chauffeur komt precies op tijd; verbeeld u, dat wij dan zouden zeggen: „O, dat is de chauffeur; hij moet maar wachten". Gelukkig, dat de man nu de middelen heeft, om te straffen door eenvoudig wachtgeld in rekening te brengen.

Weet u, waarmee sommige mensen dat verkeerde kunstje ook wel eens uithalen? Met de Bijbel; dus met Gods Woord.

Bij u thuis wordt Gods Woord zeker aan tafel gelezen. Dat is ook nodig en dus een goede gewoonte. Maar hoe gebeurt dat dan wel eens? Soms was het een gezellige maaltijd, met geanimeerde gesprekken gekruid. De dagbladen waren even opzij gelegd, maar men was nog druk bezig met de kwesties van de dag. Het ging over Algerije, over de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika, over de Kongo en over de communistische infiltratie, over de mallotige wijze van presidentsverkiezing in Amerika. Men kreeg er geen woord tussen, behalve dat iemand ineens zei: „Krijg even de Bijbel!"

Nu, al pratend nam men de Bijbel; al pratend sloeg men het hoofdstuk van de dag op en... de gesprekken gingen voort.

Was de Bijbel daar dan niet in huis en lag hij niet open op tafel? Ja, dat wel, maar men moet nog even uitpraten, want het zijn toch gewichtige zaken, waarover men het samen heeft en dat bijbelhoofdstuk kan toch nog wel eventjes wachten.

Totdat vader of een ander zegt: „Nu even stilte want wij gaan lezen!" Dat moet soms nog een paar keer gezegd worden, maar eindelijk wordt het dan stil. Gods Woord weerklinkt en daarna wordt er meestal stil gedankt.

Het gebeurt wel, dat men daarna weer voortgaat met het afgebroken gesprek. Al pratend legt men de Bijbel weer op zijn plaats.

Is dat nu leven bij en uit het Woord? Het mocht wat!

Gaat daar nu indruk van uit op de kinderen? In genen dele!

Wanneer later door de kinderen met die traditie gebroken wordt, is dat niet te verwonderen. Er ging niets van uit.

Hoe het dan wel moet? Dat is toch eenvoudig genoeg. Ik bedoel niet, dat men onder het lezen of luisteren een plechtstatig gezicht moet zetten. Dat Gods Woord met, in een preektoon veranderd stemgeluid gelezen moet worden. Maar dit, dat het feit, dat gelezen zal worden uit het Woord, de tafelgesprekken reeds beheerst. Misschien had een onaangename stemming of mokkende toon een ogenblik van tevoren de overhand. Misschien was men over het een of ander juist in twist. Laat de Bijbel dan vooral niet behoeven te wachten op uw grote of kleine ruzies, maar neem en lees! Laat het nemen van Gods Woord meteen een einde maken aan het halsstarrig vasthouden van uw endje.

Degene, die het Woord leest, doe het dan in oprechte eerbied, opdat de tafelgenoten er tenminste iets van voelen, dan zullen zij misschien, na het gebed de draad van kleinzieligheden niet weer opvatten.

Ach! hoe dikwijls wordt Gods Woord letterlijk en figuurlijk weer op het kastje gezet! En daarmee op nonactiviteit. Vindt u dit misschien wat overdreven? hoor ik u vragen. We kunnen toch niet overal en altijd de Bijbel met ons meedragen. Vroeger gingen de mensen naar de kerk met de Bijbel of het kerkboek onder de arm; maar dat kun je toch onder het werk op een gewone werkdag niet doen.

Nu, ik bedoel maar, dat het Woord Gods ons hele leven beheersen moet. Dat wij er niet buiten kunnen. Wanneer dat in de huisgezinnen van de ouders over de kinderen uitstraalt, zullen ze of kunnen ze dat tenminste meenemen het leven door. Dan voelen de kinderen althans, dat vader en moeder het meenden en dat het Woord Gods bij hen voorop stond. Aan zulke gezinnen heeft de kerk en uw gehele omgeving behoefte.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

TOT OP DEZE DAG

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's