Spreek, want Uw knecht hoort
Meditatie
Toen kwam de Heere en stelde Zich daar en riep gelijk de andere malen: Samuel, Samuel! En Samuel zeide: Spreek, want Uw knecht hoort. 1 Samuel 3 vs. 10.
Als God komt, komt Hij nooit zonder bedoeling: „Hij riep gelijk de andere malen".
De Heere is niet ongeduldig. Hij gaat niet na één keer roepen weg. Hij laat niet af. Hij houdt aan, totdat Hij gewonnen heeft. Daarin blijkt Hij God te zijn, want wij, mensen, geven het na één of twee keer roepen op. De Heere niet: „Hij riep gelijk de andere malen".
Zijn roepen heeft een adres: „Samuel, Samuel". U krijgt niet de gelegenheid te denken: „Dat is voor een ander bedoeld. Hij roept met name: Samuel, Samuel. Zoals later de Heere Jezus ook de zuster van Lazarus tot de orde zal roepen door tweemaal haar naam te noemen: „Martha, Martha". Zoals nog weer later ook op de weg naar Damascus die andere man werd geroepen: „Saul, Saul".
Dit roepen gebeurde met kracht, zodat Samuel er niet meer onder uit kon. Zijn antwoord blijft dan ook niet uit.
Misschien denkt u, lezer: „Werd ik zo eens geroepen!" Ook al komt hier naar voren, dat Samuel tot het ambt van profeet wordt geroepen, u kunt niet zeggen, dat de Heere u niet roept. Hij roept u, als u uit Zijn Woord leest. Dan klopt Hij aan de deur van uw hart. En wat antwoordde u? Liet u het langs u heengaan?
Samuel niet. Hij zei: „Spreek, want Uw knecht hoort".
U kunt zeggen: "Hij spreekt Elia na". Dat is waar, maar zijn leven legt er getuigenis van af, dat dit geen lippentaal is, maar taal van zijn hart. Als het volk Israël om een koning vraagt, komt Samuel met dit verzoek eerst tot de Heere om te horen, hoe Hij hierover denkt. Spreek, want Uw knecht hoort".
Samuel, tijdens zijn leven een en al oor voor de woorden Gods. Letterlijk staat er dan ook: „Spreek, want Uw knecht is horende".
Spreek, want Uw knecht hoort. Is dat ook ons antwoord? De Heere vraagt een heel leven vol bereidheid tot horen. Het kenmerkende van iemand, die de Heere vreest, is dit: dat hij leert luisteren naar God en Zijn Woord. Van huis uit is het immers bij u en mij: „Hoor Heere, want Uw knecht spreekt". Nu moet het precies andersom worden: „Spreek, want Uw knecht hoort". Dan gaan we iets ervan begrijpen, waarom Samuel en — veel later — ook Maria, de moeder des Heeren, de woorden Gods als een kostbare schat in het hart bewaren.
We hebben geen woorden Gods en geen openbaar gezicht te verwachten, zoals Samuel in zijn dagen. We hebben het profetische Woord, dat zeer vast is en gij doet wèl, dat gij daarop acht hebt als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlicht en de morgenster opgaat in uw harten. Horen wij werkelijk naar dit Woord?
Samuel liet geen van Gods woorden ter aarde vallen. Hij beschouwde ze als een kostbaar kleinood. Doen we zo ook met het luisteren naar een preek, met het persoonlijk bijbellezen, met de schijnbaar toevallige herinnering aan een al lang vergeten bijbeltekst?
Het is één van de benauwende verschijnselen van deze tijd, dat we zo slecht luisteren naar God. We zijn oververmoeid, door allerlei woorden en indrukken, die op ons afkomen. Luisteren met ons hele bestaan kunnen we niet meer. Daarvoor hebben we tijd en concentratie nodig. Daarvoor hebben we ten diepste een geopend oor en een geopend hart nodig. Vangt u zo met open oor en open hart de woorden Gods op? Nog niet? Dan is de God van Samuel machtig ook uw oor te doorboren en uw hart te ontsluiten. U weet het toch wel, dat Hij HEERE heet — de God van het Verbond, waarvan u in uw Doop ook het teken en zegel draagt?
Wie zo leert pleiten op Gods beloften, diens leven wordt vol luisteren naar Gods Woord. Dat houdt niet alleen in, dat we het horen, maar ook gehoorzamen. Het woord van God mag niet ons ene oor ingaan en het andere uit. Het wil in de kracht van de Geest ons leven veranderen, zodat we het niet alleen horen, maar ook ernaar handelen!
Dit alles kan alleen als vrucht van het werk van Hem, Die meer dan Samuel heeft gehoord naar wat God sprak: Jezus Christus. Het Woord van Zijn Vader is voor Hem eten en drinken geweest. Als de duivel Hem na 40 dagen vasten tot verleiding wil brengen, is Zijn antwoord: „De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door de mond Gods uitgaat". Dat Hij zo getrouw is in het horen naar Gods Woord kost Hem het leven. Daarvoor wordt Hij aan het kruis gebracht. De vrome, wetsgetrouwe Joden wilden met al hun vroomheid de duidelijke woorden Gods niet horen en daarom moest de Heere Christus aan het kruis.
Hij is — Gode zij dank! — niet in het graf gebleven. Na Zijn opstanding en hemelvaart is Hij het. Die door Zijn opstahdingskracht zondaars tot biddende leerlingen maakt met de bede: „Spreek, want Uw knecht hoort". Zij, die vroeger alles zo goed zelf wisten, belijden nu in hun onkunde, dat ze van stap tot stap door Hem geleid moeten worden.
Kent u deze houding van Samuel in uw leven? Is dat de gebedsgestalte van uw geloofsleven?
Boven deze gebedshouding komt Gods kind nooit uit. Het is Gods opdracht, dat we dagelijks naar Hem horen. Die tot ons spreekt in Zijn Woord. Dit gebed zal brengen tot gehoorzaamheid van het geloof om ons te voegen naar Zijn wil.
Spreek, want Uw knecht hoort — dat geldt voor u en voor mij, voor nu en altijd.
(Vriezenveen)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 1964
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 1964
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's