Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij Obed-Edom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij Obed-Edom

7 minuten leestijd

„en de ark des Heeren bleef in het huis van Obed-Edom, de Gethiet, drie maanden; en de Heere zegende Obed-Edom en zijn ganse huis." 2 Samuel 6 vs 11

Vlak bij de plaats waar het ongeluk gebeurde woonde Obed-Edom. Eigenlijk was het geen ongeluk; de hand des Heeren schoot uit en sloeg Uza, zoals de bliksem een boom velt. David was er van geschrokken, hoe vreselijk was de Heere. Hoe kon de ark ooit naar de stad van David gevoerd worden. Wie kon deze God ontvangen?
Voorlopig gaat de stoet niet verder, zij wordt ontbonden, en de ark vindt een tijdelijk onderkomen bij Obed-Edom. Sommigen denken, dat hij een herder was, geboortig uit Gath, een stad der Filistijnen. Het lijkt mij waarschijnlijker, dat hij uit Gath-Rimmon komt, een Levietenstad, en dat hij tot de stam Levi behoort. Daarom tilt men de ark bij hem over de drempel en plaatst hem in zijn huis. Zijn huis wordt gevorderd, voor de Heere! Want dat de ark, de ark van de Heere der heirscharen is, dat is duidelijk gebleken, zij het op pijnlijke wijze. Het is geen kleinigheid, de ark Gods onderdak te verlenen. Het werd Obed-Edom niet gevraagd; wij krijgen eerder de indruk dat hij er aan gewaagd werd. Zou hij niet bedanken voor de eer?
De ark des Heeren in ons huis. Stel u eens voor. De Heere in ons huis. In het huis van Dagon, viel de heer des huizes voor de ark; hier op straat sterft een priester, die de wet niet hield. Wat zou er bij ons in huis gebeuren? Is er bij u huisvesting voor de Heere? Mag ik woonruimte vorderen voor Hem? Ik waag het er maar op. Ja bij u thuis. Dan kan ik de zonde niet aan de hand houden; dan heeft de afgod afgedaan. Mag ik er eens over denken; doe dat, spreek er eens met uw huisgenoten over. Pas getrouwd? Wel, dan is het meteen al aan de orde. Vergeet dan niet, dat de Heere niet alleen onder ons wil wonen, maar ook bij ons in huis wil komen om er te blijven. De Heere Jezus kwam toch ook hier en daar over de vloer en in Bethanië was Hij haast een huisgenoot. Bij mij? Heere, ik ben niet waardig dat Gij onder mijn dak inkomt. Moet Hij dan buiten blijven? Werd Zijn naam niet over ons huis uitgeroepen, toen we trouwden en het huwelijk in die naam bevestigd werd? Wordt het Woord des Heeren niet gelezen, als een teken van Zijn aanwezigheid? Hij zegt immers iets tegen ons, aan tafel, waar ieder stil zit te luisteren, ook de kinderen.
Obed-Edom zal er wel klein onder ge­ worden zijn. De Heere woont in het hoge, en bij hem, die van een verbrijzelde geest is. Wat er met Uza gebeurd is, verbrijzelt de geest. Gods gericht gaat rakelings langs het huis van Obed-Edom, het raakt hem, het breekt hem. Zo kan hij de Heere ontvangen in zijn huis. Ruimt nog heden een plaats voor Hem in, de plaats in het midden, daar heeft Hij recht op. Er moet in uw gezin dan het een en ander aan de kant, ik weet het. Maar wat een genade: de ark is in het huis van Obed-Edom. Wordt daardoor ons gezin gekenmerkt: de Heere maakt er deel van uit. Hij woont daar?
Wat viel het mee voor Obed-Edom. Hij gaf de Heere de eer van Zijn naam, de ruimte in zijn huis; toen verheerlijkte God Zijn genade. Het was geen dagelijkse verschrikking, het werd een wonderlijk goede tijd. Na drie maanden gaat er een grote geruststelling uit, van dit verblijven van de ark; David en heel Israël vatten weer moed. Zo kan het ook, zo vriendelijk en zo genadig.
En de Heere zegende Obed-Edom. De man vaart er kennelijk wel bij, have en vee, alles wat hij had deelt in die welvaart. Hoe gaat het Obed-Edom? Goed, gezond en zo, de zaken gaan goed, thuis alles naar wens. En toch, het is meer. De zegen is, dat de Heere er in mee komt. Dat is het meerdere. Zijn Naam! Aan 's Heeren zegen is alles gelegen, zeggen wij, en we rekenen naar ons toe. Wat het is, dat de Héére zegent, dat weten we niet eens, want we kennen Hem niet en we erkennen Hem niet.
