Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De planeet die aarde heette...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De planeet die aarde heette...

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een apocalyptische tijd als de onze, een tijd waarin de spanningen zich verhevigen, lees je de profetieën met hernieuwde belangstelling. De teksten, die over Israël gaan, krijgen soms opeens bijzondere kleur, nu dit volk'weer zo duidelijk in het geding der tijden betrokken is. Nu de Europese landen, inclusief het onze — schande der historie ! — Israël afvielen en bij de Arabische landen een vreugdereactie ontketenden; krijgt een tekst als dat volk zal alleen wonen, diepe kleur. Waarom wenden de volkeren zich af van dit volk, de drager van de belofte ? Moet het door deze weg heen opdat het volk Israël z'n bestemming vindt en komt tot de erkenning van Christus, de Messias ?

In dagen als deze besef je dat er een niet-vervulde rest is in het Oude Testament, die in het eind der tijden z'n vervulling moet krijgen. En dan gaan we de tekenen van de tijd duiden in het licht van de profetie. Dat is een goede zaak. En ik denk dat er in deze weken heel wat preken gehouden worden, waarin de tekenen van de tijd, met Israël als het (? ) teken van de tijd, een centrale plaats hebben.

Een opzienbarend boek

Al maandenlang heb ik een boek op mijn tafel liggen, dat om bespreking vraagt. Het is een iDoek van Hal Lindsey, hoogleraar in de theologie aan de universiteit van Houston, dat tot titel draagt 'De planeet die aarde heette...' *, een boek dat in Amerika al een oplage van 1, 5 miljoen exemplaren bereikte; een boek ook dat in ons land — naar mij uit diverse brieven en reacties bleek — zo niet z'n duizenden verslaat, dan toch wel z'n honderden in de greep heeft.

In dit boek staat onder meer te lezen: 'Volgens de Bijbel zal de crisis in het Midden-Oosten voortdurend heviger worden, tot de wereldvrede erdoor in gevaar zal komen. De aandacht van alle naties zal gericht zijn op dit onoplosbare en gecompliceerde probleem, dat de wereld steeds weer aan de rand brengt van een kernoorlog' (p. 150).

Een actuele uitspraak nu we, uiteraard nadat de schrijver dit te boek stelde, met een stuk realiteit in dit opzicht worden geconfronteerd.

Het boek behandelt intussen de profetieën aangaande de eindtijd. Me dunkt dat we er niet zijn door schouderophalend daaraan voorbij te gaan met de opmerking, dat telkens als een 'belangrijk' jaartal in het verschiet ligt —-het jaar 2000, zoals eenmaal het jaar 1000 — allerlei stromingen zich werpen op de profetieën aangaande de eindtijd. Want het bezig zijn met de profetieën, ook met die, die nog om vervulling vragen, is een legitieme zaak; het is zelfs een gebodene, zeker nu de tekenen der tijden zich vermenigvuldigen. Wanneer we de profetieën eens aandachtig lezen, met name in Daniël, Ezechiël en Zacharia, en niet te vergeten ook in het boek Opentsaring, dan besef je hoeveel bijbels materiaal onder het stof is gekomen; waarover niet gepreekt of gedacht wordt. We hebben vaak zo'n kleine bijbel overgehouden of we zijn inzake moeilijke teksten uit de profetieën al te snel en gemakkelijk gaan vergeestelijken, zodat de dingen, die haast geschieden moeten, naar achteren werden gedrongen. Zodat ook, wanneer Israël in de Bijbel genoemd wordt, al te gemakkelijk wordt overgestapt op het geestelijk Israël en het natuurlijk Israël vergeten wordt.

Het genoemde boek van Lindsey drukt ons op z'n minst op de geweldige inhoud van de profetieën. In dit opzicht is het boek imponerend te noemen, ook al heb ik er een aantal fundamentele bezwaren tegen.

