Open brief aan Hervormd Moderamen

Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond heeft zich met onderstaand schrijven gericht tot het moderamen van de hervormde synode:

Geacht moderamen,

De brief, die u als moderamen zond aan de Ver. voor Vrijzinnige Hervormden, waarin u opmerkte, dat ook in de Gereformeerde Kerken het vrijzinnig theologisch denken verwerkt bleek te kunnen worden, heeft heel wat discussies losgemaakt, ondanks de mededeling uwerzijds dat deze brief per abuis was gepost.

Het moderamen van de Gereformeerde Kerken heeft, na uw mededeling dat de brief niet had behoren uit te gaan, aan u de vraag voorgelegd hoe de Hervormde Kerk nu in feite tegen de vrijzinnigheid aankijkt. Tijdens de laatstgehouden vergadering van de Gereformeerde Synode kwam daarover één en ander in de publiciteit doordat de notulen van de samenspreking tussen u en het gereformeerd moderamen werden vrijgegeven.

In wat over die samenspreking naar buiten kwam vinden wij als hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond aanleiding om u enkele vragen te stellen en wel naar aanleiding van uw uitspraak — en nu citeren wij het verslag dat van de gecombineerde vergadering van beide moderamina aan de Gereformeerde Synode werd gedaan — dat de Hervormde Kerk een Christus-belijdende kerk wil zijn en van daaruit erop blijft staan, dat 'het vrijzinnig denken net zo min gelegitimeerd is als bijvoorbeeld het fundamentalisme, het piëtisme en de Gereformeerde Bond' alsook dat 'de Hervormde Kerk de vrijzinnigheid en de Gereformeerde Bond niet heeft aanvaard'.

De vragen, die wij u willen stellen, stellen wij publiek, omdat één en ander tijdens de Gereformeerde Synode ook publiek werd gemaakt. Graag zouden wij van u een antwoord ontvangen op de volgende vragen:

1. Is het werkelijk uw bedoeling geweest het vrijzinnig theologisch denken met de Gereformeerde Bond als modaliteitsorganisatie op één lijn te stellen ?

2. Gesteld dat u niet de Gereformeerde Bond als organisatie hebt bedoeld omdat u anderzijds over het vrijzinnig theologisch denken spreekt, hebt u dan het gereformeerd theologisch denken, zoals dat in de Gereformeerde Bond voorkomt, op één lijn willen stellen met het vrijzinnig theologisch denken, en is dat het dan wat in de Hervormde Kerk niet is gelegitimeerd ?

3. Waarom plaatste u enkele theologische stromingen naast elkaar, die niet legitiem zijn binnen de Hervormde Kerk, en zweeg u over het middenorthodox theologisch denken ? Moet hieruit geconcludeerd worden dat alleen de midden-orthodoxe stroming in de Hervormde Kerk een legitieme plaats heeft ?

4. Als de Hervormde Kerk spreekt over het weren van datgene wat haar belijden weerspreekt, welke criteria worden daarbij dan aangelegd en hoe denkt u deze criteria toe te passen op die stromingen die blijkens uw antwoord aan het Gereformeerd moderamen binnen de Hervormde Kerk niet legitiem zijn ?

Gezien het belang van deze zaak zouden wij een publiek antwoord van u op hoge prijs stellen. Graag willen wij ten besluite nog stellen dat de Gereformeerde Bond niet anders wil zijn dan gewoon hervormd in de zin van de confessie. Mogen wij u vragen uw antwoord te formuleren met deze positiekeuze van de Gereformeerde Bond voor ogen ?

Uw antwoord met belangstelling tegemoet ziende, verblijven wij, voor het hoofdbestuur van de Geref. Bond in de Ned. Hervormde Kerk,

W. L. Tukker, voorzitter

H. Bout, secretaris

J. van der Graaf, alg. secretaris

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen