De Jehovah's Getuigen 1
Graag voldoe ik aan het verzoek om in dit blad een paar artikelen te schrijven over 'de sekte' der Jehovah's Getuigen. U weet, wat een sekte inhoudt: een deel der waarheid wordt nog wel bewaard, maar een ander deel niet (juist). Helaas kunnen we de Jehovah's Getuigen niet scharen onder 'een sekte' die maar een deel der waarheid weglaat, want ze snijden het hart uit het Evangelie; zij loochenen Jezus, als te zijn God met de Vader en de Heilige Geest. Daarmee loochenen zij het grote heilsstuk van 'de rechtvaardigmaking van de goddeloze om niet'. Zou de dwaalleer van de Jehovah's Getuigen waar zijn, dan werd er nooit één mens zalig!
Verder loochenen zij o.a. de lichamelijke opstanding van Jezus. Zij miskennen b.v. Mattheüs 25: 41b, waar staat, dat Jezus op de jongste dag tegen 'de bokken' (d.i. de ongelovigen) zal zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten in het eeuwige vuur, hetwelk de duivel en zijn engelen bereid is'. Maar zij hebben toch óók de Bijbel?
Hun bijbel
Hun bijbel heet 'Nieuwe wereldvertaling van de Heilige Schrift', een samenraapsel van citaten uit: de Statenvertaling, de Nieuwe Vertaling, de Rooms-Katholieke Petrus Canisius-vertaling, de Rooms-Katholieke Willibrord-vertaling en ... nl. waar hun wereldvertaling nóg niet geheel klopt met hun dwaalleer, geven ze de vertaling weer van b.v. een zekere mijnheer Virgil.
Gaan wij uit van Schrift en belijdenis, de Jehovah's Getuigen doen dat zeer zeker niet. Omdat zij uit een andere bron leren, spreken en denken, is een twist-gesprek met hen wél mogelijk, maar géén christelijk gesprek.
Hoe wij dan over hen als mensen hebben te denken? Van ganser harte gunnen we alle Jehovah's Getuigen de zaligheid! Zouden we onze naaste de zaligheid niet gunnen, dan is dat onchristelijk, goddeloos! Wij keren ons daarom niet tegen hen als mensen, maar wel keren we ons zeer fel tegen hun dwaalleer.
Indien wij nog ouders zouden hebben, waarvan we zielsveel houden, trekken we van leer, als over hen gelasterd wordt; dan zwijgen we niet! Zeggen we gelovigen te zijn, zeggen we van Jezus te houden en belasteren ze Hem, dan mogen en kunnen we niet zwijgen.
De beste manier om de Jehovah's Getuigen te kunnen weerleggen is enerzijds de Bijbel en onze belijdenisgeschriften naarstig te onderzoeken, de Heilige Geest biddend om verlichte ogen des verstands, anderzijds is nodig ons op de hoogte te stellen van hun dwaalleer.
Hun naam en hun leer
De naam 'Jehovah's Getuigen' ontlenen zij aan Jesaja 34: 12c, waar geschreven staat: en gij zijt Mijne getuigen, spreekt de HEERE, dat Ik God ben'. Zij meten Zich dus aan getuigen van de HEERE te zijn. HEERE (met vijf hoofdletters) betekent Verbondsgod, de drieënige God.
Calvijn spreekt over God de Vader en onze Verkiezing; God de Zoon en onze Rechtvaardigmaking; God de Heilige Geest en onze heiligmaking.
Zij zijn geen Jehovah's Getuigen, omdat zij Jezus én de Heilige Geest als God loochenen. Vraagt u welke leringen in hun dwaalleer verscholen gaan? O.a. de remonstrantse leer, de vrijzinnige leer, de adventistische en congregationalistische opvattingen. Wie hun literatuur goed doorleest, komt steeds weer de leer der verlossing vanuit de mens tegen, welke lijnrecht staat tegenover: 'Uit genade zijt gij zalig geworden, het is niet uit u, het is Gods gave'. Dit laatste sluit de verantwoordelijkheid van de mens niet uit, maar in.
'De Wachttoren' is hun tijdschrift, wat om de veertien dagen verschijnt. De topleiding der Jehovah's Getuigen zorgt er wel voor, dat daarin zeer weloverwogen stukken van hun leer worden opgenomen met vaak onderaan de bladzijden vragen in verband met zo'n stuk. De ruimte, waar een plaatselijke groep van Jehovah's Getuigen vergadert, heet Koninkrijkszaal; hierin wordt door de plaatselijke