Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een ruime nodiging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een ruime nodiging

Een ruime nodiging (4 slot)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Komt herwaarts tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. (Mattheüs 11 : 28).

Nadat we in de vorige meditatie hebben nagegaan hoe de Heere Jezus in Zijn gesprek met de hemelse Vader de Uitverkiezing geplaatst heeft in het licht, waarin wij die ook moeten zien, namelijk als een zaak, die alleen maar ten volle bekend is in de Goddelijke huishouding, komt toch wèl even de vraag naar voren: maar is er dan niemand, die wordt uitgesloten van het heil? Gaan we met de ontwikkelde beschouwing niet langs de rand van de leer der algemene verzoening?

Lezer er wordt inderdaad in onze tekst een scheidingslijn openbaar. De Heere Jezus heeft gezegd: komt herwaarts, dat is: hierheen. Elke andere richting, die u uitgaat eindigt in de dood. Deze richting uit, naar Mij toe, is het leven. Goed bezien is het dus zo, dat de Heere Jezus Zelf de scheiding uitmaakt. Hij is de rots des behouds of de rots der ergernis. Hiermee zijn we weer terecht in het verband van de tekst, waar de onboetvaardige steden, in welke de krachten van de Heere Jezus het meest geschied waren, met verwijten en oordelen zijn overladen. Voor hen zou de Heere Jezus wel eens de rots der ergernis kunnen worden, waarover zij voor eeuwig ten val komen. Maar anderzijds nodigt de Heere allen tot zich, want niemand zal Hem ooit kunnen verwijten, dat hij niet tot Jezus mocht komen. Wie niet komt tot Hem maar een andere richting uitgaat, kiest welbewust niet voor het leven, maar voor de dood. De persoon van Christus maakt dus de scheiding uit. Wie niet voor Hem is, is tegen Hem. Hij is in de wereld gekomen tot een oordeel, dat is tot een crisis. Het woord crisis is afgeleid van een werkwoord (Grieks), dat „scheiden" betekent. Christus brengt scheiding. Hij wil vergaderen allen, die Hij ontmoet, zelfs het vijandige Jeruzalem. Maar zij wilden tot Hem niet komen.

We moeten dan ook de ruime nodiging van onze tekst zien als een laatste roep tot behoud aan bewoners van steden, die onder het oordeel liggen, als een uiterste nodiging tot het heil in Hem voor allen, die onder de vloek Gods geoordeeld liggen. Tegenover het universele oordeel, dat onmiddellijk aan onze tekst voorafgaat, dat uitgesproken werd over de onboetvaardigen. komt nu de universele nodiging tot het heil in Christus, tot de rust in Hem. Wie op deze uiterste nodiging „neen" zegt, wordt buitengesloten, die sluit zichzelf buiten. Zijn ondergang is zijn eigen schuld.

Komt herwaarts, hierheen, zegt de Heere Jezus. Dit is de weg tot de ware rust. Elke andere weg, ook die, welke de Farizeeërs wijzen, en waarlangs men zelf door eigen werken de zaligheid en de rust moet zien te verdienen, eindigt in de dood. Bij de Heere Jezus is het leven en de rust. Deze begrippen hangen nauw met elkaar samen. De zondaar, die voortgaat op eigen wegen, maakt heel veel ellende mee en mist temidden van die alle: rust. Hij kan niet verder kijken dan alleen maar wat voor ogen is. Daar is geen kennis van Christus, geen kennis van de grootheid van Zijn werk en arbeid, dus ook geen rusten in Hem, Die alle dingen regeert. Dat is al de minste, openbaring van de rust, die in de Heere is. Dan is daar de godsdienstige mens, die geleerd is, dat hij zelf alles moet doen: zich bekeren, geloven, zijn hart veranderen, zijn leven vernieuwen, zijn naasten liefhebben en bovenal God liefhebben.

Velen leggen zulke lasten aan de mensen op in de vorm van een strakke moraalprediking, zonder wedergeboorte. Wie een nieuwe moraal nastreeft zonder te weten van de wedergeboorte, vindt geen rust, maar blijft vermoeid en belast, zonder het dikwijls zelf te weten. Maar rust kent hij niet. Die rust is er alleen in Christus. Tot die rust nodigt Hij op ruime wijze. Toch dienen we wèl heel goed in het oog te houden, dat deze ruime nodiging het karakter houdt van een allerlaatste en alleruiterste roep tot de enig ware rust in Christus. Dat maakt dit woord tot een ontzaglijk ernstig woord, dat dringt tot een zich haasten om des levens wil. Buiten Christus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf.

In Hem is de rust. In het gekomen zijn tot Hem ligt de zalige vrede. Dit wordt door de Heere Jezus Zelf nog met nadruk toegelicht in het slot van Zijn onderwijs in dit hoofdstuk. Omdat dit zo vaak verkeerd wordt uitgelegd door hen, die 't lezen, willen we hierover nog ten besluite van deze meditaties iets schrijven. Het gaat over het op­ nemen van een juk, maar onmiddellijk daaraan verbindt de Heere Jezus de woorden: en leert van Mij. Dus het is geen „juk op je nemen" zonder meer. Het is namelijk zo, dat wie tot de Heere Jezus heeft mogen komen; wie deze ruime nodiging te sterk- is geworden, die door de Heere Zelf is overwonnen, die zal betrokken worden in een geheel nieuw leven, dat gekenmerkt is door dankbaarheid.

