Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Problemen rond schepping en evolutie V

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Problemen rond schepping en evolutie V

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de ouderdom van het menselijk geslacht tasten wij in het duister. Met de hoge getallen, die de wetenschap ons verstrekt, kunnen wij moeilijk meegaan. En wat zegt de Bijbel? De Bijbel vertelt ons nergens wanneer precies de mens geschapen is.

Volgens sommigen zou de mensheid naar Bijbelse gegevens pas 4000 jaar bestaan. Dit is niet houdbaar, omdat in de eerste plaats beschavingscentra bekend zijn, die dateren van 3000 jaar v. Chr. In de tweede plaats is het bekend, dat in geslachtsregisters vaak personen zijn overgeslagen, zodat we niet goed geïnformeerd zijn over de duur van het tijdperk van de zondvloed tot Abraham. Dit geldt bovendien ook voor de geslachtsregisters van Adam tot Noach. Aan ons standpunt kan dit echter niets afdoen.

Afstammingsleer

Uit de bespreking van de voorgaande punten is naar voren gekomen, dat de studie omtrent de evolutie nog lang niet is beëindigd. De speurtocht naar ontbrekende schakels wordt ijverig voortgezet, want vele verbindingen in de evolutieketen ontbreken. Daarom schakelt men naast de palaeontologie ook andere hulpwetenschappen van de biologie in om de evolutie maar te kunnen bewijzen. Deze hulpwetenschappen, zoals de erfelijkheidsleer en de celleer (cytologie) hebben echter evenmin bewijzen voor evolutie kunnen leveren.

De afstammingsleer is gelukkig geen algemeen aanvaarde theorie geworden. Voor velen blijft ze een verwerpelijke hypothese. Dit blijkt o.a. uit het boekje: 'De evolutieleer, een theorie op haar retour', door prof. Morris. Hierin wordt de evolutietheorie bestreden en gedeeltelijk om andere redenen als hierboven zijn vermeld. Volgens prof. Morris bestaat er in Amerika veel weerstand tegen de evolutietheorie. Helaas zijn in dit boekje vele teksten, die de naar voren gebrachte be­ zwaren tegen de afstammingsleer moeten ondersteunen, op een verkeerde wijze gebruikt. In dit verband verdient eveneens het werk van prof. Rehwinkel 'De Zondvloed' onze belangstelling. Vooral enkele illustraties uit dit boek zijn onze aandacht ten volle waard.

Niet alleen in Amerika is verzet tegen de evolutiegedachte, getuige de opmerking van een curator van een Brits Museum afdeling Geologie: 'In geheel dit grote museum is geen deeltje van bewijs te vinden voor de overgang van de ene soort van levend wezen in een andere. Negentiende van wat de evolutionisten zeggen is pure nonsens'.

En een ander wetenschappelijk onderzoeker merkt op: 'Evolutie is een theorie, die gefundeerd is op onwetendheid'. Gelukkig is niet alleen binnen de kerk, maar zelfs erbuiten verzet tegen de evolutheorie.

bijbels wereldbeeld

Na deze uiteenzetting en bestrijding van de evolutietheorie en de 'nieuwe' exegese van de moderne theologie, rijst de vraag waarom men de oude opvatting van een letterlijke interpretatie van de Bijbelteksten en speciaal van Gen. 1—3 heeft laten varen. Reeds is opgemerkt, dat er een conflict zou bestaan tussen de feiten van de natuurwetenschappen en de teksten in Gen. 1—2.

Moderne theologen spreken in dit verband over een veranderen van het wereldbeeld.

Het wereldbeeld formuleert prof. Lever aldus: 'Hieronder verstaan wij het beeld dat wij op grond van onze kennis en inzichten vormen van deze werkelijkheid, deze wereld. Dat gaat daarbij bijvoorbeeld over zaken zoals de vraag of de aarde plat of rond is, of soorten van planten en dieren kunnen veranderen of niet, en dergelijke'. (Waar blijven we' blz. 16). De moderne theologen vestigen er de aandacht op, dat de bijbelschrijvers aansloten bij het wereldbeeld van hun dagen. Dit wereldbeeld werd gevormd zonder gebruik te maken van microscopen, sterrenkijkers, laboratoria e.d. Zo geeft het Bijbelse wereldbeeld een voorstelling van de aarde als zou deze plat zijn en niet bolvormig en zou de zon om de aarde draaien.

