Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De dief en de herder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De dief en de herder

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, die niet ingaat door de deur in de stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een dief en moordenaar, maar die door de deur ingaat, is een herder der schapen. Johannes 10 : 1 en 2

Over de gelijkenis van de goede Herder zegt Calvijn: 'Mijns inziens is het verkeerd om elk deel van deze gelijkenis in bijzonderheden uit te pluizen'. Ik geloof, dat hij gelijk heeft. Het gaat hier over de dief, de herder en de schapen.

Een herder is iemand, die schapen leidt. Hij heeft zorg voor die dieren, 's Morgens gaat hij naar de schaapskooi. Dat was een eenvoudige omheining, waarbinnen de schapen rust en veiligheid vonden. De deurwachter liet de herder de schaapskooi binnengaan: de herder roept de schapen bij hun naam. De schapen komen hem achterna; hij gaat voorop en brengt ze naar het voedsel en het drinken.

Een dief doet heel anders: hij is er op uit om een schaap te pakken en te slachten. Natuurlijk zal de deurwachter hem geen toegang verlenen. Daarom probeert de dief om op een slinkse wijze binnen te komen. Hij klimt over de muur, maar als hij de schapen roept, komen ze niet, omdat ze hem niet kennen.

Wat zou de Heere Jezus met deze gelijkenis bedoelen? In de Bijbel wordt de verhouding tussen God en Zijn kinderen, tussen de Heere Jezus en de gelovigen vaak voorgesteld onder het beeld van een herder en zijn schapen. Denkt u maar aan psalm 23; of aan psalm 79 : 13, psalm 100 : 3; in het N.T. de gelijkenis van het verloren schaap in Lucas 15, het woord van Petrus in zijn brief over de dwalende schapen, en de Herder en Opziener uwer zielen (1 Petrus 2 : 25). De Heere, de Heere Jezus Christus: de Herder; degenen, die van Christus zijn, die Hij kocht met Zijn bloed: Zijn schapen.

Nu zijn er dieven en moordenaars; zij willen zich van de schapen meester maken. De Heere Jezus heeft het oog op de farizeeën en schriftgeleerden. Zij waren de leidslieden van Israël en waren geroepen om het volk heen te leiden tot de Zaligmaker, Die de Heere reeds in het paradijs beloofd had. Zonder Hem zou er geen redding zijn. En hebben ze dat gedaan? Neen! Ze leidden het volk op verkeerde wegen: ze legden hen talrijke lasten op: wet op wet, gebod op gebod. En de Heere Jezus Zelf verwierpen ze. Zij zijn de dieven en moordenaars. En kunnen we ditzelfde niet zeggen van al degenen, die in de loop der jaren en ook in onze tijd in het kerkelijke leven een plaats hebben ingenomen, maar die de mensen niet als arme, verloren zondaren heenleiden tot de rijke Christus, opdat ze in Hem alleen, eeuwige redding zouden zoeken en vinden.

Vooral denk ik aan de grote dief en moordenaar: de duivel. Hij is het, die de mens heeft gestolen van de Heere God. Hij is de moordenaar, die de mens in de dood heeft gestort. Hij is een mensenmoorder van den beginne (Joh. 8 : 44). Nog altijd gaat hij rond, zoekende wie Hij kan verslinden. Hij wil niet hebben, dat iemand tot geloof, tot bekering komt. Door de zonde zijn de mensen hem toegevallen, en hij wil ze allen vasthouden. Hij doet het op allerlei manieren. Hij doet het door valse leringen in te fluisteren, zoals hij al deed bij de eerste mensen, en door valse leringen te laten verkondigen. Hij doet het door de mensen op te zetten tegen de Heere; door hen in onverschilligheid het Woord te laten verwerpen; door te fluisteren, dat het nog tijd genoeg is om tot bekering te komen, of dat we nog te jong zijn. Of: de zonde is zo erg niet; we zijn nog zo slecht niet; de Heere zal het zo nauw niet nemen. Hij doet het door de mensen te doen twijfelen aan Gods genade, of in te geven, dat ze te slecht zijn. Enz. enz. Let op: hij is de dief en de moordenaar, die binnengeklommen is om te stelen en te slachten. Geef hem geen gehoor; wacht u voor hem.

Hoe heel anders is de herder. Die door de deur ingaat, is een herder der schapen. Hierbij denken we aan Gods trouwe knechten, de profeten; Johannes de Doper. Zij zijn door God gezonden, zij gaan in door de deur. Het zijn al Gods getrouwe dienaren, die in de loop der eeuwen en ook in onze tijd de mensen heenwijzen naar de Heere Jezus, de Borg en Zaligmaker van zondaren: zie, het Lam Gods. Maar in de diepste zin is het de Heere Jezus Christus Zelf. Hij is de Herder, de enige Herder, de goede Herder. Hij is door de deur ingegaan: de Heere heeft Hem gezonden. Hij is de Zoon des Vaders, Die het verlossingswerk kwam doen. Het gehele menselijk geslacht ligt verloren in zonde en schuld. Niemand is goed, is rechtvaardig, en niemand kan zichzelf redden van de toorn Gods, van het eeuwig verderf. De Heere Jezus is de goede Herder, Die Zijn leven gaf om zo zondaren te verlossen van hun zonden; los te kopen uit Satans heerschappij. Wij zijn van nature als bokken, dwars tegen de Heere in. Hij gaf Zijn bloed om ons te wassen van alle zonden. Door de H. Geest maakt Hij van bokken schapen. Wat een dierbare Herder is Hij toch. Bent u een schaap van Christus' kudde?

