Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij de weg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij de weg

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'en de vogelen kwamen' 'zo komt de boze'Mattheus 13 : 4 en 19

Eerst nog even uw aandacht voor de eigenaardige weg die de Here gaat. Andere grootheden laten hun daden voor zich uitbazuinen; hun plannen worden druk besproken. Waar menselijke heerlijkheid komt daar gebeurt er nog eens wat, dat is meestentijds gooi- en smijtwerk, zodat de stukken er af vliegen en horen en zien ons vergaat. Waar Gods rijk komt, ziet u een zaaier uitgaan om te zaaien. Verwonderen wij ons er over dat de aanvang van het Koninkrijk Gods onder ons van zo'n eenvoudige en nederige aard is. Een verborgenheid, voor alle misverstanden vatbaar. Onder andere dit misverstand dat het niet veel om het lijf heeft, dat men dit woord vrijblijvend kan lezen, dat er geen beslissingen vallen als het hierover gaat. Wie rept er bij voorbeeld over het Koninkrijk, als hij het woord bespreekt? Vele opmerkingen zijn even zo veel tekenen van wanbegrip, als het woord van het Koninkrijk aan de orde is.

Ziet een zaaier ging uit om te zaaien. Als Christus ons riep om Zijn voetsporen te drukken, vertragen wij niet en verdragen wij veel. Zaaien is niet veel zaaks vergeleken bij ander werk in onze samenleving. Steeds meerderen houden het voor overbodig en ook binnen de gemeente is men er niet zo verrukt van. Dat kan aan de zaaier liggen, omdat ze meer stof dan zaad strooien. Het kan ook zijn, dat wij het Koninkrijk Gods niet meer zien aankomen, althans niet meer op de wijze van de prediking. Zaaien houdt verband met die komst en dat rijk. Het betekent niet veel vergeleken bij het goddelijk werk, dat er mee gepaard moet gaan. Is het zaad eenmaal onze hand ontglipt, dan moeten wij het verder overlaten; wij kunnen het geen wortel en geen wasdom geven, een zaaier leert lijdzaamheid. Doch, welverstaan, is dit menselijk werk in het werk Gods begrepen. Het woord van het Koninkrijk is geen ijdel woord, het keert niet ledig weder. Het zaad is de kiem van de volle oogst van velden met wuivend graan. Ziet!

Genoeg over de aanvang. Nu, de voortgang. Hoe zal die zijn? Daarover lopen de meningen nogal uiteen. De discipelen dachten: het zal onder luide bijval, voorspoedig voortgaan. Het Koninkrijk zal zich een plaats veroveren onder Israël. Zo zal het gaan. Maar Christus verklaart nadrukkelijk: zo zal het niet gaan. Het zal u tegenvallen. Er wordt in zo sterke mate tegenstand geboden, dat het Koninkrijk Gods een mislukking dreigt te worden. Het gaat er mee als met het zaad. Het rijk gaat met het woord de weg van verwerping èn aanvaarding, van vruchteloosheid en vruchtbaarheid. Hoort maar.

En als hij zaaide viel een deel van het zaad bij de weg. Een akker, zoals in de Schriften bedoeld, verschilt heel wat van ons bouwland. Het is maar een rommelig stuk grond. Het land ligt 'bezaaid' met stenen, de distels en het onkruid tieren er welig en het voetpad loopt er dikwijls dwars doorheen. Aan zo'n weggetje moeten we hier waarschijnlijk denken. Het is platgetreden door de voorbijgangers en het wordt mettertijd steeds breder. De zaaier zaait niet lukraak, hij kan het echter niet helpen, dat er korrels vallen op de weg en aan de kant van de weg. Het zaad blijft boven op de vastgestampte grond liggen, de zaaier stapt rustig verder. Kijkt hij achterom, dan zijn de vogels er reeds en pikken het op.

