Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KOSTBAAR IN GODS OOG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KOSTBAAR IN GODS OOG

Meditatie

5 minuten leestijd

Kostelijk is in de ogen des HEEREN de dood zijner gunstgenoten. Ps. 116:15.

Vreemd klinkt het wel, als je het zo leest.

Vindt de HEERE het zo kostelijk om zijn gunstgenoten te doden?

Dat kan niet waar zijn.

Neen, maar het staat er ook helemaal niet.

Dat woord kostelijk wil zeggen: Kostbaar!

En als we iets heel kostbaars hebben, dan zijn we daar zuinig op.

Denk maar aan een of ander sieraad, waaraan dierbare herinneringen verbonden zijn.

Dat doe je niet zo maar weg, dat is je te veel waard. Al zou je er nóg zo veel voor geboden worden, dan doe je ze toch niet van de hand. We bewaren zo'n sieraad op een veilige plaats, en we zouden ons geen raad weten als het wegraakte.

Zo heeft de HEERE God ook zijn sieraden.

Kostbaarheden, die Hij nooit uit handen geeft.

Hij zorgt ervoor met al de liefde van zijn hart.

Als Hij die wegdeed dan zou dat de HEERE te veel kosten.

Wat dat zijn? Zijn gunstgenoten. Mensen!

Mensen! Ongelofelijk is dat, maar toch is het waar. De dichter van deze psalm zegt: De HEERE acht het leven van zijn gunstgenoten zo kostbaar, dat Hij het nooit zal prijsgeven in de dood.

Dat moeten dan toch wel heel bijzondere mensen zijn?

In het gewone leven spreken we ook wel van waardevolle mensen.

Een directeur van een bedrijf kan zeggen van een medewerker: Die man is voor mij en mijn bedrijf zo waardevol, die vfil ik niet missen. Hij heeft zoveel uitnemende kwaliteiten, dat ik hem onder geen beding laat schieten.

Bestaat dat dan dat er voor de HEERE God ook zulke waardevolle mensen zijn?

Heel de Schrift gaat ons toch voor met in te prenten dat wij mensen onwaardig, schuldig voor God zijn. Onbruikbaar voor zijn Koninkrijk, kinderen des toorns die alleen maar onhandelbaar en opstandig zijn.

Er zijn er wel, die in deze richting gedacht hebben en denken, dat zij erg waardevol voor God zijn.

Denk aan de Farizeer uit de bekende gelijkenis. Hij somde al zijn goede hoedanigheden en kwaliteiten op.

Zo meende hij erg waardevol voor de HEERE te zijn: Gods gunst waard.

Mensen die prat gaan op hun deugden, goede werken en vroomheid.

Maar God ziet juist met gramschap aan die ijdele waan der trotse zielen.

De tollenaar wist zich geheel onwaardig voor God. Hij had alleen schuld en zonde, en hij bad: O God wees mij zondaar genadig.

En hij vond Gods gunst.

Kijk met die tollenaar zijn we in de buurt van die gunstgenoten, en van de dichter van psalm 116.

Luister maar naar zijn gebed: Och HEERE bevrijd mijn ziel!

Hij zag Gods gericht over zijn schuldig leven. De banden, de boeien van de dood omklemden hem. De angst van de dood en de hel grepen hem aan. En wat heeft hij toen gezegd?

HEERE, help mij want ik ben zo'n waardevol mens voor U. Ik heb zoveel verdiensten en kwaliteiten, zoveel vroomheid en gerechtigheid. U kunt me toch niet laten vallen in de nacht van de dood.

Niets van dat alles.

Aan zijn kant stond het hopeloos, maar in al zijn angsten bleef er één lichtpunt, één houvast over.

De NAAM des HEEREN.

De Naam van de trouwe Verbondsgod, waarin de HEERE ten toon stelt zijn genade en heil. Zijn rijke beloften: Ik ben de HEERE uw God.

Die Naam waarin de HEERE zegt dat Hij de God van verloren, onwaardige mensen wil zijn. Mensen die midden in de dood liggen.

Die Naam stond gekerft in zijn lichaam, in het Verbondsteken: de besnijdenis.

Dezelfde Naam, die God geschreven heeft op ons voorhoofd in de Heilige Doop.

Die Naam blijft over.

Daaraan klemt hij zich met heel zijn hart.

En niet tevergeefs! De HEERE is genadig en rechtvaardig; onze God is ontfermend. Gij hebt mijn ziel gered van de dood, mijn oog van tranen, mijn voet van aanstoot.

Dat zijn de gunstgenoten, die mogen delen in Gods heil.

In het oorspronkelijk betekent dat gunstgenoot, de mens die in al zijn schuld en dood alleen overhoudt die NAAM van God.

Zijn Woord, Zijn beloften. Zijn Christus.

Die, om het te zeggen met de woorden van het Doopformulier al hun zaligheid en reinigmaking alleen buiten zich zelf in Christus zoeken.

En nu zegt de dichter: Laat dat toch uw enig houvast zijn.

Elk ander houvast is waardeloos.

Laat het los! Daarmee komt ge om in de dood, als is het het dierbaarste of het vroomste houvast buiten Christus.

Maar ik heb ervaren, die in de angsten van de dood, en de benauwenis van zijn schuld, die Naam omklemt, die wordt niet prijsgegeven!

Dan ben je kostbaar in 's Heeren oog.

Hoe is het mogelijk?

Verloren zondaren, mensen die het steeds weer verknoeien, die zich onwaardigen weten, kostbaar in Gods oog.

Toch waar! niet om wat wij zijn of hebben, maar omdat het de HEERE zoveel gekost heeft om zulke zondaren in Zijn gunst aan te nemen.

Zo'n dure prijs: de prijs van zijn eigen eniggeboren Zoon.

Het kostbaarste wat Hij had. De dure prijs van het kostbaar bloed van de Heere Jezus Christus.

Gij zijt duur gekocht!

Waarvoor de HEERE deze prijs heeft betaald, zal Hij dat prijs geven in de dood.

Nooit.

Nu mag het voor de gunstgenoten, die de HEERE houden aan Zijn Woord, die Hem voor een betrouwbaar Man houden, lijken in het leven dat toch de dood hen verslinden zal... dat kan niet.

De vijanden mogen hen in 't nauw brengen; de duivel mag op hen af stormen, de angst mag hen naar de keel grijpen, als ze op zichzelf zien, de HEERE zal hen bewaren als een kostbaar sieraad.

Want wat zou het de HEERE wel kosten om hen weg te laten vallen in de dood?

Zijn Naam!

Zijn eer, zijn trouw. De trouw aan Zijn gegeven Woord.

Dan zou God geen God meer zijn!

Laat dit uw troost zijn in alle nood en moedeloosheid, in het uur van de dood.

Kostbaar is in de ogen des HEEREN, de dood van zijn gunstgenoten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1964

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

KOSTBAAR IN GODS OOG

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1964

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's