Hij kent al Zijn schapen bij hun naam. Ze zijn immers de gegevenen van de Vader. Reeds voor de grondlegging der wereld zijn ze Hem gegeven. Ik ken Mijn schapen, zegt Christus, en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. Ze liggen in Zijn handen en behoren Hem toe. Dat is de troost van al degenen, die van Christus zijn: Hij kent mij; Hij kent mijn naam.

En Hij roept ze. Die Hij tevoren verordineerd heeft, deze heeft Hij ook geroepen (Rom. 8 : 30). Daar zit Levi in het tolhuis, , en Jezus roept hem bij name. Daar zit Zacheüs in de boom, en de Herder roept hem. En Hij roept altijd weer. Bij het lege graf staat Maria Magdalena, en de Heere Jezus roept haar bij haar naam ... 'Maria'. Zo roept de Herder nog, altijd maar door. Hoe? Door het Woord. Hij roept mensen, die leven in de zonde, ver van de Heere; mensen, die dood zijn door de misdaden en de zonden. Hij roept ze tot bekering. Hij roept ze tot geloof. Hij roept ze tot Zich.

En de schapen horen Zijn stem. Niet alle mensen komen tot geloof en bekering. Velen leven maar door, en sterven zonder de Heere: ze gaan verloren, voor eeuwig. Heeft het roepen van de Herder geen resultaat? Ja, zeker wel: de schapen horen Zijn stem, en ze komen. Levi staat op en volgt Jezus; Zacheüs komt de boom uit, en ontvangt Jezus met blijdschap. En Paulus valt ter aarde: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? In Handelingen 13 : 48 staat: aar geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven. Wat een troost: er komt geloof, er komt bekering. De Heere Jezus zal vrucht zien. De schapen horen Zijn stem. En Maria Magdalena hoort de stem van de Herder: Rabbouni. Die stem kent ze. Daarom: hebt u de stem van de Herder gehoord? Het is niet genoeg om de Bijbel te kennen, en allerlei dingen uit de Bijbel. Het gaat er om of u de stem van de Herder gehoord hebt. Heden, zo gij Zijn stem hoort, verhardt u niet, maar laat u leiden. Zijn stem horen in en door het Woord. Als u die stem hoort, dan wordt u uw schuld gewaar, en wordt uw hart verbroken onder die schuld en zonde. Als u die stem hoort, dan wordt u genodigd en gelokt tot de Heere Jezus Christus, om door het geloof op Hem alleen te bouwen. Dan wordt u heengeleid tot Christus, tot de Herder der schapen. Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen worden wit als sneeuw. Ik ben voor u de dood ingegaan, daar Gij anders de eeuwige dood hadt moeten sterven. Dan leert ge van genade, van Christus alleen te leven. Ge hoort Zijn stem. Soms kunt u moedeloos zijn, ziende op uzelf, en alles wat er in u leeft. Wat een twijfel vaak, wat een donkerheid. Voor Zijn stem: zie op Mij, op Mij alleen. Uw zaligheid ligt vast in Christus en Zijn volbrachte werk. Ik heb u lief met een eeuwige liefde.

De herder gaat voor, en de schapen volgen hem. Zo doet deze Herder het: Hij doet neerliggen in grazige weiden, en voert aan zeer stille wateren. Hij verkwikt de ziel, en leidt in het spoor der gerechtigheid. Het is een vaste en tere leiding. Hij doet het door Zijn Woord en Geest. Bij Hem hebt u het goed.

De schapen volgen. Ja, ze zijn ook wel dwaalziek. Luisteren we naar de stem van de wereld, dan dwalen we; luisteren we naar de stem van ons hart, we wijken af; of naar de stem van het geweten, het gaat niet goed. Dat zijn de stemmen van de vreemde. Luister er niet naar. Vlied de wereld, vlied de plaatsen, waar u de stem van de goede Herder niet hoort. Volgt Hem alleen na. Geeft uw gedachten gevangen onder de gehoorzaamheid van Christus.

Hem volgen, waar Hij ook leidt. Over hoogten of door diepten. Wie Hem volgt, zal in de duisternis niet dwalen. Hij, Die de dood inging, en de schuld van al de Zijnen droeg, gaat hen voor naar het huis des Vaders.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De dief en de herder

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's