Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naast het Bijbelse spoor?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naast het Bijbelse spoor?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Nog steeds worden wij met allerlei vragen geconfronteerd opkomende uit de Pinksterbeweging. Naarmate de kerk in een ingezonken toestand verkeert, worden deze vragen des te nijpender. Hoe menigmaal is al de vraag gesteld: Staat de Heilige Geest op 't punt de kerken van West-Europa (en dus ook van Nederland) te verlaten om in een ander werelddeel duidelijke tekenen van Zijn aanwezigheid te geven? Kan het niet zó zijn, dat het gehele kerkelijke apparaat nog wel „draait", maar dat het leven er uit is? Zoals je wel eens leest van sterren, die gevallen zijn, maar na hun val nog wel een poosje licht achterlaten, wat op de duur dan toch óók moet verdwijnen? Of is het misschien zó, dat de Heilige Geest — naarmate wij verder de eindtijd ingaan — Zich terugtrekt uit het officiële kerkelijke leven om in kleinere kringen en groepen Zijn werk voort te zetten? En zouden dat wellicht onder meer de Pinkstergroepen kunnen zijn? Allemaal vragen, dacht ik, die wij niet naast ons mogen néérleggen. Immers, ons geestelijk leven staat of valt met de leiding van de Heilige Geest. Daarom is voortdurend zelfonderzoek nodig in het licht van de Heilige Schrift. Wij zullen dus op de belangrijkste vragen van de Pinksterbeweging hebben in te gaan. En zéker als die vragen gesteld worden met de Bijbel in de hand. Wie wij ook zijn, voor correctie of zelfs een vermaning vanuit de Heilige Schrift zullen wij nooit de oren mogen sluiten. En zeker niet als wij ervan overtuigd zijn dat er aan het kerkelijke leven ook heel wat ontbreekt. Wanneer dan zou blijken, dat wij naast het Bijbelse spoor ons bevinden, hebben wij ons te verootmoedigen en ons te bekeren.

De Pinksterbeweging is meer dan eens genoemd een onbetaalde rekening van de kerk. Dat zullen wij in ieder geval hebben na te gaan. Is er bij ons weinig een leven uit de volheid van Pinksteren? Is er weinig betoning des geestes en der kracht? Wordt er tevéél geschermd met woorden als „rechtzinnigheid" en „oude waarheid", terwijl het léven er niet in klopt? Een gével zonder huis er achter? Wij hebben onszelf te onderzoeken!

Eén van de onderwerpen waar vanuit de Pinksterbeweging een zwaar accent op gelegd wordt is de „Doop met de Heilige Geest". Wij willen nagaan wat men hieronder verstaat en dan controleren wat de H. Schrift hiervan zegt.

Om te beginnen moet gezegd worden, dat bij de Pinkstergroepen een streng onderscheid gemaakt wordt tussen de wedergeboorte en de Geestesdoop. Door de wedergeboorte krijgt de mens een vlezen in plaats van een stenen hart. Maar de Geestesdoop geeft hem een plus. Men drukt het ook wel zó uit: De wedergeborenen kunnen wij vergelijken met de apostelen vóór de Pinksterdag, de met de Geest gedoopten zijn de apostelen na de Pinksterdag (vgl. het Herderlijk schrijven van de Gen. Synode der Ned. Herv. Kerk: De Kerk en de Pinkstergroepen, 5e druk). De volgende Schriftplaatsen voert men als bewijs aan. In Matth. 3:11, Mark. 1 : 8 en Luk. 3 : 16 spreekt Johannes over Christus en zegt: Die zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur. Volgens Joh. 1 : 33 getuigde Johannes: Op Wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven. Deze is het, Die met de Heilige Geest doopt". Ook Jezus Zelf heeft (vóór Zijn hemelvaart) gezegd: Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen". (Hand. 1:5).

In Hand. 8 zijn mensen tot het geloof gekomen op de prediking van Filippus (die met grote tekenen gepaard ging) en zij hebben zich laten dopen. Men zou dus kunnen zeggen: zij waren wedergeboren, maar hadden de Heilige Geest (in Zijn volheid) nog niet ontvangen. Dan zenden de apostelen te Jeruzalem Petrus en Johannes erheen, die voor hen báden, dat zij de Heilige Geest mochten ontvangen. Zij waren n.l. alléén gedoopt in de Naam van de Heere Jezus. Toen legden zij de handen op hen en zij ontvingen de Heilige Geest (Hand. 8 : 15—17). In Hand. 9 zegt Ananias tot Saulus: De Heere heeft mij gezonden, namelijk Jezus, Die u verschenen is op de weg, opdat gij weer ziende en met de Heilige Geest vervuld zoudt worden (9 : 17). In Hand. 10 wordt vermeld, dat de Heilige Geest viel op Cornelius en z'n huis en dat de christen-joden verbaasd waren, dat de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, want zij hoorden hen spreken in tongen en God groot maken. Kort daarop doopt Petrus hen.

Een hoofdstuk waar men ook altijd op wijst is Handelingen 19. Paulus vond in Efeze enkele discipelen, die de doop van Johannes ontvangen hadden. Hij vraagt hen dan of zij de Heilige Geest ontvangen hadden toen zij tot het geloof waren gekomen. Het antwoord luidt: wij hebben zelfs niet gehoord dat er een Heilige Geest is. Dan worden zij gedoopt in de Naam van de Heere Jezus. Vervolgens legt Paulus hen de handen op en komt de Heilige Geest op hen, waardoor zij spreken in tongen en profeteren (19 : 2—6). Uit deze laatste geschiedenis blijkt, dat de Heilige Geest in een mensenhart kan werken en wonen, voordat het werkelijk tot een doop met de Heilige Geest komt.

Immers, niemand kan zeggen dat Jezus Heere is dan door de Heilige Geest. De Heilige Geest was voor die tijd in Efeze aanwezig en toch niet aanwezig. Dat klinkt vreemd, maar toch is het zo. Wat dit betreft is er inderdaad een vergelijking te trekken met de discipelen vóór en na Pinksteren. Pinksteren is het grote keerpunt in het aanwezig zijn van de Heilige Geest. Moeten wij dan in al de genoemde teksten uit de Handelingen een uitbreiding (herhaling) van Pinksteren zien? Wat de kern van de zaak betreft: ja! Ik dacht dat wij hier niet onderuit kunnen. Het gedoopt worden met de Heilige Geest blijft een urgente zaak. Paulus spreekt in Efeze 3 over het „vervuld worden tot al de volheid Gods". Daarom is het misschien gewenster om te spreken van vervuld worden met de Heilige Geest dan gedoopt worden met de Heilige Geest, hoewel er zakelijk m.i. geen verschil is. Dopen betekent letterlijk: onderdompelen en vervuld worden wil een vol worden uitdrukken. De eis om vervuld te worden met de Heilige Geest geldt voor alle tijden. Dat blijkt uit wat Paulus zegt in Efeze 5 : 18: „En wordt niet dronken van wijn, maar wordt vervuld met de Geest". Dat betekent tegelijk: wordt vol van de Heere Jezus Christus. Het voornaamste werk van de Heilige Geest is het gelijkvormig maken aan het beeld van Christus. De Heere Jezus heeft voor Zijn heengaan van deze aarde gezegd: Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en u verkondigen. Of dat altijd met bepaalde tekenen b.v. het spreken in tongen gepaard moet gaan, daarover een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 februari 1970

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Naast het Bijbelse spoor?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 februari 1970

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's