Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. C. V. d. Waal, Openbaring van Jezus Christus. Inleiding en Vertaling. Uitgeverij 'De Vuurbaak' Groningen, 1971, 294 blz. ƒ34, 90. Tijdelijke prijs voor leden van de Vereniging van Vrienden van 'De Vuurbaak' ƒ 29, —.

In dit werk treft de lezer een verklaring aan van het boek Openbaring. De ondertitel Inleiding en Vertaling geeft uitstekend weer wat de auteur bedoelt. Hoewel aanvankelijk een grote reserve ons deel was ten aanzien van de inhoud van dit geschrift, moesten we toch bij nader inzien onze houding volkomen herzien. Wie dit boek ter hand neemt om een overzicht te ontvangen van de verschillende wijzen van exegese ten aanzien van dit Bijbelboek wordt uitstekend geïnformeerd. Maar hij ontvangt ook meer. De auteur bewandelt een geheel eigen weg. Op gedegen wijze voert hij een pleidooi de Openbaring door het Schriftgetuigenis zelf te doen vertolken. Dan vallen verschillende manieren van verklaring weg. De schrijver exegetiseert de grote stad Babyion niet als Rome, maar als Jeruzalem. Voorts poneert hij een geheel verrassende uitleg van de duizend jaren. Daardoor komt een geheel nieuw licht over dit laatste Bijbelboek. Het is niet allereerst met behulp van de wereldgeschiedenis te interpreteren, maar profetisch bovenal. Het is het boek, dat ons profetisch licht schenkt over de kerk in de woestijn dezer wereld. Geheel zijn visie wordt ondersteund door uitvoerige documentatie uit de Schrift allereerst, maar daarnaast door vele exegeten uit oude en nieuwe tijden. Terzijde ontvangt de lezer dan ook uitvoerige inlichtingen over de historie van de exegese van dit boek.

Onze indruk is dan ook, dat dit boek van grote waarde is allereerst vanwege de geboden inleiding, maar niet minder vanwege de overvloedige Schriftaanhalingen van parallelle plaatsen in de vertaling. Voor iedere Bijbellezer zal het een welkom geschenk wezen. Het laat zich duidelijk lezen. Want, hoewel op wetenschappelijke grondslag gebaseerd, beschikt de auteur over het vermogen zich klaar en zonder omwegen uit te drukken. Bovendien biedt de schrijver telkens verrassende doorkijkjes naar de hedendaagse tijdsomstandigheden. Dat maakt het ook vruchtbaar voor onze predikanten, die altoos worstelen moeten met de vraag: hoe pas ik het Schriftgegeven toe op de huidige tijd?

Hier en daar gebruikt de auteur wat 'volkse' uitdrukkingen. We laten die maar voor wat ze zijn. Ze doen aan het geheel geen schade en dienen veeleer tot verlevendiging van de aandacht en geven uitdrukking aan de manier waarop de schrijver met de gemeente leeft.

Eén wens evenwel tenslotte. Zou het bij een eventuele herdruk niet mogelijk wezen de compositie van het boek te wijzigen? Tekst en verklaring worden nu teveel gescheiden. Hoe dichter de verklaring de tekst op de voet volgt, hoe indringender het boek zijn werk doet. En wie zou niet van de schrijver van deze doorwrochte en minutieuze studie een gecomprimeerde toelichting durven verwachten? Nog eenvoudiger wellicht dan dit soliede werk, maar waarin de vrucht aan een breder publiek geboden wordt. Het zou op Bijbelse grondslag sectarische willekeur bestrijden kunnen, die welig tiert rondom dit Bijbelboek.
Het boek is typografisch uitstekend verzorgd.

Drs. J. V. Bruggen, Bijbelse taal? De samenhang tussen inhoud en taal van de bijbelse openbaring. Uitgeverij Ton Bolland, Amsterdam 1971, 38 blz., ƒ 3, 90.

In deze brochure licht de schrijver, hoogleraar aan de Theol. Hogeschool te Kampen (Broederweg), ons in over de vragen rond het taaikarakter van de Bijbel, vragen, die van grote betekenis zijn voor de verklaring en vertaling van Gods Woord. Het betreft hier weliswaar een specifieke vakstudie, maar voor belangstellende leken is er heel wat uit te leren. Drs. Van Bruggen ontkent, dat het Grieks en Hebreeuws op zichzelf theologisch relevant zouden wezen. Het feit, dat de Heilige Geest deze beide talen gebruikte om daarin Gods Woord te doen vastleggen, is geen garantie voor vergoddelijking van deze talen. In eenvoudiger taal gezegd — we moeten niet menen, dat enkele Griekse of Hebreeuwse woorden, uit het verband gelicht, ons openbaringswaarheden zouden doen verstaan; dit, zoals de taaltheologen beweren.

