DE VERZOENING IN HET NIEUWE TESTAMENT (4)
De reikwijdte der verzoening.
We moeten nu de vraag stellen, hoever de door Christus aangebrachte verzoening reikt; Met andere woorden: oor wie is de verzoening bestemd. Ons uitgangspunt bij de beantwoording van deze vraag nemen we weer in een stukje tekst uit één van de brieven van Paulus: 2 Corinthe 5 : 19, 20: Want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Zo zijn we dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade: wij bidden van Christuswege, laat u met God verzoenen".
Uit deze tekst kunnen we belangrijke conclusies trekken: et voorwerp van Gods verzoening in Christus is de wereld, de kosmos. Dit is een allesomvattend begrip en het bedoelt zowel de gehele schepping, hemel en aarde, als de volkerenwereld. Doel van Gods verzoening is dus niet alleen het opheffen van 170 de schuld, maar de vernieuwing, de nieuwe schepping (2 Corinthe 5 : 17), de wedergeboorte van de kosmos (Mattheus 19 : 28), de wederoprichting van alle dingen (Handelingen 3 : 21). Met andere woorden: de verzoening heeft universele betekenis, het gaat om de gehele wereld.
Deze zelfde gedachte vinden we ook in die teksten, waarin sprake is van „velen" of „allen". Deze twee woorden worden namelijk door elkaar gebruikt om hetzelfde aan te duiden. Bijvoorbeeld in Marcus 10 : 45 spreekt Jezus over de losprijs voor velen, in 1 Timotheus 2 : 6 spreekt Paulus over de losprijs voor allen; uit vergelijking van Romeinen 5 : 15 met 5 : 18 blijkt, dat met de velen uit vers 15 alle mensen bedoeld zijn.
Wat wordt met deze allesomvattende uitspraken bedoeld. Dat hangt samen met het gebruik van deze woorden in het Hebreeuws. De uitdrukking „velen" is namelijk ontleend aan Jesaja 52 en 53 (52 : 14, 53 : , 11). Uit het verband is duidelijk dat daarmee bedoeld wordt: alle volken, de heidenen. In deze zin wordt het ook telkens in het Nieuwe Testament gebruikt: de verzoening is niet alleen voor Israël, maar ook voor alle heidense volkeren. Alle volken worden in Abraham gezegend. Van deze verzoening is geen volk uitgesloten.
In de prediking van het Nieuwe Testament is dit een aangelegen punt. De „middelmuur des afscheidsels" tussen Jood en heiden is gebroken (Efeze 2 : 14). Christus heeft deze twee (namelijk Jood en heiden) tot één mens geschapen, tot één lichaam verbonden. (Efeze 2 : 15). Uit deze tekst is duidelijk hoezeer het Nieuwe Testament kan spreken over één volk, de wereld als een eenheid, een „geheelheid". Dit moeten we dus bij deze uitspraken sterk in het oog houden: allen, velen is Jood en heiden, de mensen-en volkerenwereld, die het voorwerp is van de verzoening.
Deze wereld was God in Christus met Zichzelf verzoenende. Er is een nieuwe situatie ontstaan. Niet alleen in Israël maar in de gehele wereld wordt nu de dienst der verzoening verricht (2 Corinthe 5 : 18). De apostelen moeten heengaan in de gehele wereld en de gehele schepping het evangelie verkondigen (Marcus 16 : 15); alle volkeren moeten tot discipelen gemaakt worden en gedoopt worden in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes (Mattheus 28 : 19).
Dit betekent echter weer niet, dat men op grond van 2 Corinthe 5 : 19 kan zeggen, dat nu de gehele wereld verzoend is. Dit laat de gebruikte werkwoordsvorm niet toe. Letterlijk is deze tekst niet in het Nederlands te vertalen, omdat we deze werkwoordsvorm in onze taal niet kennen. Paulus bedoelt te zeggen dat er enerzijds iets definitiefs gebeurd is, maar dat de uitwerking van dit definitieve nog niet is voltooid. De verzoening moet bediend worden. Zij wordt eerst voltooid bij de voleindiging van de wereld, als de nieuwe hemel en de nieuwe aarde geschapen zullen zijn.
