Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

AANNEMELIJKE VRAGEN!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

AANNEMELIJKE VRAGEN!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een vraag stellen is in vele gevallen zelf het antwoord geven. Meestentijds kun je tussen de regels van de vraag de zinnen van het antwoord lezen. We zullen eens een poging wagen. U weet, ik heb nog een zak vol vragen. Daaruit halen we de volgende:

Hebben verstand, gevoel, karakter etc. invloed op iemands geloofsleven of op zijn bekeringsweg?

Ik zou daar Barthiaans op kunnen antwoorden met „ja en neen".

Natuurlijk hebben verstand en consorten, om het wat achteloos uit te drukken, invloed op bekering en geloof. Deze lieverds hebben een vertragende en belagende invloed. Als het aan verstand, gevoel en zo lag, zou het nooit tot een dag van bekering en tot een leven des geloofs komen.

Nu zult u mij misschien niet direct willen volgen, vooral niet wanneer u zou weten wie ik ben. Maar gelukkig kan ik een grote bondgenoot te hulp roepen. Die zult u niet zo gauw durven tegenspreken, al moet ik eerlijkheidshalve opmerken, dat er tegenwoordig velen zijn die om mijn grote bondgenoot lachen, ook zelfs wanneer mijn bondgenoot zich beroept op zijn zegsman, die achter hem weer staat. Mijn bondgenoot is de belijdenis. De zegsman Gods Woord.

Wie komt er opdraven met zijn vrije wil, wie durft beweren dat hij iets goeds presteert, wie schuift zijn wil (zonder „vrije" ervoor) dichterbij, wie noemt daar zijn wetenschap of enige gedachte, zegt de belijdenis in art. 14. Met andere woorden: pak alles maar gauw in. Er is noch verstand noch wil gelijkvormig aan het verstand en de wil van God.

Invloed van verstand, gevoel (hoe licht ook tot tranen en vrome stemmingen geneigd) en karakter zijn nihil. Ze werken wel, maar alleen tegen.

Men wenst tegenwoordig duidelijkheid in de politiek. Duidelijkheid in de theologie is niet minder noodzakelijk. Daar hangt nog veel meer van af dan van een helder standpunt in politicis.

Nu heb ik het gevoel, want het gevoel doet overigens heel wat in het leven, dat de vrager popelt om me aan het verstand te brengen, dat hij dat natuurlijk ook al lang weet en dat hij dit niet bedoelt met zijn vraag.

Hij ontmoet echter wel eens bekeerde en gelovige mensen en die zijn vaak erg exclusief, dat wil zeggen ze verwerpen mensen en opvattingen tamelijk resoluut, terwijl hij zelf over sommige dingen een tikje anders denkt. Nu wil hij niet beweren, dat bovenbedoelde mensen niet bekeerd zijn en ongelovig, maar hij kan toch niet helemaal met hen in één schuitje komen. Er is nogal wat verschil. Hoe moet je dat nu verklaren? En ziedaar de vraag. Zou het soms zo zijn dat verstand en gevoel en dergelijke nogal wat van invloed zijn en dat dientengevolge er verschil van mening heerst onder bekeerden en gelovigen? Het antwoord moet toch, gezien hetgeen we in de vorige zinnen overwogen hebben, bevestigend uitvallen. Zo meen ik dat met de vraag het antwoord is gegeven. Een mens kan zich vergissen, maar dan vernemen we het wel.

In feite is in de voorlopige beantwoording, dat deze instanties, verstand, gevoel, karakter en ander eventueel, wel invloed uitoefenen, maar vertragende, saboterende tegelijk bescheid geboden op de vraag, die we zojuist nader hebben toegelicht en gepreciseerd.

Immers de vrager concludeert tot zijn spijt, dat het moeilijk is te geraken tot de ware eenheid en eenstemmigheid van het geloof. De echte gemeenschap van opinie ontbreekt. Wat mag daartussen zitten? Hoe kon ik er zo gauw niet op bedacht zijn? Natuurlijk het verstand speelt parten, het gevoel, het karakter zit ertussen. Dat doet het allemaal.

Wanneer een mens bekeerd is gaat hij zich bekeren. Want bekering is — al kan het begin zich in een moment voltrekken — een bezigheid, die niet in een punt des tij ds tot een eind komt. Bekering toch, zo zegt de catechismus, is een voortdurende afbraak van de oude mens en een aanhoudende opstanding van de nieuwe mens. Waar hoort nu het verstand bij? Oude liefde roest niet. Verstand en gevoel zullen het vaak met de oude mens houden.

Maar er valt meer op te merken. Verstand en gevoel zijn min of meer communicatiemiddelen. U weet die kunnen ten goede of ten kwade benut worden. Je kunt er beide kanten mee uit. Een stap naar de hemel en een stap naar de hel.

