Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Grotere dingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grotere dingen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Gij zult grotere dingen zien, dan deze. En Hij zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden, van nu aan zult gij de hemel zien geopend, en de engelen Gods opklimmende en nederdalende op de Zoon des mensen". Johannes 1 vs. 51b en 52.

Aarzelend kan men de belijdenis van Nathanael niet noemen. Integendeel, het komt er met volle overtuiging uit: „Rabbi, Gij zijt de Zone Gods, de Koning Israëls". Aanvankelijk mag men haar wel nemen in die zin, dat Jezus er verder zorg voor zal dragen. Hij laat hem niet met zijn aanvankelijke kennis en zijn aanvankelijk geloof aan zichzelf over: Gij zult grotere dingen zien, dan deze. Dat is het aantrekkelijke van deze leermeester: Hij gaat de belijdenis van Nathanael uitdiepen, door Zich aan hem te openbaren. Deze vrucht zal rijpen en dan openspringen; het geloof zal vermeerderd worden, de belijdenis aan betekenis winnen. Zodoende zal deze discipel een apostel worden, die de naam van Christus overal bekend maakt. Er zit voortgang in. Jezus zal hem nooit meer loslaten. Hij zal hem meer en meer inwijden in de geheimen van dat Zone Gods, Koning Israëls.

Bij deze Rabbi zijn wij aan het goede adres, grote dingen worden ons in het vooruitzicht gesteld. Jezus denkt hierbij aan Zijn woorden en wonderen, aan Zijn kruis. Zijn opstanding. Zijn hemelvaart. Dat alles behoort bij die grote dingen. De dingen van het Koninkrijk Gods worden steeds groter, wanneer ze ons nader worden ontvouwd.

Laat het niemand ontmoedigen, wanneer hij nog zo weinig weet. Wanneer onze belijdenis nog zo weinig gevormd en gevuld is. Wat naar het Woord is, wordt door het Woord vermenigvuldigd. Wat uit de Geest is, wordt door de Geest gevoed. Wie in oprechtheid belijdenis doet, mag er zich van verzekerd houden: Hij zal grotere dingen zien, dan deze. Kinderen zullen mannen worden en mannen vaders. Ze groeien niet in eigen kennen en kunnen; ze wassen in de kennis van Hem, Die groot is. Deze zal groot zijn, verklaarde de engel aan Maria. Vandaar dat er grotere dingen te verwachten zijn. Christus moet aan Zijn maat komen in het leven der gelovigen. Dat gaat anders dan wij verwachten. De grotere dingen stemmen niet overeen met mijn voorstellingen en nog eens: wij worden er niet groot mee. Er zit iets verrassends in.

Gij zult zien, dat de Zoon van God de weg der vernedering inslaat, de weg van lijden en dood. Gij zult zien, dat de Koning Israëls door Israël verworpen wordt, dat Zijn koningschap aan het hout der schande wordt gespijkerd. Zijn dat grotere dingen? Toch wel! Zijn persoon en Zijn werk zullen steeds groter worden. Hij zal u nog heel anders bekend worden, dan nu Nathanael. Toen deze Hem voor het eerst ontmoette en Hij door Zijn alwetendheid zijn vooroordeel wegvaagde, beleed hij: Gij zijt. Hij wist toen ternauwernood wie Hij was. Maar Christus maakt het waar: Gij zult grotere dingen zien. Elk die hem vreest, hoe klein hij zij, of groot, wordt van dat heil, die weldaad deelgenoot. Hij zal ze meerder maken. Over u en over uw kinderen! Vertrouwt dat Hem maar toe. Hij gaat er mee door, totdat wij kennen, gelijk wij gekend zijn. Hebt u het zo nodig, voor uzelf, voor uw omgeving, in uw ambtsbediening? Zo'n woord steekt u een hart onder de riem. Grotere dingen, opdat u met meer licht en meer kracht moogt getuigen. Grotere dingen, opdat u staande en gaande zult blijven in het geloof. Gij zult ze zien.

