Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samen leven in de samenleving *

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samen leven in de samenleving *

11 minuten leestijd

Welvaart en welzijn

Na de Tweede Wereldoorlog begon Nederland aan zijn wederopbouw. Met vereende krachten werd gewerkt om ons land weer leefbaar, bewoonbaar te maken na de verwoestingen die waren aangericht en het leed dat was toegebracht. De wederopbouw bracht meer en meer een periode van welvaart. Het ging en gaat ons materieel naar den vleze, zoals dat heet. Maar - welvaart is nog niet identiek met welzijn.

Wie financieel onafhankelijk is, wie materieel alles heeft wat z'n hart begeert behoeft zich nog niet wél te bevinden in zijn dagelijkse leefsituatie. Naast de welvaart kreeg daarom het welzijn steeds meer aandacht. Een wijd vertakt net van sociale voorzieningen was er mede op gericht het welzijn van de burgers te bevorderen, onze samenleving leefbaar te maken. Instellingen voor maatschappelijk werk kwamen van de grond teneinde mensen te begeleiden in hun stukgelopen of vastgevroren levenssituatie, om nood te lenigen waar dat nodig was. Wie zal zeggen hoevelen langs deze weg zeer wezenlijk zijn geholpen in de heel concrete nood van hun leven doordat iemand naast hen kwam staan, hun problemen inleefde, hun nood meebeleefde, hun zorgen deelde ? Een mens kan het nu eenmaal niet aan om eenzaam te zijn, om welke reden dan ook. Tweezaamheid is het minste wat hij nodig heeft. Niet alleen op het vlak van de sociale nóód is zo stéün verleend. Ook in de gewone sociale verhoudingen van elke dag is gezocht naar wegen om leefbare omstandigheden te scheppen, in de bedrijven, in het zakenleven, in de arbeidssituaties van welke aard dan ook. Vormingswerkers en groepsleiders droegen hun steentje bij aan de doordenking van de problemen die het samen-zijn, het samen-werken, het samen-leven van mensen met zich meebrachten. De sociale academies maakten meer en meer opgang. Aan die diverse sociale academies ontvingen namelijk de maatschappelijk werkers en werksters, de vormingsleiders, mensen voor het inrichtingswerk van velerlei aard hun opleiding, waardoor ze voor hun taak bekwaamd moesten worden.

Vanuit welke achtergrond ?

Het zal duidelijk zijn, dat het geen onverschillige zaak is vanuit welke achtergrond men in het sociale leven zijn inbreng heeft en derhalve ook vanuit welke achtergrond men de sociale werkers opleidt. Het maakt een heel verschil of men vanuit niet-christelijke positie of vanuit christelijke visie het welzijn van de samenleving op het oog heeft. En dan nog weer is het geen onverschillige zaak hóe men vanuit christelijk standpunt dit welzijn bevorderen wil. De visie die men op de mens heeft is daarbij van beslissende betekenis.

Me dunkt dat géén religie de mens zo serieus neemt als de christelijke en dat met name het gereformeerd protestantisme op radicale wijze ernst maakt met het menszijn, omdat dit mens-zijn gezien wordt als mens-zijn voor Gods Aangezicht.

Het is de diep bijbelse ernst dat de mens zondaar is, weliswaar in de eerste plaats schepsel van God, mens van God, maar dan mens met een door de zonde ontwricht bestaan. De mens is niet in de eerste plaats produkt van zijn cultuursituatie, van de structuren van de samenleving, waarin hij zich bevindt, hoezeer die ook zijn leven mede kunnen bepalen. Maar de mens is in de eerste plaats schepsel Gods, die de goede verhouding met zijn Schepper verbrak en die derhalve zelf ontwrichtend inwerkt op zijn leefsituatie, op de structuren van de samenleving, die het produkt van zijn eigen handen zijn. Wil de samenleving dan ook ten goede veranderen dan kan dat niet buiten de verandering, de vernieuwing van mensen om. Niet buiten bekering om, bekering die mogelijk is door het offer van Christus op het kruis van Golgotha, waardoor herstel van de stukgelopen verhouding tussen God en mens en tussen mensen onderling mogelijk is.

