Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

9 minuten leestijd Arcering uitzetten



Wegpiraten door Wieland Wouters, Meipocket. Uitgave Meinema N.V., Delft.

Een ingenieur heeft waardevolle tekeningen (blauwdrukken) van een heel nieuwe zuigermotor. Hij stuurt zijn chauffeur en jonge zoon er mee weg. Het wordt een wild-west tocht in optima forma. Als, na veel vechten en schieten, ze op hun bestemming komen, blijkt het, dat de ingenieur per vliegtuig zelf de stukken veilig heeft overgebracht.

Wat te veel aan emoties voor jonge jongens en het christelijk tintje is met de haren er bij gesleept.

C. S. S.

Dr. A. A. van Ruler: De dood wordt overwonnen, 1 Cor. 15 in morgenwijdingen, ing., 171 biz., Callenbach, Nijkerk.

Prof. dr. A. A. van Ruler heeft de indertijd voor de Avro gehouden morgenwijdingen uitgegeven.

Wanneer wij aan de buitenkant beginnen, dan treft u de fleurige band en de keurige uitgave.

De binnenkant, de inhoud is belangrijker. Het onderwerp is geweldig: De dood wordt overwonnen. Vers voor vers volgt prof. van Ruler de uiteenzetting en de prediking van Paulus. Wie aan de grenzen van dit leven verkeert — en wie doet dit eigenlijk niet? — wordt overstelpt met de volheid van de troost uit dit hoofdstuk in leven en in sterven.

Hoe weinig klinkt deze troost en dit onderwijs door tot de gemeente!

Prof. van Ruler maakt zoveel treffende opmerkingen, dat ge telkens de dingen, die hij aan de orde stelt, op u moet laten inwerken.

Bijvoorbeeld: Er is niets heerlijker dan zwemmen op de golven van de zee, gedragen door de diepe watermassa's. Zo is het met de genade Gods. Zij draagt en stuurt een mens (blz. 21).

De werkelijkheid van de heilsfeiten wordt niet vervluchtigd, de feitelijkheid wordt onderstreept (blz. 36 e.a.).

Zo is er veel meer te noemen, dat boeit, dat verwondert en dat verrijkt.

Maar er is evenzeer veel dat tot vragen dringt. Is alle uitverkiezing tot dienst? Is er alleen uitverkiezing terwille van de anderen en niet terwille van de Ander?

Verder is er toch allerlei gradatie in het zien van de apostolische getuigen en ons, die via de apostolische overlevering tot het geloof komen? Ook voor ons — hoe anders ook —• geldt toch het woord, dat een ieder, die de Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, die heeft het eeuwige leven?

Een andere vraag. Mag de verscheidenheid in de prediking (blz. 23) zo uitgebreid worden, dat er ook sprake is van tegenstrijdigheid? Is dit niet een exegese vanuit het heden, die Paulus toeslist niet bedoelt?

Op blz. 32 treft u na een mooie meditatie de opmerking over het opstaan uit de dood: „Dit kan zomaar met elk mens. Wij moeten het alleen doen. God roept ons daartoe." Dit laatste is waar, het eerste ook? Zo is er nog veel meer.

Vooral de verhouding schepping en herschepping en het Middelaarschap van Christus in zijn voorbijgaande gestalte roepen vragen op.

Wat denkt ge van deze zin: „Aan alles komt een einde, ook aan het Evangelie, het kruis en het Christendom".

Het lezen en herlezen doet u via de uiteenzettingen van de schrijver te intenser met 1 Cor. 15 bezig zijn.

Voor de belangstellende gemeenteleden is dit boek zeker te lezen, terwijl de predikanten er veel aan kunnen hebben, b.v. voor bijbellezingen over 1 Cor. 15.

B.