Waar dit leven der dankbaarheid voor al Gods kinderen nog heel veel te leren meebrengt en zij zichzelf, gaande achter de Heere aan, nog heel veel moeten beschuldigen van ontrouw en ongeloof, , tekent de Heere dit leven als een jukdragend leven. Maar het is niet het juk der dienstbaarheid, maar der dankbaarheid. Om het te kunnen dragen nodigt de Heere allen, die achter Hem aankomen, ter school bij Hem, opdat Hij hen leren zou. En: wat moeten zij dan van de Heere Jezus leren? Moeten zij altijd weer zichzelf voorhouden: denk er om, als het leven niet is wat het zijn moet, is daar de zweep van de drijver? Neen, de Heere leert de Zijnen. Hij zegt: leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart. Dat is iets anders dan dat Hij zeggen zou: leert van Mij zachtmoedigheid en nederigheid. Het gaat niet om bepaalde eigenschappen te leren, maar om de Heere steeds meer te leren kennen en het leven, waartoe Hij geroepen heeft des te beter te leren verstaan in zijn grote rijkdom, om de rust, die in Hem is te meer te leren verstaan en waarderen. Wij moeten steeds beter weten wat er in Christus is. Er zijn vele leraars, waarmee het volk van vermoeiden en belasten heeft kennis gemaakt, maar zij, de Farizeeërs, kenmerkten zich niet bepaald door nederigheid. Zij waren verschrikkelijk hoogmoedig.

Hiertegenover zegt de Heere: leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart. In deze lijdenstijd leren we daar iets meer van verstaan. De Heere Jezus is nederig: Hij kruipt met de wormen in het stof. Neen, Hij zit niet als de Farizeeërs, op het gestoelte der eer, waarmee zij boven de mensen uit steken. Neen, Hij buigt heel diep onder de lasten der zonden van al de Zijnen. Die zal Hij op Zijn rug laden en daarmee ondergaan in de dood. Hij, die de zwakheid en de vermoeidheid en de belastheid van al de Zijnen kent, is zó zachtmoedig en zó nederig van hart, dat Hij voor hen ten dode vermoeid wil zijn en sterven. Zo zal de Heere een eind maken aan de lasten en vermoeidheden der Zijnen en in deze weg van lijden en sterven komen tot de opstanding. Hieruit mogen zij plukken de vruchten van gerechtigheid en vrede, van rust in de Heere.

De lasten en vermoeidheden, waarvan de Heere Jezus verlost, zijn geen gevoeligheden, maar bittere werkelijkheid. Dat hebben we u in de aanvang met nadruk verzekerd opdat we niet op gevoelens zouden drijven. Het is de werkelijkheid van de eis Gods neergelegd in Zijn heilige Wet. Die wet gaf de Heere om aan vermoeidheid en belastheid te ontdekken. En de ontdekten, die geschrokken zijn van de werkelijkheid, hebben met ontroering de ruime nodiging van Christus beluisterd en hebben ondervonden hoe zij, nadat die nodiging aan hun hart geheiligd was, er bij de Heere rust te vinden was voor hen. Maar zij hebben ook gezien, dat die rust gegrond is op het werk van Christus voor hen. Hun lasten heeft Hij gedragen. De vermoeidheden, die de eis der Wet Gods over hen bracht, heeft Hij op Zich genomen en daardoor is de Vader, die de lasten oplegde, als Rechter verzoend. Dit is weer een facet van de rust, waartoe Christus nodigt.

Zo hebben we in een viertal meditaties nagegaan de boodschap van de Heere Jezus waarin Hij een ruime nodiging deed uitgaan tot allen, die vermoeid en belast zijn. In de nodiging sluit Hij allen in, die het weten en die het niet weten wat de werkelijkheid van hun leven is. Hij sluit ook u in, lezer. Hebt u dit al verstaan? Zoekt u rust? Is u bij dit zoeken niet vaak teleurgesteld? U hebt gehoord, dat er maar één weg is tot de rust voor vermoeiden en belasten, dat is alleen naar de Heere Jezus toe. De Heere heeft het zó gesteld: hierheen, naar Mij toe: leven en rust. Daarheen: de onrust van de eeuwige dood. Zie af van uw grootheid, die toch maar inbeelding is en hoort het Woord van de Heere Jezus, met de ruime nodiging.

Het is goed erbij te blijven bedenken, dat „deze dingen" de wijzen en verstandigen verborgen zijn en de kinderkens zijn geopenbaard. Zo is het Welbehagen des Vaders.

D' eenvoudigen wil God steeds gadeslaan; 'k Was uitgeteerd, maar Hij zag op mij neder. Keer, mijne ziel, tot uwe ruste weder; Gij zijt verlost; God heeft u welgedaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Een ruime nodiging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's