Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gereformeerde Bond opheffen ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gereformeerde Bond opheffen ?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Gereformeerde Bond is er in de Hervormde Kerk als het goed is om haar eigen best^aansrecht te doen verdwijnen. Anders gezegd: het doel van de Gereformeerde Bond is zichzelf op te heffen. De Bond is uit de nood geboren — en nood breekt wetten — maar eigenlijk is een bond in een Kerk, althans een Bond zoals de Gereformeerde Bond er één is, een onmogelijke zaak. Die moest niet nodig zijn.

Ik kom ertoe om hierover te schrijven omdat ik van iemand een zeer indringende brief kreeg, die uitliep op de conclusie dat opheffing van de Gereformeerde Bond een machtig getuigenis zou kunnen zijn. Nu, ik ben bereid dat mee te zeggen, althans in die zin, dat, wanneer de kerkelijke situatie zó zou worden dat de Bond zichzelf op zou kunnen heffen, dit een verblijdende zaak zou zijn. Iets anders is of het een machtig getuigenis zou zijn als de Bond zichzelf in de huidige situatie inderdaad zou opheffen. Ik begrijp de briefschrijver wel. Hij zegt namelijk, dat dit geschieden kan in het geloof dat niet wij maar, op ons gebed. God een Reformatorische Kerk tot stand zal brengen. Dat geeft, zo zegt hij, rust. Alleen op deze wijze krijgt onze verantwoordelijkheid perspectief.

Ik schrijf uit deze brief hier nog een passage over: 'Aangezien de kerk door polarisatie in een explosieve toestand begint te geraken, zou het toe te juichen zijn als er een diepgaande bezinning plaats vond op de weg, die God wijst. De vernieuwing door de verkondiging van het evangelie geschiedt van binnen uit. Zij begint in hetmenselijk hart en wordt geschonken op het gebed, waarin men zich wendt tot de Heiland om de toorn Gods te ontgaan.

Dat geldt voor eigen leven, maar ook voor familie, Bond, kerk en volk. Door de kracht van het gebed kan de kerk weer uit de duisternis worden opgeheven. Onze God wil naar smeekstemmen luisteren!

De bijbel verhaalt dikwijls dat God op het gebed van een enkele rechtvaardige grote daden wil doen. De Heere Jezus heeft dat bevestigd tijdens Zijn rondwandeling op aarde. In alle donkerheid mogen wij ons verblijden: De Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen' (Rom. 8 : 26).

Gevaren

Ik stem in dit laatste volkomen met de briefschrijver in. Het gebed van één rechtvaardige vermag veel. Ik weet van situaties waar God op het gebed van één rechtvaardige, die op zijn post bleef in een ingezonken gemeente, waar de dwaalleer het voor het zeggen had, een wending ten goede gaf. En wie momenteel zijn oor goed te luisteren legt verneemt de vraag naar een prediking, waarin het weer gaan mag over geloof, wedergeboorte en bekering, in streken waar deze elementen sinds lang uit de prediking verdwenen zijn.

De vraag is echter of dit gegronde argumenten zijn om het bestaansrecht van de Gereformeerde Bond discutabel te stellen. Wèl geef ik toe dat er gevaren kleven aan een bond in de Kerk. Laat ik daar eerst op ingaan. Men heeft de nazaten van Kuyper wel verweten dat ze van de Christelijke organisaties, die 'op alle terreinen des levens' werden opgericht, doel op zichzelf hebben gemaakt. Het middel werd belangrijker dan het doel. De 'clubgeest', zoals dat dan werd uitgedrukt, was een sta-in-de-weg om het geheel nog in het oog te hebben en zó wervend en getuigend bezig te zijn. Zo'n gevaar bedreigt ook altijd een organisatie in een kerk. Een Bond kan doel op zichzelf worden, zó dat we het geheel niet meer zien. We zien alleen de Bond. Het gaat om haar meerdere roem en glorie en we bekreunen ons niet om het heil van Sion, om 'het gruis van Sions muren, die overal afbrokkelen. Daarom hebben we ons als Bond steeds de spiegel voor te houden. Hoe staan we in onze kerk? Zijn we bereid de Bond op te heffen als de doelstellingen in onze kerk verwezenlijkt zijn? In theorie zullen we allen wel bevestigend antwoorden. Maar de practijk zou toch anders kunnen leren. Neem een voorbeeld op het plaatselijk vlak: in een gemeente is door het bestuur van een Hervormd Gereformeerde evangelisatie jarenlang geijverd voor de gereformeerde prediking. Op een bepaald moment komt die prediking er. De afdeling ziet in dit opzicht haar werk voltooid.' Leert de practijk in sommige gevallen niet dat men er moeite mee heeft om inderdaad terug te treden terwille van de zaak waarom het begonnen was? Het komt voor dat dan een deel van de evangelisatie onder andere kerkelijke vlag verder blijft varen. Een bedenkelijke zaak.

