Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

JEZUS ALS PROFEET

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JEZUS ALS PROFEET

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De profetie in het Nieuwe Testament III
Van Jezus belijden we met de heidelbergse catechismus dat Hij is: „onze hoogste profeet en leraar, die ons de verborgen raad en wil Gods van onze verlossing volkomen geopenbaard heeft". En deze belijdenis is geheel naar de Schrift.
Reeds in Deut. 18 : 15 heeft Mozes van Hem als profeet gesproken: en profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u de Heere, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen. Dat deze belofte in Jezus zijn vervulling vond, blijkt in het nw. testament duidelijk, wanneer Petrus in Hand. 3 : 22 deze tekst - Deut. 18 : 15 - aanhaalt om te laten zien dat Jezus is de beloofde profeet, die wel door de mensen gedood is, maar die door God is opgewekt.
En Stefanus in zijn rede tot het joodse sanhedrin - wanneer hij bij zijn terugblik over Israels geschiedenis over Mozes spreekt - haalt eveneens Deut. 18 : 15 aan en zegt: deze is die Mozes, die tot de kinderen Israels gezegd heeft. En dan volgt de bovengenoemde belofte.
Daaruit zien we tegelijk dat er een opvallende overeenkomst is tussen Mozes en Jezus in hun beider profetisch ambt.
Van Mozes staat, in de bestraffing over Mirjam en Aaron (Num. 12): Zo er een profeet onder u is. Ik de Heere zal door een gezicht Mij aan hem bekend maken, door een droom zal Ik met hem spreken; alzo is Mijn knecht Mozes niet, die in mijn ganse huis getrouw is. Want mond tot mond spreek Ik met hem, en door aanzien, en niet door duistere woorden; en de gelijkenis des Heeren aanschouwt hij.
Dit wordt bevestigd in Deut. 34 : 10: en er stond geen profeet meer op in Israël, gelijk Mozes, dien de Heere gekend had van aangezicht tot aangezicht.
Het bijzondere van Mozes, waardoor hij van Christus kon zeggen, dat Hij een profeet zal zijn „als mij", lag hierin:
in de eerste plaats sprak God tot hem van aangezicht tot aangezicht, niet in droom of visioen zoals de andere profeten, dus rechtstreeks (zie hiervoor ook Num. 7:89);
in de tweede plaats was Mozes de „middelaar" van het verbond, die „in Mijn ganse huis getrouw is" hetgeen blijkens Hebr. 3 in nog dieper zin van Christus geldt n.l. als de Zoon over Zijn eigen huis.
Maar ook het eerste, n.l. dat God tot Mozes sprak van aangezicht tot aangezicht en niet door droom of visioen, ging bij Christus eveneens in vervulling. Want Christus is als de eniggeboren Zoon in de schoot des Vaders en daarom kan Hij ons - profetisch - de Vader verklaren als geen ander, en kan Hij de gedachten des Vaders ons verklaren, de gedachten des vredes.
Al noemt Jezus Zich niet uitdrukkelijk „de profeet", toch blijkt uit Zijn spreken en handelen duidelijk Zijn profetische ambt. We denken hierbij aan Zijn prediking in de synagoge van Nazareth, waar Hij na Jes. 61 : 1 en 2 gelezen te hebben duidelijk zegt dat die belofte in Hem vervuld is, en dan gaat het daar vooral over Zijn profetisch ambt: Jezus is immers gezalfd met de Heilige Geest „ zonder mate". Hij is door de Vader gezonden met de opdracht om de armen het evangelie te verkondigen ... om gevangenen te prediken loslating ... om te prediken het aangename jaar des Heeren.
Al wat hier gezegd wordt van Zijn profetisch ambt, daarvan mogen we zeggen dat Hij dat nu in de staat van Zijn verhoging voortzet, dat Hij daarvoor mensen in Zijn dienst neemt en dat Hij Zijn door hen verkondigde Woord door de Heilige Geest krachtig maakt in zondaarsharten. Het is Zijn heerlijk profetisch ambt, waardoor we steeds meer de zonde als zonde zien, maar waardoor we ook mogen opwassen in de kennis van God en 't heil door Hem bereid. Is het niet groot, dat Christus u mag worden voorgesteld als de hoogste profeet en leraar? U vraagt nog wel eens: ken ik mijn zonde wel echt, ken ik God wel recht? Welnu, hier is Hij die ons alles wil leren wat we niet weten.
En opdat u in uw gebed Hem vragen zult om onderwijs, daarvoor willen we u nog op enkele dingen wijzen waaruit u kunt zien dat Hij werkelijk de grote profeet is.
Een kenmerk van de profeten was immers dat hun verborgen dingen werden geopenbaard dat ze, die dan ook bekend maakten. Welnu, dat deed Jezus. Denkt u maar aan de samaritaanse vrouw: Hij bleek te weten van haar zondige levenswandel. Daarom zei ze: ik zie, dat Gij een profeet zijt. En tot haar stadgenoten: komt, ziet een mens, die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb; is deze niet de Christus? (Joh. 4 : 29).
En wanneer in Luc. 7 : 36-50 Simon Zijn profeet-zijn in twijfel trekt, dan laat Jezus in het daaropvolgende gesprek bemerken dat het verleden van deze vrouw voor Hem open ligt, maar dat Hij ook doorziet het hart van deze vrouw zowel als dat van Simon.
En dan staan we daarmee weer voor het ontdekkende element in de profetie: door de profetische gave worden de verborgen dingen o.a. van het diepe mensenhart open gelegd. Dat was het karakter van de oud-testamentische profetie maar ook van de nieuw-testamentische.