Wanneer God een mens bekeert, stuit hij op verzet van invloedrijke notabelen in stad mensenziel, wanneer ik me gemakshalve en terwille van de duidelijkheid begeven mag op een bekend straatje van Bunyan. Verstand, wil en gevoel kanten zich tegen de triomfantelijke intocht en bewindsaanvaarding van de Zone Gods. Men wil niet dat Hij koning wordt. Wilt ge niet, zegt de Heere. Ik zal maken dat dit spoedig anders wordt. Het verstand wordt verlicht, de wil omgebogen en de genegenheden anders gericht. Dan heeft de Geest er geen kinderen meer aan. Een en al gewilligheid, een en al genegenheid, een en al belangstelling en aandacht. Zojuist haalde ik het geloofsartikel aan. Geen verstand en wil gelijkvormig aan verstand en wil Gods of de Heere heeft dit gewrocht, zo staat er volledig aangehaald in deftig oud-Nederlands. De Heere heeft het gewerkt, want Hij werkt het willen en het werken naar Zijn welbehagen.

Derhalve zijn er twee omstandigheden waarop we bedacht moeten zijn. Er is nog veel verstand en gevoel bij de oude mens. Dat is van invloed en daarom is niet alles van een bekeerd mens en van een gelovige maatgevend en goed te keuren. Hij meent soms dat het uit zijn bekering en geloof voortvloeit, terwijl het in werkelijkheid het verduisterd verstand en de bedorven gevoelens zijn, die hem op een dwaalspoor leiden. De oprechte weet dat heel goed en bidt bij voortduur: Doorgrond en ken mijn hart, o Heere.

In de tweede plaats moeten we bedenken, dat de Heere, wanneer hij de mens wederbaart, niet hem een nieuw karakter geeft en een nieuw verstand. Zijn zielvermogens worden vernieuwd maar ze worden niet volstrekt anders. God maakt geen uniforme mensen. Er blijft een verheugende verscheidenheid. De God des vredes Zelf heilige u geheel en al en uw geheel oprechte geest en ziel en lichaam worden onberispelijk bewaard in de toekomst van onze Heere Jezus Christus. In dit geval echter zou ik liever niet spreken van invloed van verstand en gevoel op bekering en geloof, maar liever van invloed van bekering en geloof op verstand en gevoel, die geheiligd, en gereinigd worden. Hier is verscheidenheid maar één God, Heere en Geest.

Bunyan noemt ergens iemand Wil zij wil. Ik geloof dat dit de oefening en Strijd is van de gelovige op aarde. Gods wil moet hoe langer hoe meer zijn wil worden, hij moet daarmee ho6 langer hoe meer verenigd worden, hoe langer hoe meer eenswillend zijn. Evenzo dus Verstand zij verstand en Gevoel zij gevoel.

U hebt echter wel begrepen, dat hier vele vragen rijzen. De vraag naar grenzen van de kerk, de vraag naar wie ware lidmaten zijn van Christus. Mogen we elkaar ondanks bepaalde verschillen toch voor gelovigen houden? Verstandsmensen en gevoelsmensen hoe zeer bekeerd en gelovig kunnen soms vreselijk overhoop liggen. Waar eindigt de tolerantie (verdraagzaamheid) en begint de tucht? Er is een ruime mate van verscheidenheid. Ik heb bijvoorbeeld al gesproken over verstandsmensen en gevoelsmensen. Er zou meer te noemen zijn. Wanneer nu verstandsmensen gevoelsmensen onder de tucht zetten en in de ban doen lopen we gevaar. De eenzijdigheid triomfeert. Indien waarlijk en noodzakelijkerwijs tucht moet geoefend dan is ongetwijfeld wel een vereiste, dat de overweging rust op het gevoe­len van uiteenlopende categorieën. Breedheid is één van de condities om tot afsnijding over te gaan. Niet de verscheidenheid moet uitgebannen, maar het wezenlijk verschil.

In de veelheid, maar ook in de veelsoortigheid van onderdanen is des Konings heerlijkheid.

Zovelen dan als wij volmaakt zijn, laat ons dit gevoelen; en indien gij iets anderszins gevoelt, ook dat zal God u openbaren. Doch daar wij toe gekomen zijn, laat ons daarin naar dezelfde regel wandelen, laat ons hetzelfde gevoelen.

Maar er zijn er ook die anders wandelen. Van hen zegt de apostel wenend, dat zij vijanden zijn van het kruis van Christus.

Vertrouw op de Heere met uw ganse hart en steun op uw hart niet. Indien we steunen op ons verstand is de invloed stellig te groot en funest. Wanneer we met ons ganse hart vertrouwen op de Heere is er ondanks verscheidenheid ware eenheid van het geloof.

Dan mogen er invloeden zijn, maar er is geen doorvlooien.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 februari 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

AANNEMELIJKE VRAGEN!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 februari 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's