Zo zullen we ons in de Bond steeds de vraag moeten stellen of we blijvend op het oog hebben het doel van onze organisatie: de gereformeerde prediking in het geheel van onze kerk. We dienen als het goed is een geestelijk centrum te zijn, dat open ligt naar het geheel van de kerk. Zijn we dat niet dan schieten we aan ons doel voorbij.

Het gevaar van het isolement, van de eenkennigheid ook, is niet denkbeeldig. Het is gemakkelijker onder geestverwanten te vertoeven dan om in de volle breedte van het kerkelijk leven te staan, waar het aan alle kanten stormt. Toch ligt daar ook de roeping van de Bond. De Gereformeerde Bond dient enerzijds te bewaren en anderzijds te verbreiden. Het bewaren is al heel wat. De verbreiding van de Waarheid brengt vooral spanning met zich mee. Het betekent getuige zijn in een omgeving, , waarin men dat getuigenis vaak niet in dank afneemt. De afzonderlijke leden van de kerk worden ertoe geroepen in hun gemeente, elk op zijn of haar plaats. De ambtsdragers worden ertoe geroepen op de vergaderingen van de Kerk. De Bond in zijn geheel wordt ertoe geroepen. Wanneer we niet staan op de fronten, verzaken we onze roeping en is als ons bezig zijn onder de maat. Wachter zijn op Sions muren is daar staan waar de bressen geslagen worden.

Een tweede gevaar, dat schuilt in een organisatievorm binnen de kerk, kan zijn dat zo gemakkelijk geredeneerd kan worden: bij ons is alles goed, bij de anderen is alles verkeerd. Als het echter goed is lijden we allen aan de gehele kerk. De kerk is niet gedeeltelijk ziek. De Kerk is ziek èn wij zijn mede de leden van het zieke lichaam. Dat blijft gelden, ook al dragen we geen directe verantwoordelijkheid voor zaken, waarin we het zelf in onze kerk anders hebben gewild en dit ook ter bestemder plaatse hebben laten horen.

Maar bovendien, en nu practisch, de situatie in 'onze gemeenten' is ook niet zó, dat we zeggen kunnen, dat we naast de geestelijke nood staan, die er in de kerken is. Ook onder ons zijn er velen, die met eenmaal per zondag naar de kerk gaan genoegen nemen. Verder, de verwereldlijking houdt niet op bij de grenzen van onze gemeenten. En dan, ten aanzien van de doorwerking des Geestes in de gemeente is er alle reden tot verootmoediging. Gelukkig zijn er nog vele levende cellen. Maar leven onze gemeenten op het niveau van het Woord en de Geest?

Er is soms ook, en dat dient toch ook wel genoemd te worden, een stuk veruitwendiging, een alleen maar letten op uiterlijke kentekenen. Een wettisch leven komt dan soms in de plaats van een leven in de vrijheid des Geestes, waarin juist de gebondenheid aan de Wet Gods ten diepste naar voren komt. Maar wettisch leven, los van de Wetgever, is evenzeer de dood in de pot als een ongebonden en slordig leven waarin men het met de Wet Gods op een akkoordje gooit. Zo is er meer. We kunnen bijvoorbeeld ijveren voor een zuivere vertaling van de Bijbel — en dat is nodig — terwijl we ons inmiddels de bijbel zelf van het lijf houden. Of voor een zuivere berijming van de Psalmen — en dat is nodig — terwijl de beleving van de inhoud van de Psalmen ontbreekt. Het zou eveneens onder de maat zijn als deze dingen alléén bepalend waren voor onze houding in de Kerk. We hebben te waken tegen symptomen van veruitwendiging. Tegen een prediking ook, die bestaat uit gebod op gebod, regel op regel, zonder dat er de warmte van het geestelijk leven nog in doorstraalt.