De zegen des Heeren maakt rijk, omdat de Heere zo 'n goedertieren God is. Daar spreekt de ark van. De ark met de wet! De wet die mij en mijn gezin aanklaagt, sterker nog, vervloekt. De ark met het deksel. De zonde verzoend, de vloek weggenomen, nu krijgt de zegen zijn kans. Alleen door het bloed, het bloed des verbonds. De ark is immers de ark des verbonds. Christus Jezus is de vloek wegdragende, de wetsvervullende en de zegen gevende Christus. In Hem koestert de Heere goede gedachten over ons, gedachten van vrede en niet van kwaad. Zo, mijn lezer, worden wij gezegend. De Heere komt tot ons over in Christus, en Hij komt overal in mee. Moeder, hebt u alles in huis gehaald? Ja kind! Wie de Heere in huis haalt zal merken, dat Hij alles meebrengt: En de Heere zegende Obed-Edom.
Geluk wordt verstoord; welvaart kan een vloek worden en wordt het voor menigeen. Er zijn mensen, die vroeger in heel bekrompen omstandigheden moesten leven, nu kunnen ze zich alles veroorloven. Maar voor de Heere is er geen plaats. Het komt alles naar ons toe, we zijn er rijk mee en trots op; maar de Heere trekt Zich terug. Zou dat een zegen zijn? Hoe kan iemand gezegend worden, als de Heere hem niet zegent, als de Heere niet zegt: Zie, hier ben Ik? Obed-Edom had de ark in huis, als een teken van Gods genaderijke tegenwoordigheid en dat was de ark toch eigenlijk. Waar had hij het aan verdiend, dat de Heere bij hem wilde blijven? Hij verwonderde er zich mettertijd steeds meer over. Drie maanden is een hele tijd. Voor altijd, zegt de Heere. Waar Uzag ging sterven, mag Obed-Edom leven: bij de ark Gods. Daar wordt hij gezegend. Hij wordt die zegen telkens gewaar, in de grote en de kleine dingen van het alledaagse leven; de Heere laat telkens merken, dat Hij Obed Edom in genade aanziet, dat Hij het goed met hem meent.
Als de Heere zegent, dan trekt die zegen door het leven heen. Het brood dat u eet, smaakt er naar: een gezegend eten. De rust die u geniet is een gezegende nachtrust. Uw onderlinge verhoudingen worden gezegende verhoudingen, omdat de Heere er bij betrokken raakt. Hij kan in nood en leed nog zegenen, zodat we later zeggen: het was toch een gezegende tijd,
De zegen breidt zich uit over het gezin. Er wordt aan toegevoegd: en zijn ganse huis. Was men in Israël bang geworden voor de Heere, had David bezwaren, om de ark in de stad te brengen: De Heere leert het wel anders. Hij is een God van zegeningen! Hij neemt het nauw met Zijn wet, maar in zijn genade laat Hij het breed hangen. Zij kennen de Heere niet, die de ruimte van zijn genade niet kennen. Die daarvan niet durven roemen, omdat ze, bij al hun zwaarwichtige woorden over de Heere, toch de verkeerde voor hebben. Wat erg is dat. Wat wordt een gemeente daardoor geestelijk verwoest, wat worden de gewetens verwrongen, wat wordt het geloof en het gebed, gesmoord.
Kom eens bij de ark, vrouw, kinderen. De Heere zal de zegen over u vermeerderen, over u en over uw kinderen. Waar de Heere zijn intree neemt daar denkt Hij aan zijn verbond. Daar laat Hij de man, de vrouw, de kinderen niet links liggen. Daar worstelt een man voor zijn vrouw, een moeder voor haar kinderen, om de zegen. Laten wij dankbaar zijn voor die korte toevoeging: en zijn ganse huis. Zij doet ons pleiten op het verbond, bij de ark. Zijn naam is nog onder ons. Zijn woord. Zijn zegen. Wie daarvan weet, kan de kring niet wijd genoeg trekken. En terecht. Als de Heere zegent, dan zegent Hij ook ons huis. Ons ganse huis. De Heere zal zegenen, die de Heere vrezen, de kleinen met de groten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 1969

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bij Obed-Edom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 1969

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's