Nu wendt Jezus zich tot allen die om Hem heen staan. Zij luisteren mee, al wordt Nathanael hier onderwezen. Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Van nu aan zult gij de hemel zien geopend en de engelen Gods opklimmende en nederdalende op de Zoon des mensen. Dat zijn raadselachtige woorden, die heel plechtig worden ingeleid: Amen, amen! Hier spreekt de hoogste profeet; wat Hij zegt is volstrekt betrouwbaar want Hij spreekt de woorden Gods. Let nu op! De grotere dingen komen in deze woorden reeds aan de orde. Wie Christus eigenlijk is, en wat allen die Hem geloven te beurt zal vallen, hoort u uit Zijn mond. Twijfelt er niet aan. Hij verklaart het onder ede: Voorwaar, voorwaar.

Spitsen wij onze oren, dan valt ons allereerst de uitdrukking, op: Zoon des mensen. Dat is haast in tegenspraak met dat: Gij zijt de Zone Gods. Wil Jezus Nathanael waarschuwen voor verkeerde voorstellingen, die hij zich misschien maakt? Zoon des mensen, dat is het mensenkind uit Ezechiël. Waarachtig mens is Hij. Hoe zal die menselijk­heid van Christus hen in verwarring brengen, hen en ons. Wij zullen Hem zien hongeren en dorsten, klagen en hangen. Wij zullen Hem zien sterven. Grotere dingen? Toch wel! Hij is de zoon des mensen. Zijn heerlijkheid is een verborgen heerlijkheid. Heerlijkheid blijft ze. De zoon des mensen uit Daniël. Dat is de Zone Gods. Vooralsnog treedt dat niet zo helder aan het licht als Nathanael dacht. Van nu aan zult gij de Zoon des mensen zien, zittende ter rechterzijde der kracht Gods en komende op de wolken des hemels.

Dat ligt in het verlengde van de woorden tot Nathanael: Van nu aan zult gij den hemel zien geopend en de engelen Gods opklimmende en nederdalende op de Zoon des mensen. Waar was dat ook weer? De hemel geopend en de engelen die op en neer gingen, gleden langs een ladder. U herinnert het zich, dat was in Bethel. Jakob had zich te slapen gelegd op vreemde grond, terwijl een steen hem tot peluw diende. Wat verloren in de ruimte om hem heen, door iedereen verlaten, een zwerver zonder thuis. Daar, in Bethel droomde hij van een ladder die opgericht was tussen hemel en aarde. Die stond er niet zo maar; langs die ladder bewogen zich de engelen Gods en boven aan die ladder, daar troonde God. Die ladder was een teken van de geopende hemel, van het verkeer tussen de Heere en Jakob. En hier vond de zwerver een thuis: Bethel, huis Gods, waar de ladder Gods stond. Hier hoorde hij het zich toegevoegd: Ik ben met u en Ik zal u behoeden.

Meer dan een droom. De levenswerkelijkheid van allen die God zoeken en kennen. Zij lopen onder 'n open hemel, waaruit de beloften Gods hen tegenklinken. Hoe kan dat? Nu, na zoveel eeuwen krijgt deze echte zoon van Israël de verklaring: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u lieden. Nathanael, de Israëliet zonder bedrog, kende zijn Pniël; hij zal zijn Bethel kennen: van nu aan zult gij de hemel zien geopend. Jezus bedoelt: Hier en nu, bij Mij, dien gij zoeven hebt beleden. Boven Jezus is de Hemel geopend. Bij Zijn Doop had Johannes dat vol bewondering gezien. Nathanael zal het ook zien. De hemel geopend. De hemel is geen blauwe of grauwe stolp, die over onze aarde geplaatst is; de hemel, dat is de woonplaats van God, het luisterrijke middelpunt van Zijn tegenwoordigheid. Is de hemel geopend — de beeldspraak is duidelijk — dan is God geen verre vreemde God, Die Zich terugtrekt in ontoegankelijke gewesten. Hij treedt in verbinding met mensen, zoals Jakob, zoals Nathanael, zoals u en ik. Hij doet dat in en door Christus. De hemel gesloten, wat een ramp! Helemaal geen ramp. als u op aarde alles vinden kunt, op aarde en zonder God. Maar wie kan dat? En wie het ontdekt, moet het bij de Heere zoeken. Voor hem sluit zich soms de hemel als een stalen koepel, die geen geluid, geen gebed doorlaat. God houdt zich verborgen! Wie breekt de hemel open? De kruispaal is de sleutel waarmee de hemel geopend wordt; openbreken is niet meer nodig. Christus, de Zoon des mensen staat er voor in. Door Hem is er sprake van een voortdurend verkeer en een innige gemeenschap tussen God en Zijn volk.