En wat dan een organisatie in de kerk betreft, we kunnen zo opgaan in het organisatorische dat we aan de eigenlijke roeping voorbij schieten. Dan functioneren de dingen niet geestelijk meer. Dan gaat het ook niet meer om de doorwerking van de prediking naar buiten, om het bereiken van hen, die ten dode wankelen, die verkeren onder een prediking, die stenen geeft voor brood. Als we meer organisatorisch bezig zijn dan geestelijk dan is er iets grondig mis.

Opheffen?

Inmiddels zou ik echter in onze huidige situatie niet graag overgaan tot het opheffen van de Gereformeerde Bond. Als we ons het geestelijke doel van de Gereformeerde Bond maar voor ogen houden, dan is er alle reden om juist ook in de huidige situatie op te komen voor het bestaansrecht van de Bond. We hebben ons als Gereformeerde Bond te richten op de fronten, waar gestreden wordt om het wezenlijke van het evangelie. Dat kan niet zonder organisatorische vormen. Ieder heeft persoonlijk de roeping om in gebed en daadwerkelijk getuige zijn te staan op de fronten. Maar er is ook een organisatievorm nodig, een centrum van waaruit gezamenlijk wordt gewerkt. Dat betekent niet dat de Gereformeerde Bond het reformatorisch karakter van de kerk zal moeten redden. Wanneer onze kerk een toekomst hebben mag, dan is het dank zij Gods genade en ontferming. Daar valt ten diepste een organisatie buiten. Maar dat betekent niet dat daarbij de Gereformeerde Bond, niet mede als middel gebruikt zou kunnen worden. Er liggen taken in onze kerk, die anders niet zouden worden aangevat. Wannéér de Kerk in haar geheel niet leeft en handelt vanuit het reformatorisch beginsel, dan mag en moet een deel van de Kerk het doen. En dat vraagt om een organisatorisch verband. Van daaruit mag gewerkt worden ten behoeve van de studenten, van de gemeenten, in publicistische arbeid, in gezamenlijke doordenking.

Zó mogen we ook als Bond terugzien op het vele goede, dat er in onze kerk gebleven is en waarin onze Bond als een instrument gebruikt werd. En was de bewaring van het reformatorisch belijden in vele gemeenten. Er was ook in vele gevallen de uitbreiding hiervan. We zullen de laatsten zijn, die zeggen dat wij het alleen hebben. Het Getuigenis, dat vorige week verschenen is en dat door zovelen met dankbaarheid is begroet, is er het bewijs van, dat het Reformatorische door de grenzen van Bonden en organisaties heenbreekt. Er was bij de ondertekenaars een stuk herkenning van elkaar in het wezenlijke waarom het in de huidige kerkelijke crisis gaat. Dat was een verblijdende zaak. Een zaak ook, die ons doet hopen en bidden om een meer en dieper aaneengesmeed worden vanuit de wezenlijke verbondenheid in het allerheiligst geloof, het geloof dat ons van de vaderen is overgeleverd. Maar dat neemt niet weg dat we als Gereformeerde Bond blijven doen wat ons opgedragen is: ijveren voor het reformatorisch karakter van heel onze kerk. Dan weten we heus wel dat een bond in de Kerk een ongerijmdheid is. Maar de nood kan er toe dwingen. En we mogen zo toch zeggen dat God ons werk in de Hervormde Kerk heeft willen zegenen, tot nu toe. De Gereformeerde Bond zal in deze tijd van verval, waarin onze kerk zozeer is betrokken, als een geestelijk centrum moeten functioneren, vanwaar we de kerk willen dienen met haar eigen belijden waarnaar de hele kerk zal hebben te handelen en te leven. Daarbij gaat het niet om groei van de Bond, om getalsterkte of ledental, maar alleen om geestelijke invloed, van herwinning van het terrein dat aan de belijdenis is ontzonken. Dan kunnen we de organisatie en dus ook de leden — predikanten en niet-predikanten — niet missen maar het geestelijke gaat boven het organisatorische.

Bovendien, we zijn eerst lid vËn onze Hervormde Kerk en pas daarna — in tweede instantie — lid van de Gereformeerde Bond.

.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De Gereformeerde Bond opheffen ?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's