Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

NIEUWE PSALMBERIJMING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NIEUWE PSALMBERIJMING

9 minuten leestijd

(2)

Eerst iets over het onstaan van de 110 Psalmen, Proeve van een Nieuwe Berijming. Teneinde een berijming te verkrijgen die (indien mogelijk) door alle protestantse kerken in Nederland zou worden aanvaard, heeft men getracht samenwerking tussen deze kerken voor dit doel tot stand te brengen. In het bestuur van de Interkerkelijke Stichting namen zitting: 5 leden namens de Ned. Herv. Kerk, 3 namens de Geref. Kerken, 1 namens de Algem. Doopsgez. Sociëteit, 1 namens de Rem. Broederschap en 1 namens de Evang. Luth. Kerk. Andere kerken kunnen alsnog door het bestuur worden toegelaten. Tot heden ontbreken nog: de Vrijgem. Geref. Kerken, de Vrije Evang. Gemeenten, de Geref. Gemeenten enz.

De volgende dichters werden aangezocht: M. N. Nijhoff (overleden 1953), Ad. den Besten, Guillaume van der Graft (ds. W. Barnard), Muus Jacobse (prof. dr. K. Heeroma), J. W. Schulte Nordholt, Jan Wit en W. J. van der Molen.

Begin 1959 verscheen een bundeltje gedichten onder de titel „Het landvolk", waarin vijf van de bovengenoemden zich bekend maakten als de dichters, die zich in opdracht van de kerk jarenlang in Oosterbeek e.o. bezig gehouden hebben met de psalmberijming. De opdracht was: de psalmen uit de Bijbel te berijmen tot een boek dat in de eredienst moet worden gebruikt. We hebben dus nu al geruime tijd gelegenheid gehad van de 110 berijmingen kennis te nemen; binnenkort zullen ook de overige 40 wel verschijnen.

Wij zullen ons een oordeel moeten vormen over het resultaat van het werk dezer dichters. Vormt deze berijming een waardige vervanging van de oude?

Het antwoord kan zeker niet zonder meer bevestigend luiden. Ongetwijfeld is er een aantal mooie verzen aan te wijzen die een verbetering zijn vergeleken bij de oude berijming. Maar van andere moet men zeggen dat de oude berijming de inhoud van de psalm beter weergeeft dan de nieuwe. B.v. het laatste vers van Psalm 17. De onberijmde psalm heeft vers 15: Maar ik zal in gerechtigheid Uw aangezicht aanschouwen, en bij het ontwaken mij verzadigen met Uw beeld. (N.V.) Nieuwe berijming vers 7: Ik schouw Uw liefelijk gelaat. Uw licht, Heer, komt mij overstromen. Ik ben ontwaakt uit boze dromen En Gij zijt mij de dageraad.

Oude berijming vers 8: Maar — blij vooruitzicht dat mij streelt — ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen, U in gerechtigheid aanschouwen, verzadigd met Uw godd'lijk beeld.

Het lijkt mij niet twijfelachtig, dat de oude berijming hier beter is dan de nieuwe. Een ander voorbeeld: Psalm 51 : 7 luidt: Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen. (N.V.) Nieuwe berijming vers 3: De overmacht van bloed en duisternis, waarin ik ben ontvangen en geboren, Het is een nacht waarin ik ga verloren, Een hard geheim dat onontkoombaar is. Oude berijming vers 3: 't Is niet alleen dit kwaad dat roept om straf, neen, 'k ben in ongerechtigheid geboren. Mijn zonde maakt mij 't voorwerp van uw toren reeds van het uur van mijn ontvang'nis af. De klare taal van de psalm is hier in de nieuwe berijming verdoezeld tot iets vaags en dubbelzinnigs.

Uiteraard zal men bij een nieuwe berijming bezwaar maken tegen het ouderwetse toren wanneer toorn bedoeld wordt. Daarom is het wel bevreemdend in de nieuwe berijming van Psalm 2 : 4 te lezen: Kust dan de Zoon, opdat Hij niet in toren U zal verstoten in de duisternis. Een slordigheid?

