Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christenen in Israël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christenen in Israël

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een drietal artikelen wil ik iets gaan zeggen over de geestelijke situatie in de staat Israël. Eerst over het christendom in dit gebied, vervolgens over de problemen van het moderne jodendomi en daarna over de wijze waarop over de figuur en de betekenis van Jezus van Nazareth wordt gedacht. Het is weillicht niet overbodig direct bij het begin te zeggen, dat ik onder „Israël" de joodse staat versta zonder de momenteel bezette gebieden. Het lijkt mij onjuist een toestand, die politiek als voorlopig moet worden beschouwd in het beeld te betrekken.

Van de ruim 2^/2 miljoen inwoners van Israël zijn er ongeveer 55.000 christenen. Dat is dus een zeer kleine minderheid. Er zijn echter wel een aantal problemen mee verbonden, die het verschijnsel in hoge mate interessant maken. Zo is er b.v. 't feit, dat men scherp onderscheid moet maken tussen christenen en christelijke gemeenten. Christenen zijn er van allerlei soort en herkomst gedreven door een grote verscheidenheid van bedoelingen. Zo o.a. mensen, die de heilige plaatsen bewaken; dat zijn meest monniken van de Fransiscaanse orde. Anderen, vooral in Jeruzalem, wijden zich aan de studie van archeologie en jodendom. En dan zijn er uiteraard degenen, die proberen een zendingsopdracht onder Arabieren of Joden te vervullen. Maar dat is samen natuurlijk maar een heel klein gedeelte van die 55.000. De grote meerderheid daarvan vinden wij in de christelijke gemeenten, die men vooral in het noorden van het land, Galilea, aantreft. Het centrum daarvan is Nazareth, dat voor ongeveer 80% christelijk is. Wie enigszins op de hoogte is weet dan meteen, dat de autochthone christelijke bevolking hoofdzakelijk Arabisch is. Deze christelijke gemeenten zijn rooms-katholiek, Grieks-katholiek (een kerk, die met Rome verbonden is, maar de Oosterse liturgie volgt) of Grieks-orthodox. Ik zou nog andere kerken kunnen noemen zoals Kopten, Armenen, Melkieten, maar die zijn wat het getal betreft te verwaarlozen. En een volledige opsomming zou alleen maar verwarrend zijn. Er zijn in Israël 24 kerkgemeenschappen geregistreerd.

Om de plaats van het christendom in dit gebied te begrijpen moet men behoorlijk op de hoogte zijn met de geschiedenis. Die heeft hier namelijk diepe sporen getrokken. Men kan zeggen. dat van het begin af aan het christendom in Palestina aanwezig is geweest, hoewel de geschiedenis ervan in de eerste eeuwen in vele opzichten in het duisternis 'göhuld. Wel kan men zeggen, dat vaak juist de door de kerk afgewezen leerstellingen (zoals Origenes, Arius, de Monophysieten) hier enige aanhang vonden. Met keizer Oonstantijn en zijn moeder Helena ko-mt Palestina voluit in de belangstelling. Die was niet zozeer gericht op de mensen, die er woonden, maar veeleer op de plaatsen waar het leven van Jezus zich had afgespeeld. Allereerst op de plaats van het graf en van de kruisiging werd een kerk gebouwd. Ook op de plaats van de geboorte in Bethlehem. En al spoedig overal in het land waar men enig spoor van Jezus meende te kunnen aanwijzen. Het christendom hegon beslag op het land te 'leggen. De monniken stroomden toe en stichtten talloze kloosters. Palestina werd het Heilige Land van de christenheid waar men zich graag aan meditatie en studie wijdde. En wie er zich niet vestigde trok er als het kon graag als pelgrim heen. Bovendien werden vele reliquieën „ontdekt", die een winstgevend exportartikel werden. Dit alles bracht grotere welvaart in dit gebied, dat voordien door armoede en verwaarlozing geteisterd was. Dit is de eerste periode waarin het Christendom in Palestina een factor van betekenis was. Men vindt er nu nog vrijwel overal de sporen van terug. Ook is het zo, en dat is kwalijker, dat deze nogal bijgelovige belangstelling voor 't land in 't algemeen en voor bepaalde plaatsen in het bijzonder nog allerminst is overwonnen. Dat blijkt wel uit de zorg, die Rome nog steeds koestert voor de veiligheid van de „heilige plaatsen". Het zou een triest vei^haal worden als ik u ging vertellen welke en hoeveel politieke intrige's daarbij in de loop der eeuwen in het spel zijn geweest. En hoe fanatiek kerkvorsten en koningen om deze plaatsen gevochten hebben. Dit aspect van het christendom in Israël is diep beschamend. Toen ik vorig jaar de Heilige Grafkerk en de Geboortekerk had bezocht zei ik tegen de Israëlische gids: „Ik hoop, dat je het christendom niet alleen beoordeelt naar wat wij er nu van gezien hebben". Ik was blij met zijn antwoord: „O neen, dit is geen geloof, dit is politiek". Wij vroegen daarna iemand de weg naar de velden van Efratha. Een Arabier zei: „Dat hangt ervan af welke u wilt zien; hier zijn ze van de Grieks-orthodoxen en ginds van de rooms-katholieken". Misschien kon dit vroeger nog toen het land sliep. Maar nu het na de komst van de Joden ontwaakt is en opgenomen in een dynamische economische en geestelijke ontwikkeling is het een pijnlijk anachronisme. Dit christendom in Israël heeft alleen betekenis als oproep tot bekering. Als dat niet verstaan wordt is het een zwaar blok aan het been.