Vervulling in Christus

De schrijver noemt in het eerste deel van zijn boek als het kenmerkende van de profeten des Heeren, dat ze woorden des Heeren spreken, die uitkomen, die vervuld worden (men zie wat Mozes zegt in Deut. 18 : 22). In dat verband gaat hij dan in op wat de profeten hebben voorzegd aangaande Christus. Ondanks het feit dat de profeten heel concreet van de komende Christus hadden gesproken wees het merendeel van het joodse volk Jezus van Nazareth af als Messias toen Hij kwam. Terwijl Jezus zélf terugwees op de profetieën, die nu in Hem vervuld werden. En Christus wees dan tegenover Zijn sceptici op de tekenen der tijden, die met Zijn komst samengingen, die volgens de profetieën daarmee moesten samerigaan. Geprofeteerd was waar Hij geboren zou worden (Micha 5:2), over Zijn verwerping en Zijn lijden (Jes. 52 : 13, 14; Jes.. 53 : 4-6), over Zijn sterven (Jes. 59 : 9), over het verraad van Judas met de dertig zilverlingen (Zach. 11 : 12, 13), over de kruisiging (Ps. 22). De schrijver gaat , daarbij in op de tegenwerping van de critici, dat Jezus er bewust op uit geweest is de messiaanse voorspellingen van het Oude Testament te vervullen. Telkens weer blijkt namelijk - aldus de schrijver - dat Jezus, wanneer Hij zómaar een mens was geweest, die er op uit was de profetieën zelf te vervullen, onmogelijk invloed gehad zou kunnen hebben op de omstandigheden waaronder de vervulling van de profetieën geschiedde.

De schrijver zegt hier vele mooie dingen over de oudtestamentische profetieën, die in Christus hun vervulling vonden. Ook wijst hij hier op de profetieën aangaande het volk Israël, die hun vervulling al hebben gevonden, zoals de wegvoering naar Babel (Jer. 25 : 11), die verstrooiing onder de heidenen (Luc. 21 : 23, 24) en de uitleiding uit de volkeren (Ez. 36 t/m 38).

Israël

Verreweg het grootste deel van het boek besteedt de schrijver dan aan de profetieën, die nog geen vervulling vonden. En daarin heeft Israël een centrale positie. De schrijver stelt dan herhaaldelijk, dat we de profetieën aangaande Israël en de eindtijd, evenals de profetieën aangaande Christus, letterlijk moeten nemen. Zoals het er staat zó zal het gebeuren.

Wat de schrijver dan aangaande Israël en de eindtijd uit de profetieën opdelft laat ik hier volgen (ik kan uiteraard slechts globaal weergeven met aanduidingen van de door de schrijver aangehaalde bijbelplaatsen).

Voorafgaande aan de tweede komst van Christus is er een periode van zeven jaar met unieke gebeurtenissen (Openb. 11 : 2, 3). Die periode wordt gekenmerkt door grote verwoesting (Matth.'24 : 21, 22). De mensheid zal op de rand van zelfvernietiging staan, wanneer Christus plotseling weerkomt om een eind te maken aan de oorlog der oorlogen, de-Armageddon (Openb. 16). Israël zal vóór dien een natie ^ijn, weer in het oude land wonen. Jeruzalem zal weer joods bezit zijn. Dit laatste is nu al realiteit. En dan wijst de schrijver op de hoofdstukken 12 t/m 14 van Zacharia, waarin gesproken wordt van de grootscheepse aanval op het joodse volk: eruzalem zal belegerd worden door alle volken (hfdst. 12, vs. 1—3); in en rondom Jeruzalem zal strijd zijn (vs. 4-9); Christus openbaart zich persoonlijk als de Messias aan de nog in leven zijnde joden te Jeruzalem (vs. 10); mensen komen daardoor tot berouw en bekering (vs. 11-14); en de Messias keert in triomf terug (hfdst. 14 vs. 1-12). Vóórdat dit alles geschiedt moet de verwoeste tempel herbouwd worden (Dan. 9:27 spreekt over de ontheiliging daarvan; dus die tempel moet er dan zijn) op de plaats waar de vorige hebben gestaan.

