Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Berkhofs beroep op de gereformeerde traditie met name op Calvijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Berkhofs beroep op de gereformeerde traditie met name op Calvijn

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

II

Het is bekend dat Calvijn in zijn beroemde weerlegging van kardinaal Sadoleto 'Antwoord aan Sadoleto' Rome en de geestdrijvers op één hoop geworpen heeft. Hij schrijft: 'door twee secten worden wij bestreden', nl. door de paus en de zijnen en door de dwepers. Hun sectarisme blijkt uit dezelfde zonde waaraan zij zich schuldig maken, nl. dat zij de H. Geest losmaken van het Woord. 'Zich te beroemen op de H. Geest, zonder zich te binden aan het Woord dat van deze Geest getuigt, kan tot allerlei misvattingen aanleiding geven' (Opera Selecta I p. 465v.).

Het lijkt ons dat het 'in de vrijheid des Geestes' gaan van nieuwe wegen in de theologie van het ambt en zoeken van nieuwe vormen voor de praxis van het ambt, een pneumatologie (= leer over de Geest) verbergt die meer op libertijnse dan op reformatorische wortel stoelt. Het is niet toevallig, dat de ambtsleer van het episcopalisme en van het congregationalisme, van Rome en van de vrije groepen ten diepste mank gaan in de pneumatologie.

Het episcopalisme

Voor wij nu verder gaan, moeten wij eerst een helder beeld hebben van de stromingen, die wij episcopalisme en congregationalisme noemen. Kerken van het episcopale type ontmoeten wij in de Grieks-katholieke en in de Russisch-orthodoxe kerk, in de Anglikaanse kerk (de staatskerk van Engeland) en in de rooms-katholieke kerk. In de laatstgenoemde kerk heeft het episcopalisme zich zelfs ontwikkeld tot papalisme.

Hoe is het episcopalisme (de bisschoppelijke kerkinrichting) ontstaan? In het Nieuwe Testament is daar nog geen sprake van. 'De paus staat niet in de Bijbel, de classikale vergadering evenmin', zei Koopmans. Ons inziens staat de classikale vergadering veel dichter bij de Schrift dan de paus, maar daarover straks meer. Het is duidelijk, dat er in de ontwikkeling van de ambten een verschuiving is opgetreden. Over deze verschuiving naar wat wij noemen het 'vroeg-katholicisme' of wel de bisschoppelijke struktuur van de kerk, zijn alle geleerden het eens. Naast de apostelen waren er aanvankelijk leraars en profeten en evangelisten, die evenmin aan een bepaalde gemeente gebonden waren. Elke gemeente had haar eigen oudsten, presbyters of wel opzieners (episcopos = bisschop), die de leiding der gemeente hadden. Onder hen worden apart genoemd diegenen die in het Woord en de leer arbeiden. Daarnaast waren er de diakenen voor de dienst der barmhartigheid. De verschuiving gaat in de richting van een éénhoofdige bisschoppelijke leiding (monarchisch episcopaat). De pretentie ging steeds verder. De episcopos was geen dienaar van het Woord meer, die zelf onder dat Woord stond en achter dat Woord moest wegschuilen. Hij ontleende zijn gezag niet meer aan de inhoud van zijn verkondiging, maar aan de goddelijke oorsprong van zijn ambt. Zo ontstond de hiërarchie (de heerschappij van de geestelijkheid), waarbij de ambtsdrager niet onder kritiek van de H. Schrift, maar met een eigen personaal goddelijk leergezag boven de gemeente staat. Deze ontwikkeling heeft zich geleidelijk voltrokken. In de na-apostolische tijd, bijvoorbeeld bij Ignatius, stond de bisschop nog maar aan het begin van zijn ontwikkeling. Hij was nog geen drager van de traditie, geen priester van het Nieuwe Testament, geen opvolger van de apostelen. Hij werd altijd omgeven door een raad van presbyters en oudsten en diakenen zoals Christus door Zijn apostelen. De episcopos droeg een ambt in de plaatselijke kerk en had daarbuiten geen gezag.