Men kan trouwens in de nieuwe berijming meer verouderde, verbasterde of verkeerd toegepaste woorden aantreffen. Psalm 9 : 4 God heeft Zijn rechtstoel opgericht (i.p.v. rechterstoel); 11 : 2 De hele wereld kan Zijn oog doormeten (i.p.v. overzien of omvatten); 22 : 4 Gij die mijn ogen 't levenslicht ontsloot (i.p.v. deed zien); 38 : 2 Vlees en bloed werd mij oneigen (i.p.v. vreemd); 47 : 3 Godes regiment (i.p.v. regering); 56 : 2 De leugenaars zijn tegen mij vergaard (een ouderwetse samentrekking al is het teken ervan op de a weggelaten); 56 : 3 Dit Woord houdt stand, dit is mijn toeverzicht (germanisme: zuversicht = vertrouwen, toeverlaat); dit toeverzicht komt nog eens voor in 132 : 4 en staat daar wel geheel te onpas; 71 : 4 Sinds ik tot leven werd ontbonden (tot heden brachten we ontbinden altijd in verband met de dood); 71: 14 God lof, mijn mond zal luid op juichen (een nieuw woord? ); 83 : 5 door Uw tempeest geslagen (een verouderd woord dat storm, onweer betekent; zie Gez. 301 : 12); 88 : 7 Van jongsaf metterdood (? ) geslagen; 88 : 8 O HEER, Uw ijver brandschat (? ) mij. Uw schrikgerichten (? ) doen mij beven; 103 : 2 Gelijk een arend nieuw bevleugeld (? ) wordt; 121 : 4 En, wat u moog' weervaren (i.p.v. wedervaren); 128 : 2 Ja, gij zult aan den lijve Gods zegen ondergaan (i.p.v. ondervinden; men ondergaat een straf, een operatie enz: ; 132 : 8 Het heil dat God ontvouwen heeft (i.p.v. ontvouwd). De contractie Isrel voor Israël vindt men op veel plaatsen.

In de N.R.Crt. van 13 februari 1959 heeft een anonymus nogal scherp kritiek op deze „Proeve" geoefend. Hij schrijft: „De bijbeltaal is stoer en krachtig en mannelijk en schoon. In deze bundel, ons voorgelegd als een proeve, missen wij maar al te vaak stoerheid en mannelijkheid en schoonheid is maar al te vaak zoek." En elders: „Ergerlijk is het aantal slordigheden, het zich er-met-een-jantje -van-Leiden-afmaken, het voelbare gebrek aan inspanning om een goede zin te bouwen." Ook spreekt hij over „banale en soms platte uitdrukkingen, die aan straattaal doen denken." Zover wil ik niet gaan, maar wel mag men vragen waar op vele plaatsen de soberheid en strenge stijl, de ernst en de majesteit gebleven zijn, die volgens Calvijn het ware kerklied steeds kenmerken (zie de Voorrede van de Commissie tot Samenstelling van de bundel Psalmen en Gezangen 1938). Ten bewijs volgt hieronder een aantal triviale en soms wel heel vreemde uitdrukkingen: Psalm 4 : 3 Want slapend ben ik bij U thuis; 5 : 2 Wie zich verheft met moord en brand; 5 : 6 Maar die Uw lieven naam belijden; 17 : 6 Geef wat Gij hun hebt toegedacht. Totdat zij er genoeg van krijgen; 20 : 5 Maar 's HEREN naam als houvast noemen; 22 : 3 Ik word vertrapt, ik heb geen leven meer. Meesmuilend gaan zij tegen mij tekeer; 22 : 7 Mijn lijf verteerde tot de lege som Van mijn geraamte; 22 : 8 Mijn vege rest zal zonder tegenweer Haast zijn verslonden; 22 : 11 O haal uw hart op aan zijn gunstbewijzen; 31 : 9 Wie mij op straat ontmoeten Maken zich uit de voeten; 31 : 10 Vergeten ben ik als een dode: Zo uit het oog uit 't hart, ... Ik ben door elk vergeten. Als afval weggesmeten; 33 : 6 Zij die zich vermeten Hoog te paard gezeten. Bijten in het zand; 35 : 5 Zijt Gij mijn brullen nog niet moe? Verlos mij als Uw onderpand (? ) Uit klauw en tand en tegenstand; 35 : 10 Bezingen ... Uw heil, den gansen lieven dag; 42 : 3 en 7 Vleugellam geslagen ziel; 42 : 6 God, dit zal mijn hart doorboren. Dit gaat mij door merg en been; 48 : 3 Ons hart is in uw liefde thuis; 57 : 3 Temidden van de leeuwen hg ik neer Vuurspuwend gaan zij tegen mij tekeer; 57 : 5 Mijn ziel, wees vaardig om muziek te maken; 72 : 5 Leve de koning in ons midden. Geef hem Arabisch goud; 73 : 1 Ja, God is goed voor Israël, Is waarlijk goed, ik weet het wel; 73 : 2 Hun lichaam is zo gaaf, zo mooi, ... Dat alles gaan moet naar hun zin; 73 : 11 Maar 't is mijn ziel en zaligheid Te zijn bij God...; 83 : 4 Heer, laat hun haan geen koning kraaien.

