Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afscheidscollege Professor Van Itterzon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afscheidscollege Professor Van Itterzon

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 4 juni 1.1. heeft prof. Van Itterzon een afscheidscollege gegeven in verband met het bereiken van de 70-jarige leeftijd. Vanaf 1958, toen hij prof. dr. M. van Rhijn opvolgde, heeft hij aan de theologische faculteit van de Rijksuniversiteit te Utrecht onderwijs gegeven in de geschiedenis van het christendom en de leerstellingen van de christelijke godsdienst na het jaar 800.

Zijn afscheidscollege handelde over de verzoening.

Dertien jaar geleden, aldus prof. Van Itterzon, toen ik m'n eerste college voorbereidde was het onderwerp van de verzoening een actuele zaak en dat is het nu nog. In 1958 promoveerde dr. K. Strijd op Anselmus' 'Cur Deus Homo' (Waarom God mens werd) en in 1971 verdedigde dr. H. Wiersinga een proefschrift aan de V.U. getiteld: 'De verzoening in de theologische discussie'. Aan de blijvende actualiteit van het onderwerp heeft de na-oorlogse situatie met z'n spanningen tussen oost en west, de rassentegenstellingen etc. meegewerkt en beide doctores hebben hun proefschrift dan ook niet los gezien van de na-oorlogse problematiek.

Beide auteurs hebben zich beziggehouden met Anselmus. Immers Anselmus' 'Cur Deus homo' is eenvoudig niet te ontwijken wanneer nagedacht wordt over het bijbelse begrip 'verzoening'.

Dr. Strijd komt tot een positievere waardering van Anselmus dan zijn collega Wiersinga. Bij deze laatste is duidelijk, dat hij met Anselmus af wil rekenen, om zo plaats te maken voor een alternatieve verzoeningsleer.

De belangrijke vraag is: Heeft Anselmus het mis gezien inzake de verzoening en zijn de Reformatoren hem hier ongelukkigerwijze in gevolgd?

Er zijn, aldus prof. Van Itterzon, in ieder geval heel wat positieve punten op te merken i.v.m. Anselmus' leer van de verzoening. Hij wist op bijbels-legitieme wijze van de schuld van de mens en van de noodzakelijkheid, dat deze mens losgekocht werd (waarbij de losprijs niet aan de duivel, maar aan God betaald moest worden). Ook was voor Anselmus God geen abstraktie, maar de levende God, die liefhebben en toornen kon.

Er zijn evenwel ook bezwaren tegen zijn systeem, die ook reeds de Reformatoren gevoeld hebben. Luther en Calvijn hebben 'Cur Deus Homo' ook nooit geciteerd. De aanpak was hen veel te rationalistisch.

Tamelijk vaag bleef ook bij Anselmus, hoe de zondaar deel kreeg aan de verzoening.

Het sterk kontraktmatige karakter van zijn verzoeningsleer leidt tot een visie, waarin God en mens te veel als gelijkwaardige partners gezien worden. Ook wordt een spanning gesuggereerd tussen de toornende Vader en de barmhartige Zoon.

Abaelard

Eveneens in de 12e eeuw sprak zich over de verzoening uit, Abaelard. Hij verkeerde in een geheel andere situatie dan Anselmus, die als aartsbisschop van Canterbury dichtbij 't geloof van de gemeente stond. Abaelard evenwel hield van disputeren en verzamelde in Parijs talrijke studenten rondom zich. In dit opzicht kunnen we, aldus de scheidende hoogleraar, een parallel trekken tussen Abaelard en Wiersinga, die immers studenten predikant is. Toch kunnen we Wiersinga niet geheel beschouwen als een 'Abaelardus redivivus', (herleefde Abaelard).

Met Anselmus had Abaelard gemeen het inzicht dat geen losgeld aan de duivel betaald behoefde te worden. Van Anselmus wijkt hij echter af op het essentiële punt van de verzoening door voldoening. Deze gedachte vindt hij zelfs onverdraaglijk.

Het gaat bij het kruis, volgens Abaelard, om onze wederliefde en ons berouw, die, gewekt door de liefde van Christus aan het kruis, grond worden van de verzoening.

Een voordeel van dit inzicht is, dat hier de verzoening als objectief gebeuren alleen, niet voldoende wordt geacht. De persoonlijke band met Jezus Christus is, volgens Abaelard, onmisbaar. Ondanks dit werd Abaelard toch gemakkelijk een christelijk moralist.

Ter zake van de geestelijke verwantschap tussen Abaelard en Wiersinga merkte prof. Van Itterzon o.a. het volgende op: Beiden wijzen de verzoening door voldoening af en beiden accentueren onze wederliefde en onze wandel in de wereld. Volgens Wiersinga was de bedoeling van het kruis het schokeffect. Het kruis was bepaald niet de wil van God, maar van ons mensen.

Evenwel Wiersigna maakt zich wel erg gemakkelijk af van de exegetische gegevens, door één tekst uit een gelijkenis ('ze zullen mijn Zoon ontzien'...) te verabsoluteren.

Dat Wiersinga niet wil weten van 'Urnstimmung' van de Vader door de Zoon is zijn goed recht, maar door te stellen dat het kruis niet door God gewild is, is hij mijlen ver bij Paulus vandaan.

Prof. Van Itterzon besloot dit laatste officiële college, dat door zéér vele studenten en predikanten werd bijgewoond, met 4 citaten van Utrechtse theologen die op 4 verschillende wijzen toch hetzelfde thema bezongen, het thema van de wonderlijke ruil en de verzoening door voldoening.

Met dankbaarheid willen we ook in ons blad memoreren het werk dat prof. Van Itterzon aan de theologische faculteit heeft verricht bij de opleiding van de predikanten.

Daarnaast willen we bepaald ook noemen zijn velerlei publicaties, vooral ook in het Hervormd Weekblad, waarin hij vanuit het Reformatorisch belijden heldere lijnen trok inzake allerlei kerkelijke of meer algemeen kerkelijke en dogmatische onderwerpen. We hebben in onsblad meerdere malen publicaties van prof. Van Itterzon met instemming geciteerd.

Prof. Van Itterzon is nu dus emeritus, , dat wil letterlijk zeggen uitgediend. We zijn er van overtuigd dat prof. Van Itterzon, zolang God hem nog het leven en de gezondheid geeft, de letterlijke betekenis van dit woord niet al te zwaar zal laten wegen. We hopen dat hem nog vruchtbare jaren gegeven mogen worden. Verder is het ten zeerste te hopen dat de opvolging van prof. Van Itterzon zo zal mogen zijn dat het onderwijs, dat gegeven zal worden, in overeenstemming zal zijn met onze Confessie. Wat dit betreft zien we wel met spanning uit hoe de opvolging geregeld zal worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Afscheidscollege Professor Van Itterzon

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's