Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOE HET PINKSTEREN WERD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOE HET PINKSTEREN WERD

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven. Johannes 14 : 16a. En als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtig bijeen. Handelingen 2 : 1.

Aan Pinksteren kunnen wij mensen zo heel weinig doen. Met Kerstfeest maken we er nog iets van. Onze versieringen kunnen nog voor een bepaalde sfeer zorgen. Op Goede Vrijdag kunnen we alles in het werk stellen om het gemoed zo te beroeren, dat er tenminste tranen zijn. Met Pasen roepen we de natuur te hulp om ons tot een voorbeeld te zijn, dat het leven opkomt uit een verstorven aarde. Het groen gaat uitspruiten aan de bomen, die er zo dor en doods bij stonden. Maar op Pinksteren staan we er wel erg hulpeloos bij. Wat moeten wij nu eens doen om aan Pinksteren wat fleur en kleur te geven? Hier wordt het ons wel duidelijk, dat wij met onze menselijke inzichten en met ons menselijk gevoel en met onze natuurlijke godsdienst niets beginnen kunnen. Wij kunnen van Pinksteren niets maken. Wij kunnen trouwens van niet één christelijke feestdag dat maken wat die feestdag in werkelijkheid betekent. Maar hier wordt het ons wel heel duidelijk gemaakt, dat wij er met al ons menselijk proberen helemaal buiten vallen. Pinksteren is Gods werk. Pinksteren is het geworden door het Goddelijk heilvol handelen. En werkelijk Pinksteren vieren zullen we alleen doen door ditzelfde handelen van de hemelse Ontfermer. God heeft het Zelf Pinksteren gemaakt. En Hij doet ons Pinksteren nog steeds Zelf vieren door Zijn Pinksterdaden. En dit is voor de gemeente van Christus zo belangrijk, dat we werkelijk Pinksteren gaan vieren, dat we deel hebben aan de Geest op Pinksteren uitgestort en zo 't waarachtige Pinkster-leven ontvangen en hieruit leven, opdat we wandelen zullen door de Geest en niet naar het vlees, opdat het leven van de gemeente zal openbaren de vruchten des Geestes. Daar valt veel te klagen over dorheid en dodigheid, over gemis aan beleving van de zaken, die het Pinkster- Evangelie ons verkondigt, omdat we beheerst worden door de geest van deze wereld, een geest van hangen aan de dingen van de aarde, van druk zijn aan de begeerlijkheden van deze wereld, van volgen van de lusten en begeerten van onze verdorven natuur. Wat is er van Pinksteren eigenlijk te merken hier op aarde? In de Kerk? Te merken van Hem, de Heere Jezus, voor het verbonden zijn met Hem door het geloof, voor wie de PinksterGeest is komen werken? Wat is er te merken van het opgaan in Hem, van het zich verlustigen in de Heiland als de enige Behouder en Zaligmaker, van het hebben en dienen van Hem, die Zijn gemeente gekocht heeft met die hoge prijs van Zijn bloed? Van het verlangen en ijverig bezig zijn om vernieuwd te worden naar Zijn evenbeeld, opdat we zo voorbereid zullen worden op het bij Hem zijn in Zijn hemels Koninkrijk? We zitten wel midden in een grote verlegenheid rondom Pinksteren, omdat er zo weinig van het Pinkstervuur en de PinksterBlijdschap en het PinksterVerlangen zich vertoont. Hoe moet het dan toch Pinksteren worden in ons leven, in mijn leven? Hoe zal de Pinkster-gemeente dan toch weer openbaar worden, zoals Handelingen 2 hiervan vertelt?

Hoe is het voor het eerst Pinksteren geworden? Op het gebed van de Heere Jezus. Hiervan heeft de Zaligmaker gesproken voor Hij van de aarde wegging. Ik zal de Vader bidden. De Heere Jezus is gekomen om alles te doen voor de verzoening der zonden. Dat grote werk, wat de Heiland op Zich genomen heeft in Zijn grondeloze barmhartigheid.

Hierover kom je nooit uitgedacht. Wat een liefde heeft Hij opgebracht voor ons mensen, die zo ver van God afleven en tegen Zijn gebod inleven, waardoor we ons zo heel ongelukkig maken. Want zonde weegt zwaar bij God. Zonde heeft sdhrikkeiijke gevolgen. De Middelaar gaat hiervoor de weg, hoe zwaar die ook was en hoe bovenmenselijk moeilijk, zo­dat de Heiland ontroerde, als Hij het Zich goed indacht. Maar Hij gaat. Hij gaat ten behoeve van zondige mensen. Hij gaat om voor hen te boeten en zo alles te doen tot verzoening, dat zondaren vergeving ontvangen en vijanden in genade aangenomen worden. Want hierom gaat het de Heiland, dat mensen deze verzoening deelachtig zullen worden, dat zij 't heil ook daadwerkelijk ontvangen zullen, dat zij in het geloof dit nieuwe leven ook werkelijk beleven, zodat Christus in hen woont. Daar zal de Geest voor uitgezonden worden. Want dit is het werk van de Geest de zaken van de Heere Jezus waarnemen, ze behartigen bij zondaren, opdat zij in het geloof getroost hun weg zullen gaan, genietend van die enige troost in leven en in sterven, 't eigendom te zijn van de Heiland, helemaal bij Hem te horen, voor zijn rekening te zijn en door Hem geleid te worden. Dit belooft de Heere Jezus: Ik zal de Vader bidden.