De tweede periode waarin het christendom grote betekenis in Palestina heeft gehad is die van de kruistochten. Wij zijn wellicht een beetje op de hoogte met de feiten daarvan, maar pas in Israël zelf 'komt men onder de indruk van de gigantiscihe omvang van deze beweging. Overal in het land vindt men op de strategische punten de resten van hun vestingen. Om de achtergronden van de kruistochten te begrijpen moet men een grondig inzicht hebben in de hele religieuse en sociale situatie in de vroege middeleeuwen. Wij laten dat hier rusten. Boeiend is wel, dat deze mensen blijkbaar consequent gedacht hebben vanuit de stelling, dat de kerk in de plaats van Israël is gekomen en dat daarom alle beloften aan Israël nu op de kerk van toepasing zijn. Dat betekende voor hen, dat Jeruzalem en 't hele land aan de christenheid toebehoorde en daarom zo nodig met geweld moest worden veroverd. Vandaar, dat de agressie zich niet alleen tegen de Mohammedanen, maar evenzeer tegen de Joden richtte.

Men zou 't versdhijnsel van de kruistochten een christelijk zionisme kunnen noemen. Wat deze ridders verder ook gedreven moge hebben, de banier van het dhristendom moest hier geplant worden: een christelijk koninkrijk van Jeruzalem. Helaas was het in de praktijk allerminst de banier van het evangelie. Deze ridders mochten dan wel tot een religieuse orde behoren (de Tempelieren, de Duitse orde), zij konden toch beter met het zwaard overweg dan met het gebedenboek. En zij voelden zich in een kerk het meest veilig wanneer die als een bastion gebouwd was en over voldoende schietgaten beschikte. Men kan dat nu nog met eigen ogen in Israël gaan zien. Waarmee ik maar zeggen wil, dat de tijd van de kruistochten één van de meest beschamende perioden is van de geschiedenis van de kerk. Bovendien vragen de Joden zich af of het alleen maar een periode was. Deze zelfde agressie heeft men immers op allerlei manier in het christelijke Westen ondervonden. Ook deze zaken moet men kennen om iets van de problematiek van het dhristendom in het moderne Israël te kunnen begrijpen. Men vraagt: hebben wij te doen met een vernieuwd christendom, dat zich heeft leren schamen voor zijn eigen geschiedenis of is het in wezen nog hetzelfde. Woorden alleen zijn niet voldoende om te laten zien, dat het inderdaad veranderd is.