Naarmate het boek van Lindsey dan voortgaat worden de dingen al concreter

geduid. Na de vestiging van Israël in zijn land komt een politieke macht van het Noorden (Ez. 38 : 8, 16). De schrijver merkt op dat we nu leven in de tijd die Ezechiël daarover voorspelde in de hoofdstukken 38 en 39. Rusland zou Gog zijn; de Arabische naties en de landen van donker Afrika de bondgenoten, die een machtsblok vormen, dat 'de Koning vian het Zuiden' heet, met Egypte als leider (Dan. 11). En dan zijn er nog 'de Koningen die van de opgang der-zon komen' (Openb. 16 : 12, 16), dat duidt op een ongelooflijk leger uit Azië van 200 miljoen man sterk. (Dit getal wordt gebaseerd op Openb. 9 : 16). Deze legers — uit China afkomstig, zegt de schrijver — zullen het Midden-Oosten aanvallen in de slag van het Armageddon. Intussen zal er ook zijn het vierde Koninkrijk van Rome, bestaande uit een confederatie van tien naties (Dan. 7), - terwijl dan ook het mysterie-Babyion weer de kop zal opsteken. De schrijver concretiseert het aldus: e tien naties zijn de E.E.G.; de leider ervan is de Romeinse dictator, het beest, de antichrist (Openb. 13), in de persoon van de paus (al is de schrijver hierover wat vaag), en de hoer Babyion (Openb. 17) is het godsdienstsysteem dat met deze dictator in nauwe samenhang staat. De hoer is representa'tief voor een religie, die de ware betekenis van het 'gehuwd zijn met Christus' prostitueert en zich verkoopt aan elke dwaalleer van de mens. Het is de ontaarding van de kerk tot een Christusverloochenende gemeenschap, onder leiding van Rome.

Gedurende de genoemde zeven jaren van de rampspoed zullen de antichrist en de valse profeet het een tijdje voor het zeggen hebben. In die periode worden overigens de gelovigen gescheiden van de ongelovigen, doordat ze plotseling worden opgenomen in de lucht (1 Cor. 15 : 50— 52). Verder neemt de Romeinse dictator zijn intrek in de tempel (2 Thess. 2 : 4; Matth. 24 : 15) in samenwerking met de leider van Israël. Maar dan komt de Koning van het Zuiden, die Israël aanvalt, wat de start van het Armageddon inhoudt. Dan komt de Koning van het Noorden en tenslotte komen de horden uit het Oosten, waarmee het Harmageddon voltooid wordt. Wanneer dan alle leven vernietigd dreigt te worden komt de Messias en begint het herstel van Israël, waarmee het duizendjarig Rijk ook aanr vangt (Openb. 20 : A—6).

Beoordeling

Ik gaf met opzet de inhoud van dit boek hier uitvoerig weer, met name omdat dit boek momenteel sterke aandacht trekt. Wie op de hoogte is van de visies, die er omtrent Israël en de eindtijd in de loop van de jaren ontwikkeld zijn, zal bemerken dat het boek niet veel nieuws in dit opzicht bevat. De waarde van dit boek is echter dat het de dingen systematisch weergeeft. En de actualiteit van een boek als dit ligt in de toegespitste situatie, waarin we ons thans, wat de crisis in het Midden-Oosten betreft, bevinden. Het wijst ons op de profetieën aangaande de dingen, die nog geschieden moeten, die blijvende aandacht verdienen.

Intussen moet ik zeggen dat ik, al lezende, méér moeite kreeg met het boek naarmate de schrijver steeds concreter werd. Als een grote legpuzzel worden de brokstukken uit de profetieën — uit het O-T. en het N.T. dóór elkaar — naast el­ kaar gelegd. Uit wat ik in het begin van dit artikel schreef moge voldoende gebleken zijn, dat ik de plaats van het natuurlijke Israël in de profetieën voluit honoreren wil en dat ik de aandacht voor de concrete profetieën graag wil beklemtonen. Maar het gaat dunkt me te ver als we God vooruit lopen door personen, naties en omstandigheden als het ware te gaan inlezen in de profetieën. Ik zou me nog kunnen voorstellen dat bij de concrete profetieën in vraagvorm gezegd wordt: zou het dit kunnen zijn of dat ? Wanneer men tien commentaren opslaat over moeilijke teksten en hoofdstukken dan kan men soms tien verschillende mogelijkheden van uitleg vinden. Ik kan me dus voorstellen dat inzake de concrete aanduidingen uit de profetieën gevorst wordt naar mogelijke uitleg. Maar de schrijver van dit boek is stellig, zéér stellig. Hij heeft de legpuzzel als het ware geheel in elkaar gepast: Zó en zó zal het gebeuren.