G. Boer, Ik ben de Alpha, 214 blz., geb. ƒ 7, 95, J. Bout, Huizen.

Ds. Boer geeft in dit boek, waarin 17 preken en Bijbellezingen over Gen. 1 zijn opgenomen, goede Schriftuitleg met een klare toepassing voor het persoonlijke leven. Hij laat zien, hoe rijk dit Schriftgedeelte is. Men behoeft waarlijk niet zijn toevlucht te nemen tot vreemde vergeestelijking om de waarschuwing en de vertroosting van dit moeilijke Schriftgedeelte te prediken! De schrijver gaat in op de vragen rondom het spreken Gods, de schepping van de mens, het beeld Gods, man en vrouw, de zegen van de vruchtbaarheid, geboorteregeling, het raadsel van de goede schepping. De actuele vragen, die ons in deze tijd bezig houden worden dus echt niet voorbijgegaan, integendeel, de schrijver zoekt het licht van het Woord Gods te laten vallen over het brede leven van deze tijd. Ik haal enige opmerkingen aan: — Deze geloofstaal is een andere taal dan de taal van de wetenschap. Dat wil zeggen, dat de wetenschap gerust mag doorgaan om de geheimen van het heelal te ontsluieren. Dat is zelfs een opdracht. —- Schrijvende over de opdracht om de aarde te onderwerpen, zegt ds. Boer: Mag een christen de aarde onderwerpen? Hij kan het niet laten! Zijn er dan geen gevaren in deze taken? Meer dan genoeg. Het is echter niet christelijk om in al deze taken achteraan te komen of aanvankelijk tegen al het nieuwe te protesteren en dat later toch geruisloos te aanvaarden. — Wie Adam verliest, verliest Christus. — Een ongeestelijke gemeente is de ontbinding nabij. — Voor welk brood werkt gij? — Over geboortebeperking zegt de schrijver behartenswaardige dingen. Daar las ik o.a.: Hadden wij maar meer artsen, die voor Gods Woord beven en zich in Gods grote daden verblijden! Hadden wij maar meer jonge ouders, die een groot crediet hebben voor de belovende God!

Ik hoop, dat velen dit boek met zegen mogen lezen.

Bt.

A. Parrot, Abraham en zijn tijd, 168 blz., geb. ƒ 12.90, ing. ƒ 11.50. Uitgevers-Mij. G. F. CaUenbach, Nijkerk, 1964.

Sinds de stroom van archeologische ontdekkingen nieuw licht gaf over de tijd van de aartsvaders, staat de oud-testamentische wetenschap wel wat anders tegenover de verhalen, die op de patriarchen betrekking hebben, dan een halve eeuw geleden. De opgravingen hebben wel bewezen, dat deze verhalen uitstekend passen in de tijd van de aartsvaders. Renckens spreekt van de situatie-echtheid van de Genesis-verhalen.

Van dit alles vertelt Parrot in dit 12de (eigenlijk 13de) deel van de serie Bijbel en Archeologie. Hij volgt Abraham uit Ur naar Haran en vandaar naar Sichem, waarbij de klemtoon valt op wat door de opgravingen bekend is geworden, niet het minst op wat wij weten door de vondsten van Teil Hariri (het oude Mari) aan de Midden-Euphraat, waar een twintig-duizend kleitabletten zijn gevonden. Ten aanzien van Gen. 14 wijst de auteur er op, hoe gereserveerd de geleerden thans staan ten aanzien van de identificatie van de vier koningen met ons bekende figuren. Dankbaar ben ik voor de opmerking, dat de aanwezigheid van kamelen op de weideplaats van de patriarchen archeologisch vaststaat. Belangrijk is ook het hoofdstuk over de godsdienst van Abraham, al komen slechts enige vragen aan de orde.

Het is populair wetenschappelijk werk, waarbij u beurtelings op het ene of op het andere woord nadruk kunt leggen. Ieder, die zich interesseert voor de archeologie in verband met de Bijbel, vindt in dit werk informatie uit de eerste hand. U moogt met de schrijver op zijn tijd van mening verschillen, ik denk in 't algemeen aan de datering van de stukken, maar ook wel aan andere dingen. Bijv.: „Een ander aspect van de godsdienst van Abraham is ongetwijfeld zijn zorg om de zuiverheid van de stam te bewaren". Is dat zo? Ik heb het oorspronkelijk hier niet voor mij; hier kon wel eens staan: ras. Maar ook als dit niet het geval is, dan blijft voor mij als eerste: de geestelijke betrekking.