Het is nu wel duidelijk geworden, dat het dhristendom zeker sporen in Palestina heeft getrokken. Het zijn niet sporen van barmhartigheid en liefde, maar van macht en geweld. En Palestina is een merkwaardig land. Daar worden geen sporen uitgewist. Daar worden ze veeleer opgegraven en aan al den volke getoond.

Het wordt tijd iets te gaan zeggen over de protestanten in Israël. Wie het land bereist zal daar weinig van tegenkomen. Zo is er b.v. op geen enkele heilige plaats een protestantse kerk van welke soort dan ook. Men heeft daarvoor nooit belangstelling aan de dag gelegd. Toch zijn er wel enkele protestantse gemeenten. Zij zijn zeer klein, bestaan doorgaans uit hoogstens enkele tientallen leden en bevinden zich hoofdzakelijk in de steden Jeruzalem, Tell-Aviv en Haifa. Zij worden zonder uitzondering vanuit hef buitenland bemand en gefinancierd. De gemeenteleden zijn vaak zelf ook buitenlanders, die in Israël werken, b.v. op een ambassade of in de handel. Bovendien krijgt men de indruk van een nogal introvert en onvruchtbaar bestaan. Dit hangt samen met de historische ontwikkeling en om die te begrijpen moet men iets meer weten van de wijze waarop in Israël de godsdienstvrijheid geregeld is. Bij de uitroeping van de staat is verzekerd, dat geen enkele godsdienstige overtuiging enige hindernis in de weg gelegd zou worden. Dat betekende, dat het toen bestaande werk in Palestina in de staat Israël ongestoord kon worden voortgezet. Men kan niet anders zeggen dan dat deze toezegging van Israëlische kant zeer Correct wordt uitgevoerd. Het sluit echter wel in, dat men geen uitbreiding van de christelijke presentie wil. Ëen kerk, die nooit iets in dit gebied heeft gedaan kan niet zomaar een zendingspost openen. Wel is het mogelijk, dat men door samenwerking met een reeds in Israël aanwezige kerk in het werk gaat meedoen. Zo hebben b.v. de Hervormde en de Gereformeerde kerken een samenwerkingsverband met de kerk van Schotland in het reeds in de vorige eeuw begonnen centrum te Tiberias. Wij moeten voor deze regeling begrip hdbben. Voor het jodendom is uit de aard der zaak allerwege grote belangstelling, zij het dan vanuit nogal sterk verschillende theologische achtergrond. Nu in Palestina een joodse staat gevestigd is zou men kunnen verwachten; dat de missionarissen uit de hele wereld hierheen zouden stromen. Het schouwspel van een verdeelde christenheid zou daardoor alleen maar nog beschamender worden dan het al is. Men zegt in Israël terecht: wij zijn al rijkelijk voorzien.

Toch heeft dit alles in de praktijk wel bezwaren. Deze kerken zijn meestal niet in Palestina gekomen vanuit een bijbelse bezinning op hun verhouding met het joodse volk. Toen zij er kwamen behoorde het land tot Turkije en werd het hoofdzakelijk door Arabieren bewoond. In die situatie zijn zij hun filantropisch en evangelisatorisch werk begonnen. Er zijn ook kerken, b.v. de Anglicaanse, die nauw verweven zijn met de Britse mandaatstijd. Iedereen begrijpt, dat de omstandigheden waarin men Staat nu geheel anders zijn geworden. Destijds was het joodse vraagstuk in ^Palestina nauwelijks aan de orde. En het jodendom, dat er toen was was geheel anders geaard dan de huidige generatie, die een droom tot werkelijkheid heeft gemaakt en daardoor zich voel sterker bewust is geworden van zichzelf. Dat houdt in, dat deze kerken zichzelf grondig zouden moeten omscholen om een wezenlijke bijdrage aan het leven in Israël te kunnen geven. Dat is van iedere kerk veel en meestal zelfs teveel gevraagd. Men krijgt vaak de indruk, dat men nauwelijks met de gewijzigde situatie is meegegroeid en theologisch niet het vermogen heeft aan een verantwoorde evangelische presentie gestalte te geven. Intussen wil ik niet de indruk wekken alsof ik hiermee de hele evangelisöhe christenheid in Israël zou hebben getekend. Er zijn er zeker ook, die hun opdracht scherp voor zich zien en een werkelijk contact raet het joodse volk zoeken. Het is geen dhauvinisme wanneer ik zeg, dat de Nederlandse kerken daarin tot de pioniers zijn gaan behoren en dat sommigen in Israël daar bepaalde verwachtingen mee verbinden. Want het moet duidelijk zijn, dat men niet wenst als een soort jachtveld voor missionarissen te worden behandeld. Degenen, die terdege zien dat het voor Israël een geestelijk gevaar is wanneer men de ontmoeting met de andersdenkenden zou missen stellen prijs op de aanwezigheid van christenen, die van een diep respect voor het geheimenis van het joodse volk 2: ijn vervuld en zoeken op die basis de ander te ontmoeten.