In principe is de verhouding die het Nieuwe Testament ons leert, nu omgekeerd. In de apostolische tijd waren er eerst de gemeenten, vergaderingen van gelovigen. De apostelen stelden in hun midden presbyters, episcopen en diakenen aan, die met toestemming van de gemeente werden gekozen en aan het oordeel van de gemeente onderworpen waren. Maar nu werd het omgekeerd. De ware kerk, de ware leer, het ware sacrament, de ware gemeenschap met God is daar, waar de bisschop is, zoals Ignatius telkens zegt en zoals Irenaeus en Cyprianus na hem de lijn verder uitwerken.

Ignatius streed voor een buitengewoon sympathiek doel. Het ging hem er om de gemeente als een eenheid bij de rechte leer te bewaren. Hij streed voor de eenheid en tegen de versplintering en tegen de ketterijen maar toch is hier sprake van een fatale verschuiving.

De roomse kerk is bij het episcopalisme niet blijven staan, maar heeft het verder ontwikkeld tot het papale systeem. Het feit dat Rome wereldstad en als zodanig middelpunt der christelijke kerk werd, bood hiervoor de gelegenheid. Oorspronkelijk, in de tijd van de bovengenoemde kerkvaders, werden alle bisschoppen nog aan elkaar gelijk gedacht. Maar de bisschoppen van Rome wisten van hun positie handig gebruik te maken en gingen wat eerst geestelijke-zedelijke invloed was, opeisen als een recht. Overigens deden de bisschoppen van andere wereldsteden hetzelfde. Ook de bisschop van Constantinopel liet zijn aanspraken gelden. De bisschop van Rome is daarom nooit herder van de gehele christenheid geweest. Alleen van de westerse, latijnse christenheid. En dit pas in de vierde eeuw. Dan pas geven de kerkvaders er blijk van dat zij onderwerping aan en gemeenschap met Rome noodzakelijk achten voor het wezen van de kerk. Langzamerhand werd de leer ontwikkeld dat de kerk van Rome met haar bisschop aan het hoofd niet kon dwalen of afvallen. Deze 'indefectibilitas' van Rome was te danken aan een bijzondere gave, die door de H. Geest aan de bisschop van Rome, als opvolger van Petrus, geschonken werd. Eén van de pausen uit de middeleeuwen schreef aan de keizer, dat de kerk te Rome door de genade Gods en de bescherming van Christus nooit van de weg der waarheid was afgeweken en ook krachtens de belofte van Christus daarvan nooit afwijken zou.

Zo heeft de paus het primaat, het hoogste gezag in de kerk als vicarius, d.w.z. stedehouder van Christus, en beschikt hij over de H. Geest, los van het Woord. De Bijbel kent echter zo'n episcopaal of papaal priesterambt niet. Het ambt in de kerk van Christus is geen regentenheerschappij maar een dienend ambt, geen 'magisterium' maar een 'ministerium', geen 'hiërarchie' maar een 'diakonia'. Aan de drager van het ambt komt geen persoonlijk gezag toe. Hij is slechts drager, dienaar en moet geheel achter zijn boodschap wegschuilen. Wij erkennen geen gezag in de kerk, dan alleen het gezag van de H. Schrift. Eén van de grootste bezwaren tegen het rapport Berkhof is dat er praktisch niets in dit rapport staat over de binding van het ambt aan het Woord. Er valt een sterke nadruk op persoonlijk gezag. Dit is teveel eer aan het ambt. Dit klopt ook niet met wat gezegd wordt dat er maar Eén hoog is in de kerk. Dit wordt wel waar gemaakt voorzover het ambtswaardigheid of gewichtigheid betreft, maar dat het ambt terugtreedt achter de H. Schrift komt er niet uit.

