Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZELFVERLOOCHENING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZELFVERLOOCHENING

Het eerste gebod

12 minuten leestijd

Niet het allerminste tegen Gods wil doen.

In dit laatste artikel over het eerste gebod moet nog iets gezegd worden over de wijze waarop de enigheid van de Here God wordt beleefd. Omdat Hij alleen te gebieden heeft, staan alle schepselen onder Hem — ook ik. Dit houdt in dat ik mijn eigen wil moet opgeven voor Gods wil. De eis tot zelfverloochening wordt in het Oude Testament niet met even zovele woorden gevonden '), al is die b.v. wel ingesloten in het gebod om de Here God lief te hebben met alle kracht, met de hele ziel en het ganse hart! Daarom heeft de Heidelbergse Catechismus gelijk, die de eis tot zelfverloochening in het eerste gebod vindt. Zij omschrijft die met de woorden „dat ik eer van alle schepselen afga en die varen late dan dat ik in het allerminste tegen zijn wil doe". De enige God van de Schrift eist alle eer voor Zich op: dat is de wijze waarop het Oude Testament vergt, wat in het Nieuwe heet: zichzelf verloochenen.

De eis van Christus.

„Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf ..." sprak de Heiland Dit betekent eigen zin en lust geheel en al op te geven ter wille van God. Het betekent de macht over zichzelf aan de Here uit te leveren. Wie zichzelf verloochent, laat zijn eigen wil varen om de wil des Heren op alle terreinen des levens te laten geschieden. Uit liefde tot God geeft de gelovige aan Hem de volledige beschikking over zichzelf. Zelfverloochening is zijn eigen kruis opnemen en het achter Christus dragen.

Band tussen O.T. en N.T.

In drie evangeliën komt de oproep van Christus tot zelfverloochening voor. Deze uitspraak van de Heiland staat steeds na zijn eerste lijdensaankondiging. Hij profeteerde dat Hij zijn kruis zou dragen. Zelfverloochening is dat de gelovige achter Jezus aankomt met zijn eigen kruis op de rug. Vrijwillig achter Hem het opgelegde kruis dragen, zoals de Verlosser het ons voordeed.

De enige God, die zich vanaf de Sinaï openbaarde, wil dat zijn dienaren zichzelf verloochenen. In het Nieuwe Testament wordt pas ten volle duidelijk hoe de mens die zelfverloochening moet betrachten nl. door achter Christus zijn kruis te dragen. Zo trad Paulus achter Jezus, toen hij getuigde: Alles wat mij winst was, heb ik om Christus' wil schade geacht ³).

Wie in de nieuwtestamentische gemeente zichzelf wil verloochenen zonder Christus te volgen, komt direct in het wetticisme terecht.

Alles opgeven voor God.

Zelfverloochening is gehoorzamen aan de regel van Christus; het is onze eigen wil aan Hem uitleveren. Wie dit doet, zal echter ondervinden dat men daardoor in een geestelijke oorlog wordt gewikkeld. Wie Christus volgt, heeft niet alleen te kampen met de mensen van de wereld (en met godsdienstige wereldse lieden!), maar moet ook strijd leveren in zijn eigen ziel. De tegenstand nu die men bij de zelfverloochening ondervindt duidt Christus aan als het kruis dat wij achter Hem moeten dragen. Zelfverloochening is zich bekeren in antwoord op het evangelie dat tot ons komt. Het is niet alleen zijn zonden opgeven voor Christus maar zichzelf opgeven. Alles opgeven voor de éne God, dat betekent in het Nieuwe Testament: het kruis dragen achter de grote door God gezonden Kruisdrager, Jezus Christus.

Zelfverloochening en rechtvaardiging.

Wie zichzelf verloochent, vertrouwt niet op zijn eigen daden, maar leeft alleen uit de barmhartigheid van Christus. Ik heb niet mijn eigen rechtvaardigheid die uit de wet is, maar die welke door het geloof van Christus is, belijdt Paulus. Wie zich oefent in zelfverloochening, heeft geen zelfrechtvaardiging nodig. Hij heeft zichzelf uitgeleverd aan God en is nu in Christus rechtvaardig voor God. De kennis die een christen van de Wetgever bezit, blijft niet beperkt tot wat het Oude Testament over Hem mededeelt, maar de gelovige kent de God van Israël als de Vader van Jezus Christus en daarom uit genade ook als zijn Vader. De redelijke godsdienst van de gelovige ontspruit uit de vrijheid waarin hij door Christus is geplaatst: „Ik vermaan u dan broeders, met een beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichaam stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer" '). Wie door Christus van de schuld en het verderf is gered, moet Gods wil laten heersen over zijn eigen wil.

Zelfverloochening van Christus.

De gelovige kan echter niet automatisch zijn eigen wil aan die van God onderwerpen al is hij daartoe uit hoofde van zijn redding verplicht. Hij moet daartoe kracht verkrijgen door de Heilige Geest uit Christus, die de wil van zijn Vader heeft gedaan. Zeker, Hij was Gods Zoon, maar Hij had de gestalte van een slaaf aangenomen om gehoorzaam te kunnen zijn. De Vader wilde dat Christus de gang naar het kruis zou maken — en Christus ging. Zó had de Vader in Hem al zijn welbehagen. In Gethsemané worstelde Christus met zijn Vader om de lijdensweg te ontgaan. Maar Hij legde zich neer bij wat zijn Vader behaagde. „Niet mijn wil", sprak Hij, „maar de uwe geschiede".