Voorts enige stijlbloempjes: Psalm 91 : 6 Gij loopt lichtvoetig, jong van kracht. De weg die God u baande. Behoed door 's Heren eng'lenwacht. Als op hun handen gaande; 93 : 3 Geweldig is de HERE die Zijn voet Plant op de nek van deze watervloed. In Psalm 104 : 5 Bewonen eibers een cypressentuin; 105 : 11 Water werd bloed, met witte lijven kwamen de vissen bovendrijven. De kikvors kwaakt in land en stad. Tot waar de koning sliep en at. En weer sprak Mozes en terstond Krioelde 't ongedierte rond; 110 : 3 Zie, uit de moederschoot van 't morgengrauwen Brengt u de bloem van heel het volk zijn groet; 148 : 2 Naam van den HEER die heiig zijt. Geprezen uw aanwezigheid; 148 : 3 Gij monsters uit het diep der zee, Speelt voor den HEER en weest gedwee; 148 : 4 Vogels die onbezwaard kunt zingen. In Psalm 45 : 4 wordt van de koning gezegd: Hoogwelgeboren vrouwen gaan u voor—; 49 : 6 Al gaat een mens brooddronken 't leven door.

Ook met de beeldspraak is het soms maar vreemd gesteld. Psalm 7 : 5 En op de boog der wrake legt De Heer de vlammen van Zijn recht (legt men vlammen op een boog? ); 19 : 2 Fier als een bruidegom. Die ... licht verspreidt alom; 33 : 3 Hij sluit de oervloed in de schuren; 65 : 4 Gij plant de bergen vast in d' aarde, Omgord met heldenmoed; 88 : 2 Ik zwerf al door de vale streken. Waar 't leven bijna is geweken; 182 : 2 Voorwaar uw vrouw zal bloeien. Een rijpe wingerdrank. Uw kind'ren zullen groeien Den HEER tot eer en dank. Als stekken van olijven Die om uw tafel staan (waarom geen scheuten zoals in de onberijmde psalm staat? ); 130 : 3 Uw glorend aangezicht enz.

Hoe denkt men over een vers als Psalm 20 : 5? Hoe men zich ook verheft en hoe men Praalt met zijn wapening, Wij willen om zijn kracht niet roemen Enig geschapen ding. Maar 's HEREN naam als houvast noemen. Die ons zal staande houden En die tot ondergang zal doemen Al wie op macht betrouwde. Wanneer men hiermede vers 4 van de oude berijming vergelijkt is het niet twijfelachtig wat de voorkeur verdient. Terwijl de meeste psalmen in de nieuwe berijming minder, en soms veel minder verzen tellen dan in de oude berijming, heeft Psalm 20 anderhalf vers meer. Het gevolg is, dat er heel wat in staat dat in de onberijmde psalm niet voorkomt. Als ik hier moet kiezen kies ik beslist voor de oude berijming, ondanks alles wat ons in de taal als ouderwets aandoet.

Precies andersom wat het aantal verzen betreft is het met Psalm 26, welks nieuwe berijming 5 verzen telt tegen de oude 12. Gevolg: de inhoud komt niet geheel tot zijn recht. Een paar minder fraaie dingen erin: vers 1 Ik leg mij voor U open; vers 2 Bij listig' euveldaders, ...

Met het rijm zijn deze dichters wel heel vrij omgesprongen. Dit moge voor moderne gedichten geen bezwaar zijn, psalmen moeten geleerd, opgezegd en gezongen worden en daarbij is een zuiver rijm van groot belang omdat het als steun dient voor het geheugen. In de Proeve moet vele malen een woord dat op een stomme e eindigt rijmen op een woord dat en als uitgang heeft. Het schijnt niet bevorderlijk voor het zuiver leren spreken van de jongeren, die deze verzen moeten leren. Erger is dat het rijm op sommige plaatsen geheel ontbreekt: Psalm 2 : 1 HERE-scheuren; 20 : 3 toejuichen-getuigen; 22 : 4 Vader-nadert; 25 : 7 vinden-vrienden; 31 : 11 fluist'en - 't duister; 35 : 3 gelijk-bevrijdt; 138 : 1 vertoeft-hoofd. Op andere plaatsen, wanneer men blijkbaar geen geschikt rijmwoord kon vinden, eindigen twee regels op' hetzelfde woord b.v. Ps. 22 : 12; Ps. 38 : 12; Ps. 47 : 2; Ps. 107 : 16; Ps. 111 : 6; Ps. 118 : 3; Ps. 124 : 4; Ps. 132 : 8. Soms komen dezelfde rijmwoorden tweemaal in één vers voor b.v. Ps. 34 : 5; Ps. 86 : 5.

Het is misschien allemaal niet zo heel erg, maar het typeert de weinige zorg, die men voor een goede vorm gehad heeft.

(Rotterdam)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

NIEUWE PSALMBERIJMING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's