Het Nieuwe Testament spreekt wel over verzoend zijn van de gemeente, de gelovigen (2 Corinthe 5 : 18. Zie verder naast vele van dergelijke uitspraken: Colossenzen 1 : 21, Romeinen 5 : 10). Als Paulus spreekt van „wij", „gij", „ons" bedoelt hij meestal de gemeente, ook weer sterk gedacht als een eenheid, een „geheelheid". De gemeente is het lichaam van Christus (1 Corinthe 12 : 12-27, Efeze 4:4). Daarom kan evenzeer gezegd worden, dat het in de verzoening gaat om de gemeente. Het is de gemeente, die behouden wordt. Zij is „duur gekocht" door het bloed van Christus (1 Corinthe 6 : 20).
De wereld is dus het voorwerp van de bediening der verzoening, alle volkeren worden in deze bediening mede betrokken. De bediening der verzoening is de prediking der apostelen. Deze prediking vraagt als antwoord van de mensen die haar horen het gelóóf. Dit persoonlijke geloof, waardoor we deelkrijgen aan het heilswerk van Christus staat in het Nieuwe Testament centraal. Er is geen tegenstelling tussen het sterk universele en het persoonlijke in het spreken over de verzoening. De onmisbaarheid van het persoonlijk geloof is zodanig verweven in de prediking van het Nieuwe Testament dat zij zowel kan spreken van de rechtvaardiging door het geloof als van de rechtvaardiging door het bloed van Christus (vergelijk Romeinen 1 : 17 met Romeinen 5:9). Het is hier niet de plaats om diepgaand in te gaan op de vraag hoe het Nieuwe Testament over het geloof spreekt. Ik wijs er alleen op, dat het geloof een vereniging met Christus is in Zijn heilsweg. We denken bijvoorbeeld aan de passage over de Doop in Romeinen 6, waar sterke nadruk gelegd wordt op het medesterven en medeopgewekt worden met Christus. Wie in Christus gelooft, is verzoend en een nieuwe schepping geworden (2 Corinthe 5 : 17). In de tot geloof gekomen mens realiseert zich dus reeds in beginsel, wat eens ten volle in de wereld zal openbaar worden: e algehele vernieuwing, de wedergeboorte van het al.
De verzoening gaat derhalve niet buiten de mens om. Integendeel: ij is er geheel en al bij betrokken: ijn bestaan, zijn leven, zijn denken. Het is het karakteristieke van het Nieuwe Testament, dat het de mens volstrekt ernstig neemt en nimmer over hem spreekt als een „stok en een blok", over wie de verzoening al dan niet zal komen. De „bediening van de verzoening", die in de wereld door de prediking plaatsvindt, houdt in, dat de mensen ja, maar ook nee kunnen zeggen tegen deze verkondiging. Hij kan de boete en de bekering weigeren. In dat geval „geldt" de verzoening niet. Wie in de Zoon gelooft heeft het eeuwige leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toom Gods blijft op hem (Johannes 3 : 36). Wie niet gelooft zal veroordeeld worden (Marcus 16 : 16). Men kan zich aan het Woord — waarmee de dienst der verzoening verricht wordt — stoten en Christus verwerpen (verg. 1 Petrus 2 : 7, 8). Het woord des kruises is degenen, die verloren gaan dwaasheid (1 Corinthe 1 : 18). Dat is het gevolg van blijvende ongehoorzaamheid en blijvend ongeloof: erloren gaan, buiten de verzoening vallen. Deze verschrikkelijke mogelijkheid is er. Vandaar dat er in de bediening der verzoening voor allen, die ermee bediend worden een geweldige spanning zit: laat u met God verzoenen.
Dat de wereld het voorwerp is van Gods verzoening in Christus sluit de persoonlijke verantwoordelijkheid niet uit, maar in: et is God in Christus door de Geest te doen én om de wereld én om de enkele mens, om de ganse schepping, die zucht als in barensnood (Romeinen 8 : 22) en om de tollenaar, die in berouw tot God bidt: God wees mij zondaar genadig (Lucas 18 : 13).
Dit is de rijkdom en de diepte van de Schriften van het Nieuwe Testament: de verzoening is wereldwijd én zeer persoonlijk. Willen we deze dingen recht verstaan, dan zullen we in onze overwegingen het éne niet mogen verwaarlozen ten koste van het andere.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1967
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1967
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's