Hierin ligt de oorzaak waarom men de enige God van het eerste gebod in zelfverloochening alleen kan dienen door achter Christus aan te komen. In de zelfopoffering van Christus aan de wil van zijn Vader heeft God een welbehagen. Datzelfde behagen toont Hij aan ieder die met Christus als Borg (dat is door zijn kracht) en met Christus als voorbeeld (dat is in navolging van Hem) zijn kruis in gehoorzaamheid draagt. De Heer betoont zijn welbehagen aan hen die nederig naar Hem vragen. Het dienen van de enige Here heeft te maken met het leven van alle dag. Met deze God staan we midden in de strijd, met deze God gaan we ter overwinning.

Wij moeten onszelf verloochenen ten aanzien van wat God over ons besloot, als onaangename gebeurtenissen ons overkomen of zware slagen en rampen ons treffen. Wij behoren dan onze eigen wil op te geven en de enige God, die alle dingen regeert, te gehoorzamen en voor zijn wil te buigen.

Lijdzaamheid of berusting.

De zelfverloochening heeft betrekking op wat God over ons besloot en op wat Hij van ons eist.

We moeten onszelf verloochenen ten aanzien van wat God over ons besloot, als onaangename gebeurtenissen ons overkomen of zware slagen en rampen ons treffen. Wij behoren dan onze eigen wil pp te geven en de enige God, die alle dingen regeert, te gehoorzamen en voor zijn wil te buigen.

Het onderscheid tussen lijdzaamheid en berusting vergete men daarbij niet. Berusting is passief: we doen niets, maar laten komen wat komt. De hogepriester Eli is hiervan een voorbeeld. Toen de Here het verschrikkelijke oordeel over zijn huis bekend maakte, sprak hij: „Hij is de Here, Hij doe wat goed is in zijn ogen"). Van de christen wordt echter meer dan berusting gevraagd. Christus heeft niet gezegd: „Ge moet maar in uw kruis berusten", doch Hij spoorde aan tot actief optreden: „Neem uw kruis op en kom achter Mij aan. Zoals Ik mijn kruis heb gedragen, omdat het de wil van mijn Vader was, zo moet ook gij, mijn gelovigen, uw kruis dragen, omdat mijn Vader het wil".

Gehoorzaamheid.

Wij moeten onszelf ook verloochenen ten aanzien van wat God ons gebiedt. Onze eigen zondige lust begeert steeds iets anders dan wat God eist. Maar wie gelooft, buigt zich voor Gods geboden. Dat is niet wettisch! Laat het u niet wijsmaken. Wij zijn door Christus bevrijd niet om te leven zoals wij willen, maar wij zijn bevrijd van het leven zoals wij wilden. De verlossing houdt juist in niet eigen wil doen, maar naar Gods wil vragen en die alleen volbrengen. God alleen dienen wil zeggen Hem volkomen dienen. Wij zijn heden wat al te bang voor slaafse vrees en menen die soms al te bespeuren, als we alleen met zelfverloochenende liefde van een christen te maken hebben.

Hedendaagse losbandigheid.

Na een overigens vaak zeer noodzakelijke strijd tegen wetticisme zijn vele christenen vervallen tot losbandigheid, die de plaats innam van slaafse vrees. Maar zowel ongehoorzaamheid als wettische krampachtigheid is nog iets anders dan leven uit het geloof! De christenen zijn geroepen te staan in de vrijheid .waarmee Christus hen heeft vrijgemaakt. Zij worden bovendien tegen ontsporing gewaarschuwd door de vermaning: Gebruik die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees 7).

De vreze des Heren is in gevaar — ook in kerkelijke kringen. Er is nauwelijks meer een onderscheid te zien tussen de mensen van de wereld en hen die bij de kerk horen. Daarmee doel ik niet op kleinigheden en bijzaken zoals modekwesties en traditionele zeden, maar op de grote hoofdzaak: het leven uit het evangelie en naar Gods inzettingen. Ook onder de leden der christelijke kerken heersen er onbijbelse ideeën over bekering en geloof, over gezag en huwelijk, over traditie en vooruitstrevendheid. Er is reden om beducht te zijn dat de vreze des Heren onder ons aan het verdwijnen is. Hiertegen kan het aankweken van slaafse vrees of wettische krampachtigheid niet als remedie dienen. Alleen het evangelie van Christus wijst ons de rechte weg.

Invloed van de ontkerstening.

De christenen leven in een ontkerstende wereld. Dit is hun enerzijds tot schuld, anderzijds tot een bedreiging. Leven in de vreze Gods schenkt niet langer zoals vroeger aanzien, doch maakt eerder gehaat. Voor een groot deel van ons volk betekent God niets meer en aan zijn geboden wordt geen aandacht geschonken.