Als iemand het woord des Koninkrijks hoort en niet verstaat: deze is degene die bij de weg bezaaid is. Het begon zo veelbelovend; er werd gezaaid. Maar het haalde niets uit. Het werd gehoord en niet verstaan. Dat woord des Koninkrijks zegt Jezus met nadruk dat verstonden die hoorders nu net niet. Het was voor hen een woord als andere woorden, ze kenden er geen gezag aan toe en wat betekende het voor hen? Zij kwamen in aanraking met het Koninkrijk door middel van het woord, maar dat drong niet tot hen door. Het is bij horen gebleven, er was geen ontvangst! En verstaan is ontvangen.

Bij de weg bezaaid. Dat zou bij u het geval kunnen zijn, mijn lezer. Uw innerlijk leven — er is hier sprake van het hart — wordt druk betreden, iedereen mag er vrij over- en doorheen lopen. Zo is het toch, wij staan tegenwoordig voor alles open. Daardoor dreigt dat innerlijk leven steeds meer verhard te worden. Vroeger was er meer aandacht voor Gods Woord. Een zekere ontvankelijkheid; zeg ik teveel? Hoe is dat nu? Er is nauwelijks meer een akker, er is niets dan weg. Het zaad ketst terug tegen de harde bodem, het rolt even door, dan ligt het stil. Geen belangstelling. U hoort het nog, dat is alles.

Eén is er, die zelfs voor dit zaad bij de weg nog belangstelling heeft: dat is de boze. Hij volgt de zaaier blijkbaar op de voet en zodra het zaad gevallen is rukt hij het weg. Het was in het hart gezaaid — er is altijd meer mee gemoeid dan het verstand, al houdt men die meestal nogal uit elkaar, hart en verstand — het hart wilde er niet van weten. Weg er mee zei het hart. Weg er mee zegt de boze. Eigenlijk is hij er bang voor. Wat deze hoorder niet weet, weet de boze wel terdege: het is het woord van het Koninkrijk. Laat maar liggen, denken wij, het kan geen kwaad en het doet geen goed. Niet laten liggen denkt Satan, er schuilt kracht in, het mocht later nog eens ontkiemen. Hij grist het nijdig weg.

De boze? Ik dacht dat het de vogels waren. Zij strijken neer achter de zaaier en pikken het zaad weg. Het zijn ook de vogels, die schijnbaar zo onschuldige vogels. Ze zijn er heel vlug bij. Ze zwieren rond in de kerk, ze nemen hun kans waar. Een kleinigheid, een vluchtige gedachte, aandacht voor ditjes en datjes, weg is het Woord. Buiten de kerk zitten ze op wacht, het is een gekwetter van je welste. Kort verhaal van veler kerkgang: En als hij zaaide viel een deel van het zaad bij de weg; en de vogelen kwamen en aten dat op.

Toch is het de boze! De verklaarde vijand Gods, die het verkeerd met ons meent. Hij doet zijn uiterste best om het woord krachteloos te maken, hoe eerder hoe beter. Stel u voor, dat het in de herinnering bleef hangen, dat u het later nog eens ging overwegen. Dat u desnoods de preek vergat, maar de tekst onthield. Dat u er met een ander over sprak. Nee, niets daarvan. Het woord moet onschadelijk gemaakt worden, het doet het rijk der duisternis toch al zo veel schade. Daarom neemt de duivel zijn maatregelen zo zorgvuldig, en hij laat er geen gras over groeien. Zoals altijd komt hij niet voor de dag, hij werkt achter de schermen, de vorst der duisternis. Hebt u geen erg in hem, dat komt hem net gelegen. Toe, vertelt uw kinderen deze gelijkenis eens, als u de kerkgang aan de orde stelt. 

Och, verzucht iemand, kwam de boze nu maar niet om weg te rukken wat in mijn hart gezaaid was. Maar waarom kunnen de vogels het wegpikken? Omdat het niet in goede aarde gevallen is, daarom. Zoekt de oorzaak van al dit onheil maar in uw eigen hart. Horen en niet verstaan! Hebt u het begrepen, het is, dunkt mij nogal duidelijk. Heden dan, zo gij zijn stem hoort, verhardt uw hart niet.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bij de weg

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's