Zoveel zorg heeft de Heere Jezus over ons mensen. Hij weet van onze biddeloosheid alles af. Hij weet, hoe blind voor onze toestand, voor ons gemis, voor onze nood en dood, wij daarheen leven. We zijn toch zulke stumpers. Maar het gaat de Zaligmaker aan Zijn hart. Dit is het heerlijke van het Evangelie, dat de Heere  Jezus er alles aan doet. Hij bidt. Hij is de hemel ingegaan, maar met al de nood van ons mensen bij Zich. Wat een grote liefde brengt de Heiland voor ons mensen op, die dit toch heel niet waard zijn. Als een biddende Hogepriester is de Middelaar Gods en der mensen bezig in de hemel ten behoeve van Zijn Kerk. Ik zal de Vader bidden. Dit heeft Hij gedaan, dit doet Hij. Zo werd het Pinksteren. Zo kwam de Geest naar beneden, uitgezonden door de Vader en de Zoon. Zo werd het Pinksteren in Jeruzalem onder de tekenen van storm en vuur. En ze werden dagelijks toegedaan, in de Heere Jezus ingebracht, met Hem verbonden en met al de schatten van Zijn verworven heil. Ze werden verzekerd van Gods welwillendheid en goedgunstigheid, van Zijn Vaderlijke liefde en trouw, vernieuwd om voor God te leven en Hem te eren.

Pinksteren is het geworden op het gebed van de Heere Jezus bij mensen, die bijeen waren volhardende in het bidden en smeken. Pinksteren kent ook zijn voorwerk. God doet de dingen wel uit Zichzelf. Hij neemt redenen uit Zichzelf, Hij werkt naar Zijn vrijmachtig welbehagen. Maar Hij doet het niet buiten mensen om! God maakt ook mensen klaar voor Pinksteren. De Geest maakt plaats voor Zichzelf. Zij kwamen elke dag bij elkaar met de belofte van de Heiland, gedrongen door deze belofte, om samen te bidden, het van de Heere God af te smeken, dat Hij Zijn woord vervullen mocht en de Geest mocht zenden. Pinksteren komt niet zo uit de lucht vallen. De dingen van God komen nooit zo maar. God doet voorwerk. De Heere Jezus had Zijn jongeren opgedragen in Jeruzalem de vervulling van Zijn belofte te verwachten. Daarom waren zij bij elkaar, elke dag opnieuw. En toen de dag van het Pinkster-feest vervuld werd, toen het tijd was, Gods tijd was, de volheid des tijds ook voor Pinksteren, waren zij er ook.

Waren ze bij elkaar, net zoals zij dit elke dag gedaan hadden. En toen en daar gebeurde het op het gebed van de Zoon in het hart van biddende mensen.

Hoe zal het toch weer Pinksteren worden? Hoe zal toch de Geest komen wonen en werken onder ons? Hoe zal het Pinkster-leven toch weer beginnen op te bloeien? Hoe zal de Kerk levendig Pinksteren vieren? Op het gebed van de Heere Jezus. Dit zij de troost van arme zondaren in deze geestelijk armetierige tijd. Dit zij tot bemoediging van hen, die met het bidden alle moeite hebben en niet weten, hoe we de Heere ooit zullen bewegen, omdat we in alles hopeloos tekort komen. Ik zal de Vader bidden, dit is het voor ons moedgevende woord van de Heiland. Want hiermee gaat Hij door. Zou de Vader Zijn Zoon niet horen? Daarom behoeven we de moed niet op te geven. Daarom is er hoop voor de gemeente in haar armoede hier op aarde. Pinksteren zal toch weer gevierd worden. De stroom van het Pinkster-leven zal niet ophouden. Ik zal stromen gieten op het droge! Waar het hart begint te zuchten, te vragen, te worstelen, daar is de Pinkster-Geest nabij, daar zal het Pinkster-leven zeker doorbreken.

Toen de tijd vol werd, kwam de Geest en biddende mensen werden er van vervuld. Wat een rijke genade zo Pinksteren tegemoet te mogen gaan, zo dit feest mee te vieren, zo het Pinkster-leven te ontvangen. Met Christus verbonden te zijn en alles uit Hem te ontvangen, zodat we met Hem verenigd, van al de schatten van Zijn heil genieten en ons in Hem verlustigen. Wat een weelde!

(Barneveld)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

HOE HET PINKSTEREN WERD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's