Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Samaritaanse vrouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Samaritaanse vrouw

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus zeide tot haar: Ga henen, roep uw man en kom hier.Johannes 4 : 16.

De Heiland verliet voor een tijd de stad Jeruzalem, waar Hij de twistende Farizeeën achterliet. Wel waren daar grote scharen, die Zijn prediking wilden beluisteren, maar ditmaal maakt Hij een reis, waarbij het Hem schijnbaar te doen is om de redding van één enkeling.

In het 4e vers van dit hoofdstuk lezen we, dat Hij door Samaria moest gaan.

Dit is inderdaad de kortste weg om van Judea in Galilea te komen. De meeste Joden vermeden de weg door Samaria. Ze trokken door het Over Jordaanse om niet met de Samaritanen in aanraking te komen.

Maar de Heiland gaat met opzet door Samaria. Het was voor Hem een heilig moeten.

Op het heetst van de dag bereikte Hij met Zijn discipelen de Jacobs bron, dicht bij Sichar. 

De Heiland was vermoeid; daarom rustte Hij uit bij de bron, terwijl de discipelen naar Sichar gingen om spijs te kopen.

Daar ziet de Heere een vrouw naderen met een kruik op de schouders. Stellig een vrouw uit Sichar, die water kwam putten. Nu is er misschien gelegenheid om Zijn brandende dorst te lessen. Hij zat wel vlak bij de bron, maar Hij had niets om water te putten.

Vriendelijk vraagt Hij de vrouw om een dronk water. Maar bits wordt het afgewezen: Hoe begeert Gij, die een Jood zijt, van mij te drinken, die een Samaritaanse ben.

De Heiland is door de scherpe afwijzing allerminst verbitterd, maar zeide tot haar: Indien Gij de gave Gods kendet en wie Hij is, die tot u zegt: Geef Mij te drinken, zo zoudt gij van Hem hebben begeerd en Hij zou u levend water gegeven hebben.

De Heere Jezus sprak van de wateren des Heiligen Geestes, van de stromen van genade en zaligheid.

De vrouw begreep er echter niets van. Zo veel kennis had ze nog wel van de historie, dat die put door vader Jacob gegraven was en daarom zegt ze: Zijt Ge dan meer dan vader Jacob die deze put gegraven heeft? Gij hebt niets om mee te putten.

En Jezus predikt haar van dat water des levens, wat Hij haar wilde schenken.

Maar ach, ze begreep er niets van. De natuurlijke mens verstaat niet de dingen, die des Geestes Gods zijn. Ze zijn hem een dwaasheid. Zo verging het ook de Samaritaanse vrouw.

De Heiland beproeft het nu op een gans andere wijze. Hij zeide tot haar: Ga heen en roep uw man en kom hier.

En het licht van Gods ontdekkende genade zou weldra schijnen in haar ziel.

Met het zeggen, dat ze geen man had, meent ze van de zaak af te zijn.

Maar tot haar grote schrik klinkt haar dit antwoord tegen: Gij hebt wèl gezegd: Ik heb geen man; want gij hebt vijf mannen gehad en die ge nu hebt, is uw man niet: dat hebt gij in waarheid gezegd.

En nu roept ze het uit: Heere, ik zie dat Gij een profeet zijt.

Ze voelt behoefte om te bidden om genade en vraagt nu waar het moet geschieden, in Jeruzalem of op de berg van Samaria.

Het antwoord bevredigde haar niet. Ze hoopte op de komst van de Messias, die het haar zou leren.

En dan openbaart zich de Heiland aan haar. Jezus zeide: Ik ben het, die met u spreek.

En dan laat de vrouw haar watervat staan — gelukkige vergeetachtigheid — en komt in Sichar en roept het uit: Komt, ziet een Mens, Die gezegd heeft alles wat ik gedaan heb. Is Deze niet de Christus?

Eerst was Christus in haar oog slechts een verachtelijke Jood, daarna een Profeet, nu een Heiland en Verlosser en Zaligmaker.

De oogst blijft niet bij een enkele ziel. Er geloofden er veel meer om het woord, wat Christus sprak, en ze zeiden tot de vrouw: Wij geloven niet meer om uws zeggens wil, want wij zelf hebben Hem gehoord.

Lezers, de Heiland kent ook ons. Hij weet al de zonden, die we hebben bedreven, met daden, woorden en gedachten.

Als gij maar luistert, als de oren maar open gaan, dan bemerken we, dat Hij met die ontdekkende vragen ook komt tot ons hart.

Staat er niet geschreven: Ik zal u uwe zonden ordentelijk voor ogen stellen?

Hebt ge Zijn stem al gehoord?

Gelukkig de mens, die bij het ontdekkend genadelicht zijn zonden leert kennen. Dan wordt de schuld niet langer bedekt. We hebben dan evenmin als de Samaritaanse vrouw iets, wat we kunnen voortbrengen tot onze verontschuldiging.

Zeg niet, dat gij niet zo diep in de zonde gevallen zijt als de Samaritaanse vrouw.

Wie een vrouw aanziet om de zelve te begeren, heeft reeds overspel met haar bedreven in zijn hart. Het is alleen de bewarende hand Gods, als we niet in uitbrekende zonden zijn gevallen.

Heeft het besef van uw zware schuld u al op de knieën gebracht om te bidden om genade? De Vader aanbidden in geest en in waarheid?

Wat is het toch een rijk evangelie, dat die Heiland in de wereld is gekomen om het verlorene te zoeken en het weggedrevene weder te brengen.

Hebt ge die Heiland ook al leren kennen. Is Hij ook uw Christus, uw Heiland?

Dit is toch het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.

(Woerden)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

De Samaritaanse vrouw

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's