Als illustratie hiervan zou ik op een schijnbaar zo ondergeschikt punt van de aanvangstijd van de kerkdiensten kunnen wijzen. Wanneer men in een joods land op zondagmorgen om 10 uur samenkomt betekent dat, dat men diegenen die in het maatschappelijke leven betrokken zijn (denk alleen al aan schoolgaande kinderen) niet verwacht. Men verwacht dan blijkbaar de buitenlanders, die gaan en staan kunnen waar zij willen. Die zal men daar dan ook aantreffen. De rustdag valt nu eenmaal in Israël op zaterdag. Men zal dus op ; zijn minst op zondagavond, liever op zaterdagmorgen kerkdienst" moeten houden. Maar velen houden nog altijd kerkdienst op precies dezelfde tijd als jn het dierbaar vaderland. Dit lijkt ondergeschikt, maar het heeft alles met het wezen van de zaak te maken.

Uit wat ik boven besprak is begrijpelijk, dat nieuwe vormen in Israël moeilijk kunnen ontstaan, omdat de historische verhoudingen min of meer bevro­ ren zijn. Juist daarom lijkt het nuttig tenslotte nog iets te zeggen over een christelijke onderneming, die geheel in de nieuwe situatie is geboren. Ik bedoel daarmee de christelijke nederaetting Nes Ammim in de omgeving van Akko. De gedachte daarvan is in Nederland ontstaan, hoewel er nu een internationale organisatie achter staat. Het is geen kerk, geen zendingspost, maar een landbouwnederzetting zoals Israël die in verschillende soorten kent. Men wil een bijdrage leveren aan de opbouw van het land in het besef van de schuld, die wij op ons geladen hebben. Men wil niet vanuit een christelijk bastion de Joden zoeken te benaderen, maar als gewone mensen meewerken in het maatschappelijk leven. Op dat vlak zoekt men de ander te ontmoeten en is men bereid desgevraagd rekenschap te geven van de hoop, die ons leven draagt. En de praktijk wijst uit, dat daarnaar igevraagd wordt, aan deze gewone jongelui en aan deze mannen met modder ^an hun laarzen meer dan aan tien zendelingen met elkaar.

Dit experiment heeft in Israël grote belangstelling gewekt. De couranten schrijven er welwillend over, bussen vol schoolkinderen met hun onderwijzers komen kijken wat daar gaande is. Men kent in Israël immers nauwelijks gewone christenen; men kent er vrijwel alleen functionarissen van bepaalde kerken. Nes Ammim is tot dusver moeizaam van de grond gekomen. Maar in Israël zien velen het als een testcase voor de vraag of het werkelijk waar is. dat de christenen iets geleerd hebben. Of zij het werkelijk menen, dat zij niet naar Israël komen om er macht en invloed te zoeken, maar om te dienen. Niet om er mooie kerken te bouwen en voor de rechten daarvan te strijden, maar om zichzelf te geven. Met het welslagen daarvan staat of valt op dit moment de mogelijkheid een brug te bouwen over de geschiedenis der eeuwen waarover Joden en christenen elkaar mogen ontmoeten.

Utredht

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Christenen in Israël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's