De woorden worden alleen gevuld in hun complex. Verliest men de samenhang uit het oog, dan is het gevaar aanwezig, dat men met behulp van de wijsbegeerte de woorden gaat duiden. Wij kunnen ons geheel met deze conclusie verenigen. De band tussen exegese en dogmatiek wordt geheel doorgesneden. De willekeur viert hoogtij. Deze brochure vraagt deskundige lezers, maar stimuleert tot doordenken. De taaltheologie brengt ons terecht in een doolhof.

Van gereformeerd standpunt uit wordt hier ons voorlichting geboden. Het is de moeite waard van deze brochure kennis te nemen, omdat wij ten aanzien van de taaltheologie te doen hebben met een bijna niet te ontmaskeren dwaling. Men neemt de feiten, die door de woorden worden verkondigd als opstanding, hemelvaart niet ernstig. Maar wèl de woorden. Dit loopt op spitsvondigheid uit. Het is ten diepste een uitholling van de Schrift en haar boodschap. Hartelijk aanbevolen.
A. van Brummelen.

Prof. dr. B. J. Oosterhoff, De afwezigheid Gods in het Oude Testament, Apeldoomse studies, 1, 46 blz., f 4, 25. J. H. Kok, Kampen 1971.
De afwezigheid Gods is een bekend thema in de moderne theologie. Buber en Sartre, Miskotte en Paul van Buren hebben er het hunne over gezegd om slechts enkele namen te noemen. De apeldoomse Oudtestamenticus gaat in deze rede — uitgesproken bij de rectoraatsoverdracht aan de Theologische Hogeschool van de Chr. Geref. Kerken — na in hoeverre dit thema in het Oude Testament ter sprake komt. Prof. Oosterhoff betrekt met name de Psalmen (10, 13, 22, 42/3, 88) en het boek Job in zijn onderzoek.

Terecht wijst hij erop dat de verschillen tussen de klachten en ervaringen van de oudtestamentische vromen en de uitspraken van hedendaagse theologen, filosofen en kunstenaars groter zijn dan de overeenkomsten.

Drie dingen worden door de auteur genoemd: a. In het moderne denken speelt de zonde in het probleem van de afwezigheid van God geen enkele rol. In het O.T. wordt de afwezigheid van God niet zonder meer met de zonde op éen noemer gezet, maar er wel degelijk mee in verband gezien en soms ook aangewezen als éen van de redenen waarom God zich terugtrekt. Het O.T. predikt op indrukwekkende wijze dat de afwezige God de genadige blijft voor wie zich tot Hem bekeert.

b. Een tweede verschil is, dat de oudtestamentische gelovige niet maar worstelt met het probleem van Gods afwezigheid, maar roept om Gods nabijheid. De moderne mens worstelt niet met God en om God. God is dood verklaard. Wij menen dat Oosterhoff hier een belangrijk verschil signaleert. De oudtestamentische uitspraken komen voor in gebeden, het gesprek met God. In de moderne theologie is het gebed zelf vaak een problematische zaak geworden.

c. In de derde plaats wijst de auteur erop, dat in het O.T. de klachten om Gods afwezigheid omraamd worden door de belijdenis van het geloof. Ook in Psalm 88, door prof. dr. A. H. Edelkoort op college destijds wel de somberste psalm genoemd, horen wé de dichter zeggen: God van mijn heil. Vandaar dat in de Bijbel telkens ook weer sprake is van verlossing, uitredding. In tegenstelling tot verschillende andere O.T.-ci denkt Oosterhoff hier niet zozeer aan het doorbrekend geloof van de psalmdichters, als wel aan concrete, werkelijke verlossingen (vgl. b.v. het slot van het boek Job).

Het geheel is een belangrijke rede, die niet alleen ingaat op de huidige problematiek, maar ons vooral bepaalt bij de betekenis van de oudtestamentische prediking.

Hartelijk aanbevolen.

A. Noordegraaf

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's