Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

.....en bonden Hem. Joh. 18 vers 12 b.

Zij wisten waar Jezus was. Judas had het hen gezegd. Het was nogal gemakklijk om Jezus zo gevangen te nemen. Maar de overpriesters durven niet alleen te komen. Zij nemen soldaten mee, gewapend en al. Er is vrees te over. Wel een bewijs dat ze Hem, Jezus niet kennen. Wat een belaching op deze wijze tot de Heere Jezus te gaan. Ook wat een onkunde en ongeloof. Dagelijks hadden ze het gezien hoe men tot Hem kon gaan zonder te vrezen. Er waren in Jezus' leven al zovelen tot Hem gekomen. De een was blind, de ander kreupel en weer anderen waren ziek. Zij waren gekomen zonder soldaten. Zij kwamen om door Jezus geholpen te worden en door Hem gezegend te worden. In hun hart was geen haat, die gloeide, maar een verlangen, een brandend verlangen. Zij waren gekomen om door Hem aangeraakt te worden. Zij waren gekomen, niet geleid door Judas, door de geest uit de afgrond, maar door de Heilige Geest. Althans zo waren er velen geweest. Zij waren niet gewapend, maar ontwapend. Dan is er geen machtsvertoon van de kant van de mens. Zij, die zo kwamen stalden eigen onmacht uit. Zij, die zo kwamen zochten Jezus' macht. Met open armen had Jezus deze hulpelozen ontvangen. Het was een beleving: Die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen.

Met deze bende was het zo anders. De genezing door Jezus van het oor van Malchus schijnt meer hun woede op te wekken, dan dat het hen vertedert en vernedert. Is dit verharding? Zij willen niet door Hem geholpen worden. Zij hebben Jezus niet nodig, maar moeten Hem kwijt. Zij duchten Hem in hun haat. Hun plan gelukt. Jezus laat hen hun gang gaan. Hij laat God Zijn gang gaan. Wat God niet verhindert zal Hij nu ook niet verhinderen. Hij laat zich binden. De soldaten grijpen Jezus en binden Hem. Dat is wat. Mensen, die Jezus handen binden! Mensen, die Jezus de handen binden als waren het handen van een moordenaar.

Mensen, ja, is daar ook onze naam niet mee genoemd? Laten wij Hem Zijn gang gaan in ons leven? Hoeveel malen binden wij Hem de handen niet en verhinderen Hem in Zijn werk onder ons en in ons. Het is de zonde der eeuwen geweest God te willen tegenwerken. Is dit nu anders? Wie wil er dat Hij koning over ons is? Zijn handen uitgebreid de ganse dag tot een wederspannig volk. Zo was het in Israël. En zij bonden Hem. Zijn handen uitgebreid de ganse dag tot een wederspannig volk. Zo is het ook nu nog in de verkondiging van Zijn Woord. Ook nu nog wandelt Jezus onder ons in het kleed van Zijn Woord. En wij binden Hem. Hier staan wij tussen deze soldaten en dienaars van de overpriesters.

Zij namen Jezus gezamenlijk en bonden Hem. Dat woord gezamenlijk sluit ook ons in. Ik ben één van die bende. Mijn zonde deed Hem binden. Het ongeloof grijpt naar alle wapens, die er te vinden zijn om zelf vrij te blijven en God en Jezus de vrijheid te ontnemen.