De nieuwe academie

Tegen deze achtergrond ontstond het initiatief voor een nieuwe sociale academie op gereformeerde grondslag. Er zijn weliswaar in ons land diverse sociale academies. Maar er is momenteel geen academie, die integraal vanuit het gereformeerd beginsel werkt, terwijl bovendien diverse academies de revolutie in hun vaandel hebben geschreven en vanuit neomarxistische visie het onderwijs geven. Daarom werd de noodzaak gevoeld om vanuit de Gereformeerde Gezindte een daad te stellen, zeker gezien het feit dat er momenteel allerlei ideologieën opgeld doen en visies worden ontwikkeld, die de omvorming van de maatschappij ten doel hebben zonder dat de vernieuwing van de mens zélf de aandacht heeft. De nieuwe academie wil vanuit de Heilige Schrift — als gezaghebbende openbaring van Godswege (zoals de statuten het uitdrukken) — de sociale werkers opleiden. Met grote eenparigheid is tot nu toe aan dit gezamenlijk initiatief gewerkt. De samenwerkende groeperingen zijn: de Geref. Bond en de Conf. Ver. in de Ned. Herv. Kerk, de Geref. Gemeenten, de Chr. Geref. Kerken, de Ver. voor Verontrusten in de Geref. Kerken en de Vrijg. Geref. Kerken buiten verband. Men vond elkaar in één doelstelling, vanuit één achtergrond, de achtergrond van Schrift en belijdenis, de achtergrond van de gereformeerde reformatie.

We beseffen intussen zeer wel dat er geen enkele reden is om triomfantelijk te gaan doen, zo ini de trant van: 'nu gaat het pas eens gebeuren'. We beseffen namelijk eveneens zeer wel, dat nog veel denkwerk verricht moet worden en dat we eigenlijk als gereformeerde gezindte achteraan komen als het erom gaat om in het sociale leven aan onze roeping gestalte te geven, althans wat de doordenking van de vragen betreft. Maar anderzijds, de nood is ons opgelegd. Er is schreeuwend behoefte aan een academie, waaraan jongeren, die van de gereformeerde levensovertuiging uit in het sociale leven-hun levensroeping zien, op een verantwoorde wijze kunnen worden opgeleid. Bij dit onderwijs kan niet ontbreken het besef dat de mens als schepsel Gods eeuwigheidswaarde heeft, dat in het dienstbetoon aan mensen in noodsituaties het appèl op diens verhouding tot God, het appèl tot overgave aan de Heere Jezus Christus, tot een levende relatie met Hem nodig is. De mens moet weer beantwoorden aan zijn doel, dat hij door de zonde, door de gebrokenheid van zijn bestaan mist. De boodschap van genade en vergeving mag ook bij het bezig zijn in de sociale sector niet ontbreken, hoezeer er ook sprake moet zijn van het kiezen van het juiste moment en van een spreken in direct verband met de situatievan-het-moment.

Dienstbetoon

En verder, het besef dient aanwezig te zijn dat echt dienstbetoon, de echte dienst der barmhartigheid alleen geschieden kan in de navolging van Christus, die de barmhartige Hogepriester wordt genoemd. Olie mag worden gegoten in wonden die geslagen zijn. We mogen en moeten gaan staan naast mensen in nood; en hoevelen zijn er niet in nood in onze complexe maatschappij, die ondanks de welvaart zoveel complexen oplevert voor talloos velen ? We moeten gaan staan naast de geraakten, de geschondenen. Vanuit de liefde van God in Christus tot het verlorene moeten we uitgaan om geschondenen te helpen, nood te lenigen, mensen die door eigen schuld aan lager wal geraakt zijn bij te staan. Want God mag de zonde haten, tot de zondaar gaat Zijn liefde uit.

In onze tijd is het woord barmhartigheid een verdacht woord geworden. Het zou iets neerbuigends betekenen. Maar barmhartigheid beoefenen in de navolging van Christus betekent: belangeloze liefde en naast diegenen gaan staan, die geen helper hebben, niet uit de hoogte, maar op dezelfde hoogte. Christelijk dienstbetoon is zo strikt individueel gericht dienstbetoon. Christelijke barmhartigheid is een oase van liefde in een woestijn van ellende.

