Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MARIA ZINGT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MARIA ZINGT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om ieder misverstand te voorkomen: Maria zingt niet alléén! Zacharias zingt en Simeon zingt, Elizabeth en Anna zingen eigenlijk ook. Het begin van het Evangelie van Lukas is een liederenbundel. Of liever gezegd: de blijde boodschap van de komst van Christus wordt omzoomd door liederen. Zijn geboorte is omringd met vrolijke gezangen van bevrijding. Is het wonder, dat al deze liederen zich eerbiedig en blij bewegen rond het Kind in de kribbe. Dat Kind is de toekomst en de uitkomst voor heel Zijn gemeente!

Maria was niet meteen gaan zingen, toen de engel haar de aankondiging van de geboorte des Heeren deed. Hoe kon het ook? Het was te groot, om het, een, twee, drie te verwerken. Ze had stil geluisterd, overrompeld door de groet en de daaropvolgende boodschap. Ze had een bescheiden vraag gesteld, tenslotte had ze zich gewonnen gegeven aan het Woord dat tot haar geschiedde. Dat Woord bewaarde ze in haar hart, het reisde met haar mee naar Elizabeth. Haar lied is een antwoord. En de engel zeide ... En Maria zeide.

Een antwoord, in het geloof gegeven, op een verhoogde toon. Haar aanvankelijk geloof rijpte tot de volle zekerheid, tot een volstrekte overgegevenheid. En toen Elizabeth tot haar zei: Zalig is zij, die geloofd heeft; want de dingen, die haar van de Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden, toen brak de rijpe vrucht van het geloof open in de lof: ,,Mijn ziel maakt groot den Heere". Ze zingt, alsof ze het Kind reeds in haar armen heeft. Zo vast is haar verwachting, zo bevestigt de Heilige Geest, die haar overschaduwt, het Woord, dat volbracht wordt.

Geloven wordt loven. Wie niet gelooft, wordt met stomheid geslagen, kijk maar naar Zacharias. Wie gelooft, waarachtig en vol verwachting, moet er wat van zeggen, zal er van gaan zingen. De een maakt dan de ander aan de gang, daarin is de gemeenschap der heiligen, net als tussen die twee nichten Elizabeth en Maria. Wij kunnen elkaar niet missen in de adventsdagen; als er geen vonk overspringt, blijft er zo veel onder de as van grauwheid en matheid smeulen. Komt maakt God met mij groot!

Dat is zingen. De Heere groot maken. Neen, het betekent niet, iets aan Zijn grootheid toevoegen, dat kan geen mens. Het is veel meer Zijn grootheid ontdekken en erkennen. Groot denken en groot spreken van God, door de verlichting van de Heilige Geest. Wanneer God het Zijne krijgt, krijgt Hij grootheid! Wordt de grootheid, die Hij openbaarde, uitgesproken! Maria grijpt voortdurend terug op die openbaring, niet wat zij van God denkt, maar wat Hij haar bekend maakte, geeft haar stof tot een lofzang. Zijn Naam wordt door haar beleden. De Naam des Heeren, dat is immers Zijn openbaring. Zo maakte Hij zich bekend aan Abraham en aan Israël, aan profeten en psalmisten. Zó maakte Hij zich bekend in woorden en daden. In heel de openbaringsgeschiedenis, is de naam des Heeren uitgeschreven, en wij mogen die spellen, letter voor letter.

Maria doet dat in woorden, die niet helemaal haar eigen woorden zijn. Zij herinneren ons telkens aan andere liederen, liederen die gezongen werden in de gemeente. Liederen van Mozes, van Mirjam, van David. Niet te vergeten, het lied van Hanna, de moeder van Samuel: Legt u het lied van Maria naast dat van Hanna, dan merkt u, dat de woorden en wendingen een grote overeenkomst vertonen. Maria zingt Hanna na. Nee, ik moet het anders stellen: Hanna zingt met Maria mee. De hele gemeente van de oude dag zingt met Maria mee!

Het gaat niet om eigen woorden! Wanneer liefde en lof ten offer gemengd worden, dan doen eigen vondsten niet mee. Dan klinken de woorden, die ons zijn overgeleverd in het Woord, door. Is dit lied dan een oud lied? Het is zo oud als Israël! Toch is het een nieuw lied. Want Maria neemt niets over; het stroomt door haar heen, het zingt in haar, en zij zingt het alleen maar uit, zodat het helder en hoog klinkt: Mijn ziel maakt groot de Heere. Zij is de eerste niet en zij zal de laatste niet zijn, die dat doet.