...en bonden Hem. Daarachter schuilt Christus' liefde. Hij laat zich binden. De bende is hier blind voor. Zijn macht hebben ze ondervonden. Toen vielen ze ter aarde. Jezus is sterker dan zij. Het is niet Zijn onmacht dat Hij zich geeft. Het is juist Zijn macht. Hij geeft zich. Hij geeft zich aan Zijn slachters als het Lam. Hij laat zich wegvoeren naar de rechtplaats en slachtplaats. Zó kan Hij tot zegen worden. Zij denken dat het ten kwade is. Hij weet dat het ten goede is. Hij laat zich in Zijn werk niet verhinderen. Daarom verdraagt Hij de banden. Hij geeft zich niet over aan de mens, maar Hij laat zich binden aan Zijn arbeid. Hij rukt zich niet los van Zijn opdracht. Hij volgt de weg en vervolgt Zijn weg. Wel gebonden, maar nooit meer vrij dan nu om te volbrengen: Ik kom om Uw wil te doen. Het is geen gedwongen weg. Jezus kende geen gedwongen gehoorzaamheid. Het is vrije liefde, die Hem bewoog. Wel gebonden aan de wil Zijns Vaders, maar dan in liefde: „Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede”.

Nu is Jezus ook gebonden door de band der liefde aan degenen, die Hem de Vader gegeven heeft. Zo gij Mij zoekt laat dezen heengaan. Laat dezen dan vrij zijn. Dat sprak Hij kort tevoren. Maar het was profetie. Hij gebonden opdat zij ontbonden worden.

.... en bonden Hem. Dat was om ons te ontbinden. Ben ik dan gebonden? Ben ik dan niet vrij? Heeft u nooit gemerkt een gebondene te zijn? Neen, niet aan handen en voeten. Nog veel erger, nog veel meer gebonden. Wij zijn met ons ganse bestaan gebonden door banden des doods en der zonden. De mens heeft zich verbonden aan de duivel en de zonde en de dood. En wie zich daaraan bindt, wordt gebonden. De duivel laat zijn prooi niet los. Wij zijn ook aan onze schuld gebonden. Het recht Gods bindt ons daarop. Wie dat ziet zegt: „Ik lag gekneld in banden van de dood”.

Daar komt niemand van los in eigen kracht. God moet u daarvan bevrijden. Christus kwam daarvoor. Hij is gekomen om de gebondenen te ontbinden, te bevrijden. Maar daarvoor moest Hij zichzelf laten binden. Daarvoor moest Hij zich gebonden naar de rechtplaats laten voeren.

Niets heeft Hij nagelaten om te bevrijden. Hij laat zich aan het kruis binden opdat het pak der schuldenlast ons worde afgebonden. Hij laat zich straks in de doodsdoeken binden, opdat wij van die band des doods bevrijd worden. Niets laat Hij na om een volkomen Verlosser te zijn.

Laten wij die soldaten, die Hem bonden, maar niet minachten. Het is om onze zonden. Laten wij de ernst van dit woord op ons laten inwerken. De Geest binde het op ons hart. Zie toch uw medeschuldig zijn.

Aanbid DE GEBONDENE in Zijn overgeven tot in de dood. Maak ootmoedig gebruik van dit woord: ... en bonden HEM.

Zijn handen zijn weer ontbonden. Zijn werk moet voltooid. In de opstanding heeft Hij Zijn handen uitgestrekt om voort te gaan. Vijanden bonden Hem. God heeft Hem ontbonden en macht gegeven vele gebondenen te bevrijden. Nu verlost Hij uit alle heerschappij des duivels. Na de opstanding verkreeg Hij ruime armslag om velen te verlossen. Hij zendt Zijn Geest, waarheen Zijn ontbonden handen wijzen. Zijn eens gebonden en doorwonde handen grijpen elk aan die tot Hem vlucht en roept „Heere behoud mij". Die handen, zij vouwen zich biddend voor de Zijnen. Die handen, zij strekken zich uit, tot zegen der Zijnen.

.... en bonden Hem. Hij gebonden opdat wij ontbonden worden. Wie Hem zo aanbidt, weet van geen banden meer, dan van de band aan Hem. Want: „Indien de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zult gij waarlijk vrij zijn”.

Het enige wat u bindt, laat het de liefdeband met Christus zijn. Het is een band, die wel bindt, maar nooit knelt. Het is de band der gehoorzaamheid uit dankbaarheid. Het is een liefdeband.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1966

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1966

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's