Structuren van de samenleving

Maar de structuren dan, waarin mensen leven en werken ? Kunnen de structuren, waarin mensen leven moeten, geen knellend juk worden waarin zij worden belemmerd in de ontplooiing van hun menszijn ? Dat kan ! Daarom kunnen en mogen we nooit vrede hebben met structuren, met samenlevingsverbanden, die de mens in zijn leefsituatie dreigen kapot te drukken. De revolutie, het conflictmodel zal dan echter niet de oplossing brengen om een leefbare samenleving te geven. Als structuren veranderd worden en er komen nieuwe voor in de plaats, waarin de erkenning van de levende God al evenmin gestalte heeft dan is er niets gewonnen, dan is het welzijn niet bevorderd. Vernieuwing van de samenleving, omvorming van structuren zal vanuit het Evangelie zélf op moeten komen. Daarbij zal de doelstelling moeten zijn, dat in de samenleving God onbevangen kan worden gediend. Zijn geboden worden nageleefd en mensen in hun verhouding tot God en medemens tot ontplooiing kunnen komen. Dus het gaat wel terdege om vernieuwing van de samenleving in alle verhoudingen daarvan. Als momenteel de tendens zichtbaar is om verandering van structuren te bewerken zonder dat de vernieuwing van de individuele mens de aandacht heeft, mag men aan de andere kant niet in eenzijdigheid vervallen door in een sterke aandacht voor het individuele leven te vergeten dat de mens ook leeft in samenlevingsverbanden, die mede zijn welzijn bepalen. Het welzijn van de mens in de samenleving staat niet los van de inrichting van die samenleving. Daarom gaat het bij de opleiding aan een sociale academie ook bepaald wel om de samenlevingsverbanden, waarin de mensen leven. In het Oude Testament lezen we keer op keer de profetische vermaning: keer weder tot Mij en Ik zal tot u wederkeren, zegt God. Die wederkeer, die bekering betreft dan het persoonlijke leven én dat van de samenleving. Het gaat dan om de dienst aan God, die tevens inhoudt een hervorming van de samenleving tot een menswaardig bestaan.

De nieuwe sociale academie wil het werk in de sociale sector aanvatten in het diepe besef van de voorlopigheid van dit bestaan, maar concludeert daaruit niet dat we alles maar op z'n beloop moeten laten. We beseffen diep dat totale vernieuwing van de samenleving hier en nu niet mogelijk zal zijn, gegeven de gebrokenheid door de zonde. Pas door het gericht heen zal de schepping, vernieuwd, gelouterd worden. Maar het heeft in de samenleving wel terdege om vernieuwing te gaan. Al wat zich verzet tegen de dienst aan God en al wat de menselijkheid bedreigt heeft in de samenleving geen recht van bestaan. Daarom mag opgeroepen worden tot en gewerkt worden aan waarachtige vernieuwing, die mogelijk is door wat Christus gedaan heeft in Zijn lijden en Zijn opstanding. Daarom moet gewerkt worden aan goede verhoudingen, goede arbeidsverhoudingen ook, en moet nood gelenigd worden waar dan ook en hoe dan ook. Het is opdracht vanuit het Evangelie.

De nood is opgelegd

We beseffen daarbij zeer wel dat de uitdaging, waarvoor we staan, alleen kan worden aanvaard in een ootmoedige houding, in diep besef van afhankelijkheid van God. 'Heere wat wilt Gij dat wij doen zullen ? Maar we willen het toch wel van heler harte doen, uit liefde tot onze Koning Christus, uit bewogenheid om onze medemens, uit roepingsbesef voor de samenleving, waarin we staan, en waarvan we het welzijn hebben te bevorderen.

Daarom is gemeend de start van de nieuwe academie niet te moeten laten wachten tot subsidie van de regering ontvangen wordt. Volgens de normale wettelijke procedure kan het nog wel enkele jaren duren voor die subsidie er komt. Maar we mogen onze jonge mensen, die op dit terrein hun roeping gevoelen en het niet meer aandurven om naar een andere sociale academie te gaan, niet in de kou laten, staan. We moeten hen de mogelijkheid bieden in deze richting te gaan studeren aan een school, waar men vanuit de Heilige Schrift als het Woord van God werken wil. Voor dit alles is veel geld nodig. Globaal genomen minstens per jaar ƒ 700.000, —. Momenteel stromen vanuit de diverse gemeenten van de Gereformeerde Gezindte de gelden gelukkig binnen, zodat er goede moed is dat in augustus 1974 met die academie in Ermelo kan worden gestart met opleidingen voor maatschappelijk werk en sociaal cultureel werk. Er komt een geweldige respons vanuit de gemeenten. Toen we besloten zelf de zaak te gaan financieren lazen we uit Lucas: wie een toren bouwt moet de kosten overzien. Een tekst om het nog maar eens goed te overwegen voor we tot zo'n grote zaak met zulke grote financiële consequenties overgaan ? Aan het slot van het zelfde bijbelgedeelte lezen we echter dat, als het zout smakeloos geworden is, het nergens meer toe deugt dan om weggeworpen te worden. Zijn we smakeloos zout of hebben we nog iets van wat de Bijbel noemt: het zout der wereld zijn ? Als dat laatste het geval is zullen we in een tijd als de onze toch ook nog — zoals in de vorige eeuw — voor het christelijk onderwijs offers kunnen brengen ?


* Radiotoespraak, gehouden voor de E.O. op woensdag 12 september over de Sociale Academie.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 november 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Samen leven in de samenleving *

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 november 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's