Door lijden tot heerlijkheid
Kunnen we al op allerlei wijze, zoals de Schrift zelf ons aanwijst, in een enkel woord heel de weg en het werk van de Heere Jezus samenvatten, waarover we vooral in deze weken in het bijzonder mogen nadenken, zeker kunnen we dat doen in de woorden: 'door lijden tot heerlijkheid'.
Als we nalezen wat de Zaligmaker Zelf over Zijn weg en werk tot Zijn jongeren in het bijzonder sprak, dan moet het onze aandacht trekken, dat Hij telkens weer in de lijdensaankondigingen deze beide, lijden en heerlijkheid, met elkander heeft verbonden.
In de eerste aankondiging reeds, nadat Hij beleden was als de Christus, bij monde van Petrus, spreekt de Heere van lijden - verwerping - gewelddadige dood en van Zijn wederopstanding, Marcus 8 : 32. Ook in de tweede aankondiging leert Hij vooral de discipelen, dat Hij na geleden te hebben en gedood te zijn, zou opstaan uit de doden, Marcus 9 : 31.
In de derde aankondiging, voorafgaande aan de vraag van de (moeder van) de zonen van Zebedeus spreekt Christus uitvoeriger over wat Hem te wachten staat, maar opnieuw is duidelijk en nadrukkelijk de wederopstanding ten derde dage vermeld, Marcus 10 : 34.
Ook in het Johannesevangelie ontbreekt deze boodschap van lijden en de daarop volgende heerlijkheid niet. We vinden deze b.v. in Johannes 12 : 20—30, Johannes 14, 16 en ook heel sterk in het hogepriesterlijk gebed, Johannes 17.
Wie denkt ook niet aan het woord van Christus tot de discipelen na Pasen, de Emmaüsgangers, Lucas 24 : 26, waarin lijden en heerlijkheid heel duidelijk met elkaar verbonden zijn; of daarna tot de grotere kring, Lucas 24 : 46, waarin naar de Schriften verkondigd wordt lijden en opstanding, die met elkaar heel het eigenlijke verzoenings-en verlossingswerk van de Heere Jezus omvatten?
Ook in de Paulinische brieven vinden we heel vaak de gehele weg van Christus, gaande door lijden tot heerlijkheid, getekend, Romeinen 6 : 1—11, Romeinen 8, slot, Romeinen 14:9vv, 1 Cor. 15, Fil. 2 : 5—11, 2 Tim. 2 : 8—13, enz.
Wanneer de Heere Jezus Zelf voor en na Zijn kruis en opstanding zo onderwezen heeft en de apostel(en) jaren nadien het zo ook verstaan hebben, is het wel de moeite waard om er nader bij stil te staan, en enkele overwegingen u door te geven.
Geen lijden zonder heerlijkheid
Vooreerst dan moge de verbinding van lijden en heerlijkheid in het onderricht van Christus en in de apostolische briefliteratuur ons ervoor behoeden om in de lijdensweken, waarin ons in prediking en meditatie de Man van smarten wordt voorgesteld, te blijven steken in het lijden en de smaadheid van Christus. Zeer gemakkelijk komt men ertoe het lijden van de Zaligmaker als een tragisch gebeuren te zien, een jammerlijke vergissing, een ernstige misduiding. Of, en hoe vaak heeft de vrijzinnigheid Jezus ons zo niet afgetekend, men ziet Hem als een slachtoffer van Zijn overtuiging, een martelaar voor beginselen van zedelijkheid en recht, een Mens, wilt ge, een ideaal-mens, die helaas onbegrepen, zoals zovelen, ten onder ging om Zijn eigen onbaatzuchtige goedheid.
Maar ook wanneer men anders, veel meer religieus zelfs. Hem zien en tekenen wil als middelaar, en blijft staan bij Zijn lijden, zonder de doorbraak naar Zijn opstanding en verhoging, stelt men slechts een halve verlossing voor.
We hebben wel te verstaan, dat, wanneer Christus alleen maar zou hebben geleden en de werkelijkheid van Pasen ontbrak, alles nog maar voor de tijd zou zijn geweest.
In de wederopstanding ten derde dage heeft de Vader Hem immers verhoogd, gerechtvaardigd, gekroond met eer en heerlijkheid. En Zelf heeft Hij meer dan ooit en elders op Pasen bewezen de Zoon Gods te zijn.
Chsistus zag door de donkere tunnel van Zijn lijden en kruisdood heen naar de lichtende dag van glorie en bevrijding. Voor de vreugde Hem voorgesteld heeft Hij het kruis verdragen en schande veracht. Lijden en heerlijkheid behoren onlosmakelijk bijeen.
Zeker we prediken Jezus Christus en Dien gekruisigd. Zeker we mogen door genade rond en in Woord en sacrament verkondigen de dood des Heeren; evenwel geen dode Heere.
