Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ABRAHAM CAPADOSE (I) (1795-1874)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ABRAHAM CAPADOSE (I) (1795-1874)

8 minuten leestijd

HET RÉVEIL 30

Onze taak is een drietal artikelen te wijden aan Abraham Capadose, een der figuren van het Nederlandse Réveil, waarbij wij speciaal dienden te letten op zijn verhouding ten opzichte van de Heilige Schrift, de Kerk en de cultuur. Welnu, na een korte levensbeschrijving Van Capadose zullen we in dit eerste artikel letten op Capadose en de Heilige Schrift, terwijl het tweede artikel zal handelen over Capadose en de Kerk, en het derde artikel over Capadose en de cultuur. Alles zal beknopt worden weergegeven. Degene, die meer wil weten van Capadose moge verwezen worden naar de dissertatie van dr. D. Kalmijn over Abraham Capadose.

Abraham Capadose werd in 1795 te Amsterdam geboren. Evenals een andere bekende. Réveil-figuur, Da Costa, was hij Jood van geboorte. Zijn vader was wijnhandelaar van beroep, en behoorde tot de Portugees-Israëlitische gemeente in de hoofdstad. Een lagere school schijnt Capadose niet bezocht te hebben, daar het in zijn milieu gebruikelijk was het lager onderwijs aan een gouverneur op te dragen. Wel heeft Capadose de stedelijke Latijnse School te Amsterdam bezocht, alwaar hij in 1807 werd ingeschreven.

In tegenstelling tot het ouderlijk huis van Da Costa, was de opvoeding in het gezin, waaruit Capadose voortkwam, niet erg godsdienstig gericht. De opvoeding was meer zedelijk georiënteerd. Zij bestond in het verwekken van een afkeer van het kwaad, en het aankweken van liefde tot de deugd. Van het vervullen van godsdienstplichten in de kring van het gezin kwam weinig terecht. Zelden zag hij thuis iemand bidden. Capadose heeft een ongelukkige jeugd gehad, en had bovendien een zwakke gezondheid. Hij leed zijn gehele leven lang aan asthma. Als dit niet een zekere compensatie had gekregen op geestelijk gebied zou hij te gronde zijn gegaan. Daarom wilde Capadose het voorbeeld volgen van zijn oom dr. Imanuël Capadose, en een vooraanstaand geneesheer worden.

In 1814 liet Capadose zich dan ook inschrijven aan de Leidse universiteit, om overeenkomstig de wil van zijn ouders daar medicijnen te gaan studeren. Zijn studiejaren te Leiden zijn belangrijk geweest niet alleen voor zijn wetenschappelijke, maar  vooral ook voor zijn zedelijk-godsdienstige vorming. Immers tijdens zijn studie in Leiden raakt Capadose nauwer bevriend met Da Costa, die in 1816 naar Leiden kwam, en die Capadose reeds kende. Maar vooral is van belang, dat zij samen in Leiden sedert 1817 de lessen in de Vaderlandse Geschiedenis van Willem Bilderdijk volgen. Daar Capadose toen reeds in zijn laatste studiejaar was, heeft hij Bilderdijk weliswaar niet zo lang te Leiden gevolgd. Desondanks heeft Bilderdijk's invloed diep op hem ingewerkt. Het is ook Bilderdijk geweest, die Capadose, zonder het bewust te willen, in de richting van het Christendom heeft gestuurd.

Na de voltooiing van zijn studie keerde Capadose naar zijn geboortestad Amsterdam terug. Zijn kinderloze oom had hem als zijn zoon en opvolger aangenomen. Capadose ging bij hem inwonen, en zou enkele jaren als praktizerend arts werkzaam zijn. Toen echter Capadose samen met Da Costa in 1822 openlijk tot het Christendom was toegetreden, leidde dit tot een breuk tussen Capadose en zijn omgeving, met als gevolg, dat hem de schitterende praktijk van zijn oom ontging. Ook na zijn bekering heeft hij nog enige jaren de praktijk uitgeoefend, maar tenslotte moest hij er wegens zijn slechte gezondheid mee ophouden. Door ernstige asthma-aanvallen was hij dikwijls niet in staat om zijn patiënten te bezoeken. In 1829 is Capadose in het huwelijk getreden met Adriana van der Houven. Van 1831—1833 woonde Capadose met zijn gezin in Scherpenzeel in Gelderland. Van 1833—1836 in Den Haag. In de jaren 1836/37 treffen we hem voor zijn gezondheid in Zwitserland aan. Hier komt zijn vrouw te overlijden. Na zijn terugkeer in 1837 vestigt Capadose zich weer in Den Haag, waar hij tot zijn dood in 1874 zou blijven wonen. In 1839 sloot hij een tweede huwelijk, deze maal met Hendrika Jacoba Abrahamsz. Ondanks zijn zwakke gezondheid beriekte Capadose toch een vrij hoge leeftijd. In 1874 is hij op 79-jarige leeftijd in Den Haag overleden, waar hij ook begraven is.