Zelfs al zouden bepaalde profetieën inderdaad zo hun concrete vervulling vinden als de schrijver het stelt, dan nog is de methode onjuist om vooraf al te duiden en te stellen wat alleen bij God bekend is. Dr. H. Bout schreef in één van de vorige nummers van ons blad, dat God een mens soms een belofte schenkt, die anders vervuld wordt dan die mens denkt en concludeert op grond van de omstandigheden waarin hij zich bevindt. Zo kan het ook zijn met de profetie. De uitleg, die we aan de profetie geven — ook als het over Israël gaat — kan zo aannemelijk zijn, gezien de concrete omstandigheden, die precies in de profetie passen. Maar altijd is er dan het gevaar dat de profetie getrokken wordt naar de tijd, zodat de tijd de norm wordt voor de uitleg van de profetie. Dat gevaar is er bij de schrijver ook als hij b.v. in Openb. 9 : 16 uit de tweemaal tienduizenden der tienduizenden concludeert tot een Chinees leger dat momenteel twee miljoen man sterk kan zijn. Dan gaan we over de rand. Bovendien is soms de uitleg willekeurig. Opeens laat de schrijver soms de letterlijke duiding los, b.v. als hij de wolk waarop Christus terugkeert ziet als een wolk van heiligen, naar analogie van de wolk van getuigen (uit Hebreeën 11).

God vervult Zijn beloften en Zijn profetieën boven bidden en denken. Laten we de verborgenheden van de toekomst aan God overlaten. De geschiedenis laat immers ook zien hoe er telkens weer de ontsporingen zijn geweest inzake de concrete duiding van 'hoe het gaan zou'.

Intussen mogen we wel bedenken dat gebeurtenissen altijd hun schaduwen vooruit werpen en dat in de tekenen der tij-' den heel concreet momenten van de profetie aanwezig kunnen zijn. Juist in onze tijd hebben we op de tekenen der tijden, die wijzen naar Gods toekomst, te letten en hebben we de profetieën aandachtig te bezien, moeten we ermee bezig zijn.

Want één ding is zeker: God komt en Zijn komst werpt schaduwen vooruit in de geschiedenis.

Ik vind dan ook het imponerende van het boek van Lindsey, dat het ons drukt op de profetieën aangaande de dingen, die geschieden moeten, en die profetieën dan ook tot leven brengt. Ook waar ik veel minder stellig zou willen zijn in de uitspraken aangaande die profetieën onderstreep ik de waarde van het bezig zijn ermee. Daarom aarzel ik niet het boek een belangwekkend boek te noemen, dat met name, ook door predikanten en ambtsdragers gelezen zou moeten worden, gezien het feit dat deze dingen bij velen leven, en de profetieën zeer bepaald om aandacht vragen.

In de apocalyptische tijd, waarin we leven komen de profetieën met klem op ons aan. Het boek van Lindsey confronteert ons met die profetieën, die nog om vervulling vragen. God zal daarover Zijn licht doen opgaan. Ik meen dat juist in onze tijd alle kinderen Gods ernstig bezig zouden moeten zijn met de dingen die nog geschieden moeten. Zou de kerk inderdaad de dag van Zijn komst niet gespannen moeten verwachten en de tekenen van de tijd in het licht van de profetie hebben waar te nemen?


* Hal Lindsey: De planeet die aarde heette... Uitgave Luitingh — Laren (N.-H.); 192 pagina's.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De planeet die aarde heette...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's