Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ELIA IN DE EENZAAMHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ELIA IN DE EENZAAMHEID

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ga weg van hier en wendt u naar het Oosten en verberg u aan de heek Krith", enz. 1 Koningen 17 : 3-6.

Onder ons leven veel eenzame mensen. De een, omdat hij oud geworden is; de ander omdat gezinsleden ontvallen zijn; weer een ander, omdat hij ziek werd en er geen beterschap komt. Allerlei moeilijke gedachten kunnen dan in ons hoofd rondwoelen. Voor zulken is de geschiedenis van Elia zo versterkend. Voor zulken is het in het bijzonder nodig te verstaan, welke een rijke genade de grote Elia, de Heere Jezus Christus wil schenken.

Vooral door het optreden van Achab en Izebel was Israël tot afgoderij vervallen. Zij verlieten de trouwe Verbondsgod en zij bogen zich neer voor Baal. De Heere zond Elia tot hen met een verpletterende boodschap: „Zo waarachtig als de Heere, de God Israëls leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, indien deze jaren dauw of regen zijn zal, tenzij dan naar Mijn Woord.”

Stel u voor geen regen of dauw in een warm Oosters land, dat was een ramp. Ongehinderd had de profeet het paleis verlaten. Dan beschermt de Heere hem op een wonderlijke manier. Want Hij zegt tot hem: „Ga weg van hier, en wendt u naar het Oosten, en verberg u aan de beek Krith." Waarom moest Elia daarheen?

Allereerst moeten we bedenken, dat de Heere Zijn knecht beschermt tegen Achab en Izebel. Maar er zijn ook andere redenen. Hij stond door Gods kracht op een hoogte van geloof. Dan kan zo gauw inzinking volgen. Elia was een mens van gelijke beweging als wij, zegt de apostel Jacobus. In het geestelijk leven liggen berg en dal vlak bij elkaar. Zoals trouwens ook in de natuur. Daarom nam de Heere Zijn profeet in bescherming. Bij de beek Krith zou de profeet weer tot rust komen. Het zal hem toch aangegrepen hebben, dat hij als gezant des Heeren stond tegenover koning en volk. Eén tegenover allen. Nu kan hij bij de beek Krith weer tot rust komen, door geloofsgemeenschap met God weer gesterkt worden om straks met nieuwe kracht weer te verschijnen.

Wat heeft de Heere toch een zorg voor Zijn kinderen. Hij beschermt hen in het grootst gevaar. Hij bewaart hen als de appel van het oog. Hij dekt hen met Zijn vleugelen. Ja, het wordt bevestigd wat Jesaja in Gods naam mocht erkondigen: „Hij geeft de moede kracht en Hij vermenigvuldigt de sterkte van dien, die geen krachten heeft.”

Maar dat bevel des Heeren was intussen erg moeilijk voor de profeet, Wij staan er achter, hij ervóór en hij moest gaan. Bovendien was hij een man met een vurige aard. Zo graag had hij Israël het woord des Heeren verkondigd. Maar hij moest gaan. De priesters van Baal konden ongehinderd doorgaan met hun afgodendienst. En Elia werd weggezonden. Niet om onder andere mensen te prediken, maar om .. . werkeloos te zijn! En als de Heere hem nu nog gezonden had naar een vruchtbare landstreek, waar het koren welig groeide, en waar rijke bronnen waren. Maar nu zendt de Heere hem naar een streek waar vrijwel niets groeide. Waar het water in de beek zelfs in gewone omstandigheden al op droogt. Dat was een moeilijke weg voor Elia!

Zou dit niet in verband staan met de grote taak, die de profeet kreeg? Ieder, die wat van Gods wegen leerde, zal dit begrijpen. Heeft Mozes niet iets dergelijks meegemaakt? Toen hij 40 jaar was, dacht hij dat de Heere Israël door zijn hand zou verlossen. De Heere zond hem echter 40 jaar in de woestijn van Midian. In de eenzaamheid. Denk verder aan David, Joh. de Doper en Paulus. Waarom toch de eenzaamheid in? Dat is de meest geschikte plaats om de Heere en jezelf te leren kennen. Om te leren kennen Gods heilig recht en eigen zonden en verlorenheid. In de eenzaamheid is een mens alleen met zichzelf en, ... als het hart is wedergeboren ... alleen met God. In de woestijn kon Elia leren, dat de Heere zijn brandende ijver echt niet nodig had. Daar leerde hij hoe zwak hij in zichzelf was en ook ... hoe machtig in God.

