Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IN MEMORIAM PROF. DR. J. SEVERIJN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IN MEMORIAM PROF. DR. J. SEVERIJN

9 minuten leestijd

Op zaterdag 2 juli 1966, des voormiddags omstreeks kwart over tien bereikte ons het ontroerende bericht dat onze voorzitter, prof. dr. J. Severijn ongeveer half tien was overleden.

Wat reeds lang gevreesd en verwacht werd is thans geschied: „En hij stierf...”

In de eerste plaats gaan onze gedachten uit naar mevrouw Severijn en haar zoon, die een zozeer geliefde man en vader moeten missen. De God aller vertroosting moge in Christus de achtergeblevenen die kracht en ondersteuning schenken, die zij thans en in de toekomst zozeer behoeven. Zij mogen zich van onze en veler hartelijke deelneming en medeleven overtuigd houden.

Vervolgens dringt het nu definitief tot ons door dat onze geliefde en hooggeachte voorzitter ons werkelijk is ontvallen. 't Is al weer enkele maanden geleden, dat hij het bestuur in zijn geheel graag wilde ontmoeten om afscheid te nemen. Reeds toen dacht hij dat de Heere hem spoedig tot Zich nemen zou. Nog een half jaar nadien heeft de nu ontslapene mogen leven.Nu eens was de toestand wat beter, dan weer minder gunstig. Wat hadden wij hem graag nog behouden en in onze bestuursvergaderingen zien weerkeren, al was het maar een half uurtje geweest. Maar God heeft het anders gewild. En Zijn doen is ook hierin enkel majesteit, aanbiddelijke heerlijkheid.

Ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag werd een nummer van „De Waarheidsvriend" aan de persoon en het werk van prof. dr. J. Severijn gewijd. Zijn veelzijdige arbeid als predikant, kamerlid, hoogleraar, bijzonder hoogleraar vanwege de Geref. Bond en voorzitter van de Geref. Bond werd door verschillende scribenten in het licht gesteld. We behoeven dit alles thans hier niet te herhalen.

Wel willen we iets uit de levensschets, zoals deze door prof. ir. C. M. van Wijngaarden gegeven werd, overnemen.

Prof. dr. J. Severijn werd de 8ste mei 1883 te Utrecht geboren. Zijn opleiding was aanvankelijk gericht op het onderwijs. Later — in 1910 — ging hij, na afgelegd staatsexamen, theologie studeren. Reeds in december 1913 slaagde hij cum laude voor het doctorale examen. Grotendeels was hij toen ook klaar voor het candidaatsexamen in de faculteit der letteren en wijsbegeerte.

In 1914 werd hij gemobiliseerd als reserve luitenant. Daardoor duurde het tot 1915 voordat hij te Wilnis, waar hij door prof. dr. H. Visscher in het ambt bevestigd werd, zijn arbeid als dienaar des Woords begon. Op 7 mei 1919 promoveerde hij bij prof. Visscher cum laude, op het proefschrift „Spinoza en de Gereformeerde Theologie zijner dagen". Later diende hij nog de gemeenten Leerdam en Dordrecht. In 1929 werd hij gekozen tot lid van de tweede kamer. Dit lidmaatschap was slechts van korte duur omdat in 1931 de benoeming volgde tot hoogleraar in de wijsgerige ethiek, de wijsgerige inleiding tot de godsdienstwetenschap en de encyclopedie der godgeleerdheid. In 1953 trad hij, wegens het bereiken van de 70-jarige leeftijd af als hoogleraar. Als bijzonder hoogleraar vanwege de Geref. Bond en krachtens een leeropdracht bleef hij nog aan de academie verbonden.

Bij zijn officiële afscheid van de universiteit begin december 1953 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Door het vervullen van vele preekbeurten en door zijn voorzitterschap van de Geref. Bond heeft hij het contact met het kerkvolk kunnen bewaren. Daardoor is de vervreemding, die zo gemakkelijk het deel van een hoogleraar kan worden, hem bespaard gebleven, althans voor een groot gedeelte.

De 2e juli 1966 is hij op de leeftijd van 83 jaar in de Heere ontslapen.

Toen we het overlijdensbericht ontvingen dachten we aan het woord van de apostel Paulus: Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden: voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal... (2 Tim. 4 : 7, 8). In het hart van onze nu ontslapen voorzitter heeft God door Zijn Woord en Geest het oprechte geloof gewrocht. Dit wonder heeft de Heere aan hem willen verheerlijken. Met minder kon ook hij niet toe. We weten het: wie we ook zijn, we zijn allen in zonde ontvangen en geboren. En de bezoldiging der zonde is de dood. Er is voor wie dan ook alleen behoud door Gods loutere genade in het offer van de Heere Jezus Christus. Door het geloof in Hem, de Borg en Zaligmaker.

Steeds trof het ons weer, in zo menig gesprek, in menige bestuursvergadering dat onze voorzitter spreken mocht, omdat hij geloofde. Dat geloof zat, om zijn eigen woorden te gebruiken, diep in zijn hart. Hij heeft het mogen behouden, tot het einde toe. Hij verlangde tijdens zijn ziek-zijn heen te gaan, door God Zelf afgelost te worden van zijn post. Hoe lief hem ook zijn gezin, zijn werk en de kring zijner vrienden was, hij had er vrede mee dat het hier welhaast gedaan was.