Het werk is prachtig uitgevoerd met duidelijke tekeningen in de tekst en bovendien een aantal sprekende foto's. Met dankbaarheid nam ik van dit boek kennis,

Bt.

F. J, Pop, Bijbelse woorden en hun geheim, 642 blz., geb. ƒ 35, —. Boekencentrum, 1965.

Van dit bekende werk, dat een verklaring geeft van een aantal Bijbelse woorden verscheen deel 1 in 1951 en deel 2 in 1958. Nu beide delen moesten worden herdrukt, zijn zij tot één deel verenigd. Het geheel is een zeer fraai werk geworden, gemakkelijk te hanteren en typografisch uitstekend verzorgd.

Ook wat de inhoud betreft kan van dit werk veel goed gezegd worden. Het is niet in de eerste plaats voor theologen geschreven, maar ook zij zullen aan een stelselmatige bestudering van dit boek veel hebben.

Sommige artikelen zijn zeer uitvoerig, o.a. dat over bekering en zich bekeren; het artikel over geloof. — 't Lijkt zo eenvoudig om te antwoorden op de vraag, wat b.v. gerechtigheid in de Bijbel betekent. Dit boek toont wel duidelijk, dat hier meer aan vastzit dan oppervlakkig schijnt. De gerechtigheid, zegt de schrijver, is de garantie van Gods Verbond.

De schrijver geeft op populaire wijze weer, wat o.a. het grote Woordenboek van Kittel geeft, wat niet wil zeggen, dat de schrijver niet eigen wegen zou gaan. Het boek is daar het sterkst waar de schrijver zich het nauwst aansluit aan de Schrift. Ik vond vele goede opmerkingen en verbanden; de schrijver erkent, dat de plaatsvervanging in de Schrift geleerd wordt en zo zijn er veel meer dingen te noemen.

In boeken als deze schuilt meer dan eens het gevaar in de methode. Men trekt uit etymologie theologische conclusies; men spreekt van begrip, een woord, dat nog al eens in Kittel voorkomt. Het woord idee wordt gemeden, waarschijnlijk omdat dat Grieks is, alsof het niet verstaan kan worden in volkomen andere zin! Ik las meer dan eens: Letterlijk betekent dit woord. Dat gaat de theoloog zeggen: nu, wat wilt u daarmee? — Ook over waarheidsbegrip (waarom die combinatie; het gaat toch om het woord waarheid? ) „De Griek dacht daarbij aan de verborgen werkelijkheid die achter de aardse verschijnselen ligt. De waarheid leren kennen was voor hem hetzelfde als tot deze verborgen werkelijkheid achter de dingen doordringen. Daarvan maakt Johannes gebruik als hij deze Grieken over Jezus wil vertellen." Welke Griek wordt hier bedoeld? De Griekse filosoof? Gaat het tegen hen in het Evangelie? Of moeten wij vragen: Wat was voor het gewone volk van die dagen waarheid?

Zo zouden wij verscheidene artikelen onder de loep kunnen nemen. Bij het artikel over Woord gaat de schrijver uit van wat bij velen in onze tijd (vooraan Pedersen) leeft: De dabar (het Hebreeuwse woord voor woord) van iets of iemand is in het Hebreeuws: de eigen betekenis of de eigen plaats van iets of iemand. De dabar is datgene wat van iemand uitgaat en waardoor hij zich doet kennen. Het is de vraag of dit juist is. Bovendien en uiteindelijk beslist het verband over de zin van een woord. Een woord wordt o.a. bepaald door wat er soms achter staat b.v. woord des Heren; daarbij legt het Hebreeuws de nadruk op de eenheid van deze uitdrukking.

Uit de aard ga ik hier niet verder op in, ook omdat de schrijver zich in deze gevolgtrekkingen sterke beperkingen heeft opgelegd. Hij geeft een enorm veel Bijbels materiaal en daarom is dit werk voor bredere studie van de Schrift onmisbaar. Bij velen is er ten aanzien van deze dingen een groot manco, dat door werken als deze kan worden verholpen.

Het is een boek, dat de geest verrijkt.

Bt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's