Deze voorstelling is inmiddels al lang door de wetenschap achterhaald. Het Bijbelse wereldbeeld is foutief. Als we dit willen aanvaarden, kunnen we ook verder gaan en open staan voor de feiten, die de natuurwetenschappen aan het licht hebben gebracht, b.v. dat de aarde al miljoenen jaren oud is. We moeten het wereldbeeld van de bijbelschrijvers verlaten en de Bijbelse boodschap anders gaan verstaan. Dit vormt de basis van de nieuwe exegese van het scheppingsverhaal. Wij gaan zelf uitmaken wat wél en wat niet waar is van de Bijbelse inhoud, Hierbij ontvalt ons het fundament. De zondeval wordt geloochend, de maagdelijke geboorte van Christus betwist en het Paasevangelie van zijn verlossende kracht beroofd. Vanuit deze gedachtengang kan de moderne bioloog drs. Bult tot de volgende opmerking komen: 'De zondeval is niet een in de historie plaats gehad hebbende gebeurtenis, maar de ervaring van de mens van alle tijden, van de mens Adam’.

Maar als dit waar zou zijn, zegt mij het Paasevangelie, ja de gehele Bijbel niets meer.

Letten wij ook eens op zijn uiteenzetting over het conflict van Copernicus met de kerk.

In het dal van Ajalon heeft Jozua de inmiddels zeer bekend geworden woorden gesproken: Zon sta stil te Gibeon en gij maan in het dal van Ajalon' (Joz. 10 : 12, 13).

In de dagen van Copernicus was het wereldbeeld van een aarde in het centrum van het heelal, door de kerk volkomen geaccepteerd. Het was volledig in overeenstermning met de Bijbel. Maar bij de vooruitgang in de natuurwetenschappen werd de kerk verweten het juiste wereldbeeld van Copernicus niet te willen accepteren.

Met deze geschiedenis wil men aantonen, dat de kerk ook de evolutietheorie op een onjuiste wijze bestrijdt, met als gevolg een verwijdering tussen kerk en wetenschap.

Drs. Bult vervolgt dan in zijn boekje ('Bijbel en evolutie') op blz. 20: 'De theologie kan nog geen antwoord geven op de problemen Bijbel-Wetenschap. Gelukkig komt men vandaag in de theologie wel aan deze vragen toe. Maar weer dreigt er een groot gevaar. Velen staan afwijzend tegenover de nieuwe inzichten betreffende de Bijbel.’

Ons wordt dus verweten niet open te willen staan voor de nieuwe inzichten. Hier ligt inderdaad een belangrijk probleem. Wij moeten namelijk met kracht dit verwijt bestrijden en stellen daarvoor in de plaats: Wij staan open voor nieuwe inzichten in de theologie, mits deze inzichten maar gefundeerd zijn op de Bijbelse boodschap en hiervan niet afwijken.

Sluiten wij ons dan niet buiten de discussies op dit terrein? Om dit na te gaan, moeten we terugkeren naar het wereldbeeld van de bijbelschrijvers.

Wat heeft prof. Aalders ons over het wereldbeeld verteld in zijn eerder genoemd werk? We lezen dan: 'Het wereldbeeld is in het algemeen de kijk op en het inzicht in de bouw en de inrichting van het heelal'.

Hoe moeten wij ons nu het Bijbelse wereldbeeld voorstellen en in hoeverre wijkt het af van ons huidige wereldbeeld? In de Bijbel blijkt geen sprake te zijn van één scherp omlijnde voorstelling. We lezen b.v.: God heeft de aarde gegrond op de zeeën en heeft ze gevestigd op de rivieren' (Ps. 24 : 2). Er is zelfs sprake van tegenstrijdigheid bij één bijbelschrijver (Job). En is de aarde plat of bol? We komen zo gemakkelijk tot een verkeerd Bijbels wereldbeeld. Men moet nl. rekening houden met beeldspraak in dichterlijke bijbelgedeelten.

Bovendien kennen wij in onze spreektaal verkeerde uitdrukkingen zoals b.v.: de zon gaat op, enz. Dergelijke uitdrukkingen komen ook bij de bijbelschrijvers voor.

En als er gesproken wordt over de 'einden der aarde', betekent dit: 'ver verwijderde streken'. En 'onder de aarde' wil zeggen: 'lager dan de aarde'.

We mogen daarom de conclusie van prof. Aalders wel overnemen als hij schrijft: dat het ons aan gegevens ontbreekt om een wereldbeeld van de Bijbel te construeren. En we mogen ook niet stellen, dat het scheppingsverhaal als geheel in een verouderd onjuist wereldbeeld is geschreven.

Het is derhalve onverstandig te veel waarde te hechten aan het wereldbeeld van de kerk uit de dagen van Copernicus, want had de kerk zich wel een juist wereldbeeld gevormd op grond van de Bijbel? Met dit voor ogen, kunnen we erkennen, dat het kerkelijke wereldbeeld uit die dagen niet juist is en niet overeenkomt met het wereldbeeld van de bijbelschrijvers en niet overeenstemt met het natuurwetenschappelijk wereldbeeld van onze dagen.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Problemen rond schepping en evolutie V

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's