Het congregationalisme

Het congregationalisme treedt voor het eerst op in Engeland. Het is een radicalisering van het puritanisme, dat zich bevrijden wil uit de Anglikaanse staatskerk. Het congregationalisme gaat uit van groepen van gelovigen (congregations), die zich dan kerkelijk organiseren. Het ideaal is: vrije zelfstandige gemeenten van ware gelovigen te vormen, die alleen Jezus Christus als Hoofd erkennen. Men wilde vrij zijn van de staat, vrij van bisschoppen, vrij van synodale inmenging, vrij van iedere dwang van buiten of van boven af. Men verwierp de belijdenis en de ambten. Men zei: God is Zelf de herder van Zijn kudde. Hij werkt onmiddellijk in haar midden door Zijn Geest. Onder het Oude Testament te spreken van ambten dat gaat nog, maar zij hebben in elk geval voor het Nieuwe Testament afgedaan. Zij behoren tot de schaduwen (Gal. 4:3; Col. 2:17), die voorbij zijn gegaan. Het is een heersen van mensen over de gemeente van God, mensen even feilbaar als anderen. Het is een opzij dringen van de enige Middelaar en Priester en miskenning van Zijn werk.

Op éénzelfde plaats kunnen verschillende vergaderingen of congregaties zijn, zonder dat daarom de eenheid van het lichaam van Christus gebroken wordt. Zo'n congregatie is in eigen kring absoluut onafhankelijk. Vandaar dat deze stroming ook vaak independentisme genoemd wordt. Zo streng mogelijk moet dit beginsel worden toegepast. Het is wel geoorloofd dat kerken samenkomen in conferenties, maar die conferenties kunnen geen besluiten nemen, die bindend zijn, maar hoogstens advies uitbrengen.

Alleen Jezus Christus wordt als Hoofd erkend. Tot een belijdenis kan het niet komen. Tenminste niet tot een belijdenis van algemeen gezag. Strikt genomen zouden er naar congregationalistisch beginsel evenveel confessies als congregaties moeten zijn. In principe is de H. Schrift alleen de belijdenis. Hoe sympathiek dit ook klinkt, hierachter gaat een kwalijk liberalisme schuil. De kerk als vergadering van ware Christgelovigen, treedt juist naar buiten door het commuun akkoord van belijden aangaande Christus haar hemels Hoofd. Door de worsteling met de dwaling heeft de kerk in haar confessie de H. Schrift steeds helderder en duidelijker beleden. Dit commuun akkoord van belijden is nodig om de kerk voor dwaling te bewaren en om de zuiverheid en eenheid te bewaren. Door haar anti-confessionele houding verbreekt het congregationalisme de band met de kerk van alle tijden en alle plaatsen en stelt het zich volstrekt individualistisch op. In het beroep op de vrije werking van de H. Geest treedt de afwijking in de pneumatologie scherp aan de dag. De H. Geest wordt losgemaakt van het Woord. Binnen de congregatie worden dus geen ambten bekleed, wel zijn er taken en funkties. De groep erkent geen besturend gezag. Dat gezag berust bij haar zelf als geheel. Daarom moet zij over alles haar oordeel laten gaan en over alle zaken bij stemming beslissen.

Er zit in het congregationalisme een sterk anteciperend ( = vooruitgrijpend op de hemel) element. Het doet aan het zichtbaar institutair karakter van de kerk tekort en het wortelt ten diepste in een principieel separatisme. Het congregationalisme voert consekwent tot sectarisme. Behalve de eigenlijke congregationalisten zijn bijvoorbeeld ook de Baptisten, Adventisten, Unitariërs en Kwakers tot de Independentisten te rekenen.

Zowel de hoogkerkelijke als de laagkerkelijke ambtsopvatting gaat, daaraan mank, dat Woord en Geest worden losgemaakt, dat meningen van mensen, naar het heet gedreven door de Geest, teveel gezag krijgen, en dat het ambt van zijn eigenlijke inhoud: de diakonia der verzoening ontdaan wordt. Beide ambtsvisies werken kerkdeformerend in plaats van kerkreformerend.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 november 1970

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Berkhofs beroep op de gereformeerde traditie met name op Calvijn

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 november 1970

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's