Na aldus in 't kort de levensloop van Capadose te hebben gevolgd, gaan we nu nader in op Gapadose's houding ten opzichte van de Heilige Schrift. Bij Capadose kunnen wij constateren een ontwikkeling van een volkomen onverschilligheid voor de religieuze boodschap van de bijbel tot een kinderlijk, diepgelovig en toegewijd vertrouwen in het woord van de Heilige Schrift. De godsdienstige opvoeding in het ouderlijk huis buiten beschouwing gelaten, kunnen wij deze onverschilligheid voor de heilsboodschap van de Schrift bij Capadose constateren tijdens zijn studiejaren in Leiden. Weliswaar hielden Capadose en Da Costa zich toen samen met Schriftstudie bezig, maar vraag niet, om welke redenen en op welke wijze. In het jaar 1816 begonnen de twee vrienden de Schrift te lezen uit nationale trots. Zij wilden Joden van de oude stempel worden. Het zogenaamde juste milieu, dat zij in hun ouderlijke woningen en in hun joodse kring veelal zagen, stuitte hun tegen de borst. Capadose en Da Costa wilden bij de christenen meer eerbied voor de joodse natie inboezemen. Maar deze poging tot schriftonderzoek, in hun onbekeerde staat ondernomen, verliep niet al te best. Het was hun niet mogelijk verder dan Genesis door» te lezen. De beide vrienden veroorloofden zich bij hun bijbelonderzoek geestigheden en spotternijen, het natuurlijk gemoed eigen, ja zelfs lasteringen. Capadose stelde tenslotte voor, er maar liever mee op te houden, hetgeen ze dan ook deden.

Enkele jaren later, in 1821, zouden Capadose en Da Costa wederom samen de Schrift onderzoeken, maar nu in een andere gemoedsgesteldheid. Onder de indruk van het feit, dat een man als Bilderdijk aan de echtheid van de christelijke godsdienst geloof hechtte, begon Capadose het evangelie van Mattheüs te lezen. Het trof hem, dat daarin volstrekt niet het gezag van het Oude Testament omvergeworpen werd, maar integendeel juist de eenheid van Oud- en- Nieuw-Testament uit de vervulling der profetie bewezen werd. Toen hij in deze tijd in een nacht Jesaja 53 las, werd hij getroffen door de zeer sterke overeenkomst met hetgeen hij in het evangelie over het lijden van Christus had gelezen. Hij kon er nu niet meer aan twijfelen, dat Jezus de beloofde Messias was. Reeds dikwijls had hij Jesaja 53 gelezen, maar nu deed hij het bestraald met het hcht van Gods Geest. Dit was het ogenblik van Capadose's bekering. Van toen af kreeg zijn onderzoek van Gods Woord een geheel andere zin. Capadose zegt ervan: „Zoo dikwerf ik den tocht der twee discipelen naar Emmaüs lees, herinner ik mij de uren, waarop ik met mijn vriend wandelde. Evenals zij konden wij zeggen: „Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg, en als Hij ons de Schriften opende? " In de Schriften vond hij Christus. Een nieuwe wereld ging voor hem open. Capadose en Da Costa zijn samen tot het inzicht gekomen, dat het Oude Testament getuigt van de aan de vaderen beloofde en in Jezus van Nazareth verschenen Messias.

Vanaf die tijd is Capadose's Schriftbeschouwing gekenmerkt door een streng-gelovig vasthouden aan de woordelijke inspiratie van de Heilige Schrift. Elk tornen aan het schriftwoord vond in Capadose een groot tegenstander. Dat blijkt ook wel uit het feit, dat Capadose in 1828 uitgaf een „Brief over den grooten visch van den profeet Jona, aan een liefhebber van Gods Woord, tot bevestiging zijn geloofs". In die tijd was er namelijk in Amsterdam een walvis te bezichtigen, waardoor er twijfel rees aan de waarheid van het geschreven Woord Gods. Het dier bleek namelijk zo'n nauw keelgat te hebben, dat een volwassen mens er volstrekt niet door kon. Capadose betoogt nu, dat ware kennis en geloof niet met elkaar in strijd kunnen komen. Want het was niet een walvis, die Jona opslokte, maar het zal een potvis geweest zijn. Dit, beest heeft inderdaad een groot keelgat, en leeft in de Middellandse Zee, terwijl de eigenlijke walvis in de noordelijke zeeën wordt aangetroffen.

Niet altijd waren Capadose's schriftbeschouwingen en die van Da Costa volkomen identiek. Naar aanleiding van Da Costa's „Voorlezingen over de verscheidenheid en de overeenstemming der vier evangeliën" (1840) kwam enig verschil van inzicht tussen beide Réveil-figuren aan het licht. Da Costa trachtte naar de mening van Capadose te veel te harmoniëren. Dat Da Costa het maar steeds over het „subjectieve standpunt" van Mattheüs heeft, doet Capadose toch vragen: „Waar blijft dan nu de inspiratie? " Zo blijkt, dat Capadose's Schriftbeschouwing strakker was dan die van Da Costa, en dat hij minder geneigd was, om in de Schrift het persoonlijke, het subjectieve element van de schrijver te erkennen.

Toch accordeerden Capadose en Da Costa in ander opzicht bijzonder wèl. Om met een belangrijk gegeven, voortvloeiende uit hun beider jood-zijn, te besluiten: Capadose en Da Costa hadden tegen de algemeen in de christelijke kerk heersende, en ook door de reformatoren aangehangen interpretatie van de Heilige Schrift wel dit bezwaar, dat men tot nu toe in het algemeen gewoon geweest was de Schriftplaatsen, die van toekomstige zegeningen, bloei en heerlijkheid in Israël gewag maken, in geestelijke zin alleen op de christelijke Kerk toe te passen, maar bij Abrahams nakomelingen de letterlijke vervulling van de bedreigingen en straf aankondigingen te zoeken. Naar hun inzicht was door deze spiritualistische verklaring van Israels profeten, het aan de Reformatie voorshands niet gegeven, het joodse vraagstuk op de juiste wijze in het vizier te krijgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

ABRAHAM CAPADOSE (I) (1795-1874)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 mei 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's