De invloed die er van deze omgeving op de christen uitgaat, werkt zeer ongunstig. Tegenover de verzoeking die de ontkerstening voor ons betekent, is het nodig pal te staan. Met het oog op de grote afval, moeten we alle hens aan dek zetten om het noodgetij het hoofd te bieden.

Ook de slaafse vrees ontbreekt onder de mensen. Dit werkt het zondigen in de hand. Toch is van een hernieuwde angst voor straf geen waarachtig heil te verwachten. Alleen ware bekering kan heil brengen. Wij weten niet wat God doen wil, maar als de tekenen niet bedriegen gaat West-Europa in angstaanjagende duisternis en zedeloos heidendom ten onder. In deze beklemmende ontwikkeling moet de kerk al haar energie aanwenden om te getuigen: „Bekeert u, opdat ge behouden wordt uit een verkeerd geslacht".

Medemenselijkheid zonder God.

De losbandigen in en buiten de kerken kennen thans één ideaal: het lenigen van de noden van de medemens. De ongodsdienstigen kunnen het in de kerk wel waarderen dat zij zoveel oog heeft voor de sociale noden. Zij zouden wellicht anders (tegelijk met meer afkeer en met meer eerbied) over haar oordelen, als zij haar allereerste taak niet zó verwaarloosde: oproepen tot geloof in Christus om behouden te worden!

Er is groter nood in de ontwikkelingslanden dan gebrek aan de noodzakelijkste levensbehoeften — het niet kennen van God! Velen geven echter gemakkelijker hun geld om voedsel te kopen voor miljoenen die honger lijden dan om in de zending het evangelie te verkondigen aan honderden miljoenen die zonder God in de wereld zijn en zonder hoop omdat zij vreemdelingen zijn van het verbond der belofte. Zolang we het gebrek aan kennis van het levende brood, Christus, minder belangrijk achten, althans minder energiek bestrijden dan gebrek aan lichamelijk voedsel, is het met de vreze des Heren kwalijk gesteld.

Besluit.

Hoewel er aan de hand van het eerste gebod uit de Wet nog heel wat over de dienst van God zou zijn op te merken, besluiten we de besprekingen ervan. Eigenlijk zijn er al veel te veel artikelen over verschenen, doch we hopen dat de lezers er iets uit leerden en zich er niet bij hebben verveeld.

Samenvatting.

  1. De eis van zelfverloochening in het Nieuwe Testament berust op de exclusiviteit van het eerste gebod.
  2. De eis van zelfverloochening is verbonden met het kruis van Christus.
  3. Slechts wie door het geloof met Christus is verbonden, kan zelfverloochening in liefde betrachten zonder wettisch te worden.
  4. Christus is het grote voorbeeld van zelfverloochening; in Gethsemané onderwierp Hij zijn wil aan die van de Vader.
  5. Van de christen wordt in tegenspoed lijdzaamheid gevraagd, geen berusting; lijdzaamheid is actief het kruis opnemen in het geloof, berusting is passieve ongehoorzaamheid in onmachtige ontevredenheid en ongeloof.
  6. De vreze des Heren bepaalt thans niet meer het beeld van de volken in West-Europa.
  7. In de kerken wordt de vreze des Heren door de algemene ontkerstening verdreven tengevolge van een steeds toenemende verwereldlijking.
  8. De kerken moeten tegenover de algemene afval trouw blijven aan de boodschap van Kruis en Opstanding.

Reacties, kritiek en vragen zullen in dank worden ontvangen; adres: Mathenesserlaan 244c, Rotterdam.

1) Hierop wijst H. van Oyen, Selbstverleuchnung. Religion in Geschichte und Gegenwart3 V, S. 1679.

2) Matth. 16 : 24; het zichzelf verloochenen is verbonden met het navolgen van Christus, Mark 8 : 34.

3) Fil. 3 : 7. Waarschijnlijk bedoelde Paulus, dat hij vroeger tamelijk welgesteld was geweest. Hiervoor zou zijn kostbare studie in Jeruzalem kunnen pleiten.

4) Zo terecht H. Schlier, Theologisches Wörterbuch zum Neuen Testament, I. S. 471, s.v. ameotomai.

5) Rom. 12 : 1.

6) 1 Sam. 3 : 18; over het algemeen wordt in commentaren en preken deze uitspraak van Eli tamelijk hoog aangeslagen. Velen zien er zijn nederigheid en onderwerping aan God in. Heel aardig vat echter Dr. C. J. Goslinga de waarde en het tekort van Eli's woorden samen (Korte Verklaring, Samuel, Kampen, 1959, blz. 71): Bij Eli is geen verzet, meer een lijdelijk berusten, wat nog iets anders is dan kinderlijk aanvaarden. Toch is Eli's betuiging niet zonder geestelijke waarde; er ligt ook een erkenning in van Gods rechtvaardigheid".

7) Gal. 5 : 13. Let erop dat mystieke-bevindelijkheid en uiterlijke godsdienst beiden (hoewel zij grote tegenstellingen lijken) gewaarschuwd moeten worden tegen dezelfde afwijking!

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

ZELFVERLOOCHENING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's