Daarmee hangt samen een ander wezenlijk element van de profetie: deze roept op tot bekering. Het is opmerkelijk, dat de inhoud van de prediking zowel van Johannes de Doper als van Jezus wordt samengevat in dezelfde woorden: bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen (Matth. 3 : 2 en 4 : 17).
Bekering is nodig om te delen in het koninkrijk der hemelen (zoals in Joh. 3 de wedergeboorte onmisbaar is om 't koninkrijk Gods te zien en in te gaan). Een ander kenmerk van Jezus' optreden als profeet is dit, dat Hij strijdt tegen veruitwendiging van de dienst des Heeren: daarvoor beroept Jezus zich op de oud-testamentische profeten. In Marcus 7 : 6 vinden we een aanhaling van de profeet Jesaja (29 : 13): wel heeft Jesaja van u, geveinsden, geprofeteerd, gelijk geschreven is: dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij.
Belangrijk is in dit opzicht ook, wat we lezen van Hem aan het einde van de bergrede: want Hij leerde hen als machthebbende, en niet als de schriftgeleerden.
Het woord dat hier voor „macht" staat betekent zoveel als „volmaakt". Hij is door de Vader gemachtigd om het Woord te brengen; en het Woord dat Hij brengt is in heel bijzondere zin het Woord des Vaders.
Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem die Mij gezonden heeft (Joh. 7 : 16). En nu is Jezus als profeet niet op één lijn te plaatsen met de profeten uit het oude testament. Hij was de grote profeet, die van ouds beloofd was, de Messias, de Zoon van God. Maar al is er dus een wezenlijk onderscheid tussen Jezus als profeet en de andere profeten, niettemin is er overeenkomst. En daartoe behoort dan o.a. dat Jezus met volmacht sprak. Iets daarvan vinden we ook bij de oude profeten. Zij spreken ook met volmacht. Ze zeggen: zo spreekt de Heere! Het is niet hun eigen woord, maar God spreekt door hen. Met deze profetische volmacht - maar dan in nog veel dieper zin - spreekt Christus. En dit was ook duidelijk voor de schare. Ze merkten het onderscheid. Hij leerde hen niet als de schriftgeleerden, maar als iemand die volmacht had.
Jezus is dus profeet. Maar dan „de hoogste profeet en leraar". Hij zei van zichzelf: meer dan Jona is hier! (Matth. 12 : 41). Hij is zelf degene die de nieuwe bedeling doet aanbreken, terwijl de vroegere profeten daar slechts van konden profeteren. Daarom zei Hij tot Zijn discipelen: want Ik zeg u dat vele profeten en koningen hebben begeerd te zien hetgeen gij ziet en hebben het niet gezien, en te horen hetgeen gij hoort en hebben het niet gehoord (Luc. 10 : 24).
De vroegere profeten kenden de verwachting, maar ze beleefden niet de vervulling. Jezus echter is niet slechts profeet. Hij is ook degene die de profetieën tot vervulling brengt.
Het geheel eigene van Zijn profetisch ambt komt ook hierin uit, dat Hij niet alleen de waarheid leerde, maar dat Hij kon zeggen: Ik ben de waarheid.
Kenmerkend voor de profeet is dat Hij toekomstige gebeurtenissen te zien kreeg en die verkondigde. Dit vinden we ook bij Jezus: zo sprak Hij tevoren over Zijn lijden en sterven, maar ook over het oordeel over Jeruzalem en over het eindoordeel. Opmerkelijk is in dit verband wat Hij in Marc. 13 : 32 zegt: maar van die dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in de hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader. Hier wordt duidelijk bedoeld het profetische ambt van Christus. Krachtens dit profetische ambt, dat Hij in Zijn menselijke natuur droeg, werd Hem door de Vader in Zijn menselijk verstand geopenbaard, wat Hem nodig was te weten. Maar het behoorde tot de beperktheid van Zijn menselijke natuur en van Zijn menselijk verstand, dat Hem door de Vader nog niet geopenbaard was, wanneer de dag van Zijn wederkomst zou zijn. Hier zien we het onderscheid tussen Zijn goddelijke en Zijn menselijke natuur. Krachtens Zijn goddelijke natuur was Hij alwetend, maar naar Zijn menselijke natuur was Hij beperkt en moest Hij door de Heilige Geest worden bekwaam gemaakt; en zo moeten we het verstaan dat Hem de dag van Zijn wederkomst nog verborgen was, omdat de Heilige Geest dit nog niet aan Zijn menselijk verstand had geopenbaard.
Tenslotte: profeet-zijn brengt lijden mee; vele profeten zijn gedood. Jezus ook. En dan niet alleen, maar toch wel mede omdat Hij als profeet de verborgen zonden openlegde en aanwees. Laten wij bedenken: een dienstknecht is niet meer dan zijn heer!
Maar dit is het grote: toen Hij gedood werd als profeet, droeg Hij als priester de zonde van Zijn volk weg.
                                                                                                                             J. den Besten

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1969

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

JEZUS ALS PROFEET

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1969

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's