Bovendien gaf de Heere, naast dat moeilijke bevel, ook een rijke belofte: „En het zal geschieden, dat gij uit de beek Krith drinken zult." Elia kan nu al wat van dat moeilijke bevel begrijpen. Zijn verblijf aan de beek Krith is wél een loutering, maar geen oordeel. Het was juist een maatregel om hem uit het oordeel, dat over Israël kwam, te verlossen. Ja, het is waar: „wij weten, dat degenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede." De manier voor al de Zijnen, vindt u niet? Elia wordt zelfs door een wonder in het leven gehouden: „Ik heb de raven geboden, dat zij u daar onderhouden zullen.”

De raven? Dat zijn toch onreine dieren. Bovendien nog roofvogels ook. Allemaal waar. Maar we lezen ook, dat de Heere jonge raven voedsel geeft als ze roepen.

Aan Elia is bevestigd wat Christus eens zei van alle gelovigen: „Hoeveel gaat gij de vogels te boven." De Heere gaf dus aan Zijn profeet wel een moeilijke weg. Maar een belofte van trouwe zorg was erbij. Elia ging! Wat een geloofsgehoorzaamheid. Daartoe roept de Heere u en mij ook. Juist uit geloofsgehoorzaamheid blijkt of wij al leerden luisteren naar Gods bevelen en beloften.

De Heere brengt ons ook wel eens in de eenzaamheid, b.v. als we ziek worden. Daarvóór waren we zo druk. We werden meegesleurd door de jacht van het leven. We konden onze eigen weg wel vinden. Tenminste, dat dachten we. We schreven de Heere de weg voor. Of ... we vergaten Hem helemaal. Er was nauwelijks tijd om te bidden, de bijbel te lezen, of naar de kerk te gaan. Ineens werden we in de eenzaamheid gezet. We lagen ziek op bed. Alleen! Alleen met onze gedachten. Of ... alleen met God? Dat was het grote, hei­lige doel dat de Heere met die beproeving heeft. Hij loutert niet, omdat Hij ons zo graag tergt. Geen denken aan. Hij waarschuwt ons, want anders zouden wij maar doorjagen. En hoe is het? U hebt u toch niet tegen de beproeving verzet. U hebt de gelegenheid toch wel gebruikt om te smeken om genade?

Elia ging zonder tegenspreken die moeilijke weg. De uitkomst was goed. 's Morgens en 's avonds brachten de raven hem brood en vlees. En hij dronk uit de beek. De profeet was daar op een leerschool. Hij moest leven uit Gods hand, leven bij de dag, zoals eens Israël in de woestijn. Na enige tijd heeft de Heere de beproeving verzwaard. Het water in de beek begon op te drogen. Toch bleef Elia daar, door het geloof. Een uitdrogende beek! Ja, dat maken we allen wel mee. Na overvloed komt vaak 'n magere tijd. De lichaamskracht neemt af, de inkomsten verminderen. En in geestelijk opzicht: het geloofsvertrouwen verzwakt. Moet u dat met schaamte belijden?

Zie de les die Gods Woord u geeft. Leef bij Gods Woord, leef uit Gods hand, in kinderlijk geloofsvertrouwen. Dat alleen geeft rust en vrede. Zeker, dan zal de satan u aanvallen. De wereld zal u bespotten. En uw verdorven verstand wil ook niet gehoorzaam zijn. Smeek dan om geloofsvertrouwen, om de Heere te volgen ook langs moeilijke wegen. De uitkomst is goed!

Is het niet treffend dat de Heere raven gebruikt om Zijn kind Elia te onderhouden? Onreine, gulzige dieren moeten op Gods bevel een deel van hun buit afstaan.

Nu denken we nog even verder. In geestelijk opzicht gebeurt dat nog veel meer. Is de duivel geen gulzige rover? Hij tracht alles te verslinden, Gods ganse schepping. Maar deze gulzige rover moet een deel van zijn buit neerleggen aan de voeten van de meerdere Elia, Christus Jezus. Dat ervaren alle gelovigen. Zij worden uit de klauwen van de satan gered. Op grond waarvan? Zijn zij beter dan anderen? O neen, helemaal niét. Zij zijn totaal verdorven, verloren in zonden en schuld. De oorzaak is alleen: Gods eeuwig welbehagen. Het verzoeningswerk van Christus. De geschiedenis van Elia wijst heen naar Hem, de grote Koning. Hij heeft honger geleden in de woestijn, opdat al Gods kinderen met brood verzadigd konden worden. Hij heeft dorst geleden aan het kruis, opdat alle gelovigen verkwikt konden worden met het water des levens.

Door het geloof ziende op Hem, zingen we het de psalmdichter na, ook bij beproeving en in eenzaamheid:

Mijn ziel is immers stil tot God van Hem wacht ik een heilrijk lot.

Hij immers zal mijn Rotssteen wezen.

Huizen. D.v.d.Berg

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

ELIA IN DE EENZAAMHEID

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's