Op de Zoon des mensen. Hij is de ladder Gods. Niet opgetrokken van de grond, tot heel hoog boven ons. Dan zou hij altijd te kort zijn. Wij denken wel eens: hier is de grond nogal stevig, hier moeten wij die ladder maar eens opzetten; en wij zwoegen om haar tot in de hemel te stellen. Vergeefs echter, hij zal steeds in de lucht blijven hangen, en wie er zich op waagt zal met ladder en al ter aarde storten. Neen, de ladder werd neergelaten uit de hemel: de hemel is geopend. Het verkeer is hersteld via deze Jezus. Hij daalde uit de hemel neder, Hij kwam met een smak op de grond terecht. Maar de ladder brak niet; hij staat recht en hoog, hemel en aarde zijn in Hem tot elkaar gebracht. Dat is geen schone droom, waarna we ontwaken in de wrede werkelijkheid. Dat is geen dichterlijk beeld, waaraan niets in die werkelijkheid beantwoordt. Het is de waarheid Gods aangaande Christus Jezus: Voorwaar, voorwaar zeg ik u lieden: van nu aan zult gij de hemel geopend zien.

De engelen Gods stijgen en dalen langs deze ladder. Jakob ontvangt in Bethel een goddelijk vrijgeleide door alle bedreigingen heen. Engelen Gods, dienaren die Zijn wil volbrengen in de hemel en op de aarde. Zij krijgen de opdracht allen te begeleiden, die onder Gods hoge bescherming staan. Engelen Gods. Ik ben met u zegt de Heere. Dat is genoeg in leven en sterven. De ladder Gods is er de waarborg van. Onze gebeden zullen de Heere bereiken. Zijn zegen zal tot ons overkomen. Wat kan mij nog gebeuren, wanneer de hemel boven mij geopend is? Wie zal ons scheiden van de liefde Gods, die daar is in Christus Jezus, onze Heere.

Van nu aan zult gij zien. Ik zie niets, wanneer ik Christus niet zie. Alleen boven Hem is de hemel open. Alleen in Hem mag ik een wandel in de hemelen hebben, een toegang tot, een omgang met God. Christus is geboren, gestorven, ten hemel gevaren. Komt eens onder uw vijgeboom vandaan; daar is de weg tot God niet gebaand. Hier is zij gebaand; ziet u die ladder? Nathanael, bij Mij zult ge uw Bethel beleven. Wat een vreugde-en vredevolle belevenis; met God verbonden en door de engelen bediend. Zo is het menige Nathanael vergaan, die toen het er op aankwam, de hemel geopend zag, en in vrede mocht heengegaan. Van nu aan. Dan wordt het steeds groter; grote dingen breiden zich uit. De hemel sluit zich niet meer, de ladder wordt niet opgeschoven. Deze, onze gemeenschap is in Zijn Zoon Jezus Christus. De ladder Gods, dat is de poort des Heeren, daar zullen de rechtvaardigen door binnengaan om de Heere te loven. Ontsluit, ontsluit voor mijne schreden, de poorten der gerechtigheid. Om mij eeuwig in grotere dingen te verblijden. Grote dingen hebben een klein begin: Kom en zie.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Grotere dingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's