Gods grote deugden, Gods grote daden zijn de inhoud van dit lied. En, zonder dat de naam van haar Kind genoemd wordt, vinden deze deugden en daden kennelijk hun middelpunt, hun brandpunt in Hem.

Maria noemt het geheim, dat Gabriel haar toevertrouwde niet, met zoveel woorden. Zij spreidt die woorden er overheen, in ootmoedige en diep gevoelde verwondering. Maar onder die woorden vraagt Christus om onze aandacht. Wij mogen Zijn naam noemen, wij moéten dat doen, wanneer Maria spreekt van God mijn Zaligmaker. Spreekt over de grote dingen; over Hem die machtig is en heilig is Zijn naam. Spreekt over Zijn barmhartigheid, die van geslacht tot geslacht duurt, waaraan Hij in de eeuwigheid gedachtig is. In dat licht trekt zij de komst van Christus. Want deze zal groot zijn! Wat zij onder woorden brengt, wordt in Hem vlees en bloed. Achter alles wat zij zingt, staat Hij te wachten. Die komen zal. Eigenlijk doet zij de deur voor Hem open in heel haar lied, zodat Hij uit de woorden naar ons toe komt. De Zaligmaker, in Wien de barmhartigheid Gods Zijn volk bezoekt.

In dit lied passen openbaring en ervaring wonderwel bij elkaar. De openbaring van Gods naam, wordt in haar persoonlijke ervaring bevestigd. En mede daarom, spitst die openbaring zich toe op dat éne punt: God ziet het geringe aan. God vernedert wat hoog is, en verhoogt, wat laag is. Dat is kenmerkend voor deze God, voor Zijn reddende daden. Daar weet Maria van mee te spreken, daarom is dit lied, haar eigen lied. Daarom vertolkt het haar innige gevoelens van dankbaarheid. De Heere deed aan haar, zoals Hij deed aan Israël; zoals Hij doet, omdat Hij de Heere is. Om echt te zingen, is deze ervaring, dit beamen van de openbaring, onmisbaar.

Mag ik nu verder het woord geven aan Luther, die een van de schoonste verklaringen van dit lied gegeven heeft.

In zijn inleiding op de verklaring schrijft hij als volgt:

Als wij deze heilige lofzang goed willen verstaan, moeten wij er op letten, dat de hooggeloofde maagd Maria uit eigen ervaring spreekt, een ervaring, waarin zij door de Heilige Geest is voorgelicht en onderwezen. Want niemand kan God of Gods Woord op de juiste wijze verstaan, dan rechtstreeks door de Heilige Geest. Niemand kan het echter van de Heilige Geest ontvangen, dan door het zelf te ervaren en proefondervindelijk te verstaan. Want de ervaring is de eigen school van de Heilige Geest, waarin Hij zelf les geeft; wat wij daarbuiten leren is niets dan zinledig gepraat en gedaas. Zo ging het de heilige maagd. Doordat zij in eigen leven ondervond, dat God in haar zulke grote dingen werkte, ofschoon zij maar gering, onaanzienlijk, arm en veracht was, onderwees de Heilige Geest haar in deze rijke kunst en wijsheid Gods; dat God zulk een Heere is, die niets anders te doen heeft, dan alleen maar te verhogen wat nederig is en te vernederen wat hoog is, kortom, te breken wat heel en te helen wat gebroken is.

Zo komt het, dat Gods ogen alleen maar in de diepte zien en niet in de hoogte. Want omdat Hij de allerhoogste is en er boven Hem dus niets bestaat, kan Hij onmogelijk zien, naar iets boven Hem; Hij kan ook niet naar iets naast Hem zien, daar niemand Hem gelijk is. Daarom moet Hij noodzakelijkerwijs wel in Zichzelf en naar beneden zien, en hoe dieper iemand onder Hem is, des te beter ziet Hij hem. De ogen van de wereld en van de mensen doen het tegenovergestelde : die kijken alleen naar wat boven hen is, die streven altijd omhoog, dat maken wij dagelijks mee.

Daarom blijft deze manier van zien, alleen aan God voorbehouden. Hij is de enige die in de diepe nood en ellende ziet en nabij is aan allen, die in de diepte zijn. Als wij dat zelf ondervinden, dan krijgen wij Hem zo hartelijk lief, dat ons hart van vreugde over­loopt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 december 1964

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

MARIA ZINGT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 december 1964

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's