Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET ZOUT DER AARDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET ZOUT DER AARDE

5 minuten leestijd

Gij zijt het zout der aarde. Matth. 5 : 13.

Zout wordt gebruikt om de spijzen smakelijk te maken en voor bederf te behoeden. Met de aarde zijn de mensen op aarde bedoeld, zoals wij de mensen op de wereld wel kortweg „de wereld" noemen. De wereld nu is evenals spijzen aan bederf onderhevig. Ze zou aan het verderf ten prooi vallen, als ze daarvoor niet door de gelovigen werd bewaard. Bovendien zou de wereld nu reeds een smakeloze spijs zijn, als de discipelen van Jezus er niet waren. Het één is een gevolg van het ander: God vindt de wereld weerzinwekkend als bedorven kost en daarom zal ze aan het verderf worden prijsgegeven. De zonde is het bederf, ze werkt ontbindend, al beseft de mens dit van nature slechts zeer ten dele. Nu heeft de zonde in elke eeuw haar eigen vormen. Wij beperken ons tot onze tijd.

Heden wordt de wereld bedorven door corruptie: wie niet oneerlijk is, houdt men voor dom. In de handel en het verkeer onder de mensen kan er nauwelijks vertrouwen bestaan. Verduistering en roof komen steeds meer voor en de schuldigen moeten niet alleen in ongodsdienstige kringen gezocht worden. De wereld wordt bedorven door klassetegenstellingen, die het leven vergallen. Behartiging van elkanders belangen is een zeldzame plant. De één klimt langs de rug van de ander, al trappend, omhoog. Is de arbeider wel een mens in de ogen van de middenstander? Is een middenstander wel een mens in de ogen van een arbeider?

De wereld wordt bedorven door losbandigheid, die orde en regel ondermijnt. Ieder wil baas, niemand wil ondergeschikt zijn. Elke manier om zijn rechten te verdedigen schijnt geoorloofd. Gezag heet dwingelandij.

De wereld wordt bedorven door onzedelijkheid, het typische kenmerk van een ondergaande cultuur. Onfatsoenlijke taal en onwelvoeglijke daden vergiftigen de West-Europese beschaving. Mislukte huwelijken worden aan de lopende band ontbonden. Velen hebben hechte liefde ingeruild voor ongebreidelde zinnelijkheid.

De wereld wordt bedorven door afkeurenswaardig vermaak. De films worden steeds slechter van gehalte, wijl het grote publiek om seks en sensatie vraagt. Radio en televisie dragen het hunne bij aan de verwildering van de zeden. De lectuur is vaak verbijsterend „openhartig". Uit de zorgwekkende tijd duikt men graag en gemakkelijk in irreëel amusement. Zo leeft heden de wereld in en buiten de kerk (de mogelijkheid bestaat ook dat wij bij de wereld horen, al zijn we trouw in de kerk!).

„Gij", zegt Jezus tot zijn leerlingen van toen en nu, „zijt het zout der aarde". Wat een eer! Maar ook: hoe is het mogelijk? Wat onderscheidt de discipelen van de wereld? Hun houding tegenover Jezus en daardoor tegenover God! Zij zijn het zout der aarde omdat zij het evangelie geloven, het evangelie dat aan de mens zijn zonde voor ogen stelt en in hem het besef doet ontstaan dat hij een schuldenaar is voor God, het evangelie dat ook de verlossing verkondigt, die in Christus is. De mens die eigen ongelijk en ongerechtigheid erkent, ontvangt vergeving van zonde en wie in Christus gelooft, wordt vrijgesproken van de schuld. Door het evangelie, dat zij als een kracht van God ervaren hebben, te verkondigen moeten de gelovigen de wereld doordringen, zo als het zout de spijzen. Het ontstaan van de kerk is er de oorzaak van dat de wereld nog niet vergaat. Het evangelie beoogt niet de verwoesting, maar de reiniging en de bewaring van de cultuur. Christendom is geen nihilisme. Handel, kunst, gezin, enz. moeten tegen verwording worden beschermd. Meen niet dat het heden voor de kerk onmogelijk is zulk een doordringende invloed te oefenen, omdat ze te klein van omvang is geworden. Ook in de antieke wereld greep de verwording angstwekkend om zich heen. Maar de christenen hebben in de eerste eeuwen een nieuw, zuiver gemeenschapsleven ontplooid.

De tekst voorspelt niet in hoeverre het de gelovigen zal gelukken de wereld voor bederf te behoeden. Voorwaarde voor het slagen in hun onderneming is, dat de christenen „zout" blijven. Zij moeten het karakter van leerlingen van Jezus behouden. Zullen ze beantwoorden aan hun roeping dan moeten ze het evangelie blijven doorgeven. Dit is niet slechts voorwaarde voor het volbrengen van hun taak, maar ook voor hun persoonlijk heil. Zout dat zijn smaak verliest, wordt om zijn onbruikbaarheid weggeworpen.

Tenslotte een tweetal ideeën ter overpeinzing. Eerst een vraag. Behoort u bij de „wereld"? Zie hoe vreselijk de zonde is: ontbindend! Het evangelie veroordeelt uw heden en uw toekomst. Grijpt u dat niet aan? Het wijst u op uw zonden. Hebt u er nimmer berouw over? Weet dat God in zijn barmhartigheid van de „wereld" „zout" kan maken. Vele godsdienstige mensen „tobben" over hun geestelijk leven en zeggen steeds: „Mocht ik eens weten, dat ik de Here toebehoor". Maar verandert gij die zo spreekt ook uw leven? Ja? Gelooft u ook in Gods vergevende liefde? Neen? Waarom niet? God betoont genade aan schuldenaren, dat blijkt o.a. uit het bestaan van de discipelen! Om Christus' wil vergeeft God de zonden en Hij schenkt door de Heilige Geest kracht om tegen de gebreken te strijden.

De tweede overweging is deze. Laten de gelovigen er op letten hoe zij in de wereld arbeiden. Zout werkt stilzwijgend. Gods kinderen moeten liever door christelijke daden en een enkel woord getuigen van Christus dan door veel woorden en een enkele daad. Zout werkt met innerlijke kracht. Uiterlijk vertoon kan de kerk niet baten; zij werkt in het verborgene. Zout werkt volhardend. Zo moeten de kinderen Gods met veel geduld de wereld om hen heen blijven beïnvloeden.

Wanneer gij u van laksheid in de uitoefening van deze taak moet beschuldigen, bedenk dan dat dit een zonde is, die in deze tijd de gelovigen gemakkelijk overmeestert. Daardoor worden wij niet vrijgepleit, het maakt ons juist des te schuldiger: we zien immers de kwalijke vruchten van deze zonde en vermijden haar desondanks te weinig. Bedenk met dankbaarheid dat God u tot „zout" maakte en vervul uw opdracht tot eer van de Here en tot welzijn van uw medemensen.

H. Goedhart

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 1966

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

HET ZOUT DER AARDE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 1966

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's