Dat hij het geloof behouden heeft is niet geweest door eigen trouw of kracht. Neen. Hierin werd tot roem van Gods genade ook alleen 's Heeren werk in Christus grootgemaakt. Alleen door Hem zijn we meer dan overwinnaars. Anders zouden we in de strijd ondergaan. Ook prof. dr. J. Severijn zou anders de strijd verloren hebben. Tegen zonde, duivel en wereld vermogen wij niets en ook hij moest belijden: In mij is geen kracht. Ik kan geen ogenblik staande blijven.

We mogen echter getuigen tot eer van God dat Deze hem staande gehouden heeft. In zijn persoonlijk leven. Hij was niet vreemd aan het zevende hoofdstuk van de brief aan de Romeinen. „Ik ellendig mens ... Ik dank God ...”

Ook in het kerkelijke leven en in de kerkelijke strijd heeft God hem staande gehouden. Onze voorzitter was niet iemand die altijd wilde vechten en daarom de strijd altijd maar weer zocht. Neen, zo lag het niet. Maar als hij scherp en duidelijk zag dat een ontwikkeling gaande was tegen het Woord Gods in en daarom tot schade van het kerkelijk leven, dan schuwde hij de strijd niet. Van het geloof uit, dat hij ontving en behouden mocht, heeft hij deze strijd gestreden. In welk opzicht iemand ook met hem verschillen mocht, dit zal erkend moeten worden dat het onze voorzitter ging om een persoonlijk en een kerkelijk leven naar de Schrift, in overeenstemming met de belijdenis der kerk.

Buigend onder het Woord van de Koning der kerk heeft hij er voor gestreden dat de Schrift, de Christus, de belijdenis de hem toekomende plaats zouden hebben in het kerkelijk leven. Daarom begeerde hij een orde der kerk die hiermee in overeenstemming was. Van dit geloof uit, dat diep in het hart zat, dat getuigt in de belijdenis, heeft hij de strijd gevoerd voor het welzijn der kerk. Want daar ging het hem om. Het ging hem niet om de Bond, nog minder om zichzelf, maar om een kerk, die weer zou zijn in het midden van het volksleven een pilaar en vastigheid der waarheid. Dat is de goede strijd des geloofs die hij door Gods genade heeft mogen strijden.

En nu is zijn loop geëindigd. De Heere heeft gezegd: Het is genoeg. De eindstreep was hier bereikt. Gedurende deze loop heeft God hem genade en ere willen geven. Hij heeft hem met de band des geloofs en der liefde met velen in ons land verbonden doen zijn. Hij heeft zijn hoogtepunten gekend waarop de stralen van de Zon der gerechtigheid hem helder beschenen en zijn pad verlichtten. Hij heeft ook zijn moeilijkheden gekend, zijn zorg, zijn strijd. Hij heeft geleden aan de kerk. Schaduwen streken over de loopbaan. Maar gelukkig, hij mocht weten dat God Zelf Zijn kerk bouwt naar Zijn gemaakt bestek. God maakt Zijn werk af.

In de toekomst zal dit heerlijk openbaar worden. Onze voorzitter heeft dé geloofsblik in de toekomst mogen hebben. Hij wist voor zich weggelegd de kroon der rechtvaardigheid. God bewaart het beste voor het laatst. Als we ons door het geloof in Christus als een goddeloze gerechtvaardigd mogen weten dan zal door Gods gunst de kroon, de krans, ons niet ontgaan. Uit de hand van de rechtvaardige Rechter zal ook prof. dr. J. Severijn, van zichzelf een arm, schuldig zondaar, door Gods genade in Christus geborgen, door het geloof, eens ontvangen de kroon van het eeuwige, zalige leven, in blijvende gemeenschap met een Drieënig God. Deze zaligheid is nu reeds voor hem gekomen. De volkomen zaligheid echter komt pas op de dag van de kroning, de dag van de wederkomst van Jezus Christus. Dat staat vast. Juist omdat deze Rechter rechtvaardig is. Wie door het geloof in Christus is ingelijfd zal deze kroon ontvangen.

Zo is onze voorzitter thans overgegaan van de strijdende naar de triumferende kerk. Om het Lam te prijzen dat ook hem kocht met Zijn dierbaar bloed.

Door zijn heengaan is er een grote leegte achtergebleven in zijn gezin, in de kerk en in onze kring. De Heere heeft ons in de maanden van zijn ziekte er reeds op willen voorbereiden dat we zonder hem verder moeten, 't Zal moeilijk zijn. Maar 't zal kunnen als we met hem even dierbaar geloof deelachtig zijn. Als onze verwachting mag zijn van die God, die de hoop der Zijnen niet beschaamt. Die voor Zijn werk instaat en het afmaakt.

De gedachtenis aan onze ontslapen voorzitter, aan het werk Gods in hem, aan het werk dat hij door Gods genade heeft mogen verrichten wekke ons temeer op om trouw te zijn op de plaats, waar God ons zet, om alleen uit genade te leven, om in gebondenheid aan het Woord, naar de belijdenis der kerk het goede te zoeken voor kerk en volk. God gaf ons veel in hem, die we voortaan zullen missen.

We begroeven hem in Bilthoven.

We voelen smartelijk verdriet in ons hart om dit verscheiden. Maar er is ook dankbaarheid. Dankbaarheid bovenal hierom dat we bij het graf van onze geliefde voorzitter ook met betrekking tot hem mogen zeggen: Zalig zijn de doden, die in de Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid en hun werken volgen met hen.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 1966

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

IN MEMORIAM PROF. DR. J. SEVERIJN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 1966

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's