Het is in dit verband opmerkelijk, dat de gewoonte, aanvankelijk juist in vrijzinnige gemeent opgekomen om op Goede Vrijdag avondmaal te vieren, als de gedachtenis aan een gestorven vriend, naderhand in veel rechtzinnige gemeenten, ook in gemeenten van gereformeerde signatuur meer en meer in zwang gekomen is. Het is vanuit de prediking der Schrift juister, mag ik zeggen 'gereformeerder' om op Pasen avondmaal' te vieren, dan op Goede Vrijdag.
Geen heerlijkheid zonder lijden
De verbinding van lijden en heerlijkheid, zoals door ons bezien in de prediking van Christus en de apostelen, moet ons anderzijds ook leren, dat er geen heerlijkheid zonder het lijden is. Dat betekent ergernis en vijandschap. Wij zijn daar zeer afkerig van.
Hoeveel moeite hadden de discipelen niet om dit geheimenis te verstaan. Van heerlijkheid, en dan in aards-messiaanse zin, wilden zij wel en zeer gaarne weten. Wat zouden ze graag hebben meegedaan aan de gewelddadige kroning van de meester, Johannes 6 : 15, die Christus ontwijkt, terwijl Hij Zijn discipelen terstond dwong in het schip te gaan, Matth. 14 : 22. Hoe opgetogen huldigden zij Hem bij de intocht in Jeruzalem, Matth. 21, hopend, dat nu Zijn heerlijkheid openbaar zal komen en door ieder erkend zou worden.
Wat namen ze aanstoot aan de verkondiging van Zijn lijden, dat voorafgaan zou aan en leiden zou tot Zijn heerlijkheid.
Petrus werd bij de eerste aankondiging als satan terzijde gesteld. In de voortgaande verkondiging blijkt, dat ze het niet verstaan. Nog in de Paaszaal wordt hun aangezegd, dat zij zich zullen ergeren. Ze willen er niet aan, dat Hij de lijdende knecht des Heeren is. Ze kunnen het niet hebben, dat hun wensen, verwachtingen, gedachten schipbreuk lijden.
Juist bij de prediking van de Heere Jezus, Die van lijden tot heerlijkheid gaat komt onze vijandschap openbaar. De Heere heeft niets van de mens mee. Maar Hij overwint en zet door. Er is geen andere weg. Het is een heilig 'moeten'. Hij moet door lijden tot heerlijkheid gaan naar Gods wil en raad tot verlossing, om de zonde te verzoenen, om aan het recht genoegdoening te geven, om zondaren zalig te kunnen maken, in overeenstemming met het getuigenis der Schrift.
Christus en de Zijnen
De verkondiging van 'door lijden tot heerlijkheid' legt ook de verbinding tussen de Heere Jezus en de Zijnen, Christus en de christen.
Stellig heeft men gelijk, als men erop wijst, dat de rechte prediking Christusprediking en geen christenprediking is. De begenadigde mens in al zijn gestalten en ervaringen voorstellen doet te kort aan de heerlijkheid van Christus, Die het hart der Schrift, het centrum der prediking, het middelpunt van ons leven wil zijn. Maar dit mag er niet toe brengen de Zaligmaker te isoleren van Zijn gemeente.
Het gaat om Christus, zeker, maar ook om Zijn bekendmaking aan Zijn gemeente. Hij is, ook op de weg van lijden tot heerlijkheid, nooit zonder Zijn volk. Aan de ingang van deze weg zegt Hij: 'Ziet, wij — niet: 'zie, Ik ... — gaan op naar Jeruzalem'. Hij gaat voor. Hij neemt Zijn gemeente op deze weg mee. De Zijnen leren Zijn voetstappen te drukken op de weg door de wereld en de tijd naar Zijn Rijk. Zijn gemeente is op aarde de Kerk onder het kruis.
Opmerkelijk is, dat Paulus heel sterk op dit punt de verbondenheid van Christus en Zijn gemeente benadrukt. In Romeinen 6 zegt hij: Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zo geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven. Op dergelijke wijze spreekt hij in 'zijn geestelijk testament', 2 Tim. 2:11. In Fil. 3 spreekt hij over 'de gemeenschap Zijns lijdens, de gelijkvormigheid aan Zijn dood om te komen tot de wederopstanding der doden'.
Op vele kansels wordt nog wel verkondigd, dat de Heere Jezus voor Zijn gemeente is gekruisigd en opgestaan. Maar niet minder noodzakelijk is het te prediken en te leren, dat wij met Hem moeten sterven om tot Zijn leven te komen en om in Zijn heerlijkheid in te gaan.
De weg van Christus, Die Hij alleen borgtochtelijk ging, is ook de weg van Zijn gemeente om wat Hij verwierf deelachtig te worden: 'door lijden tot heerlijkheid'. Wie, ziende op Hem, door de kracht van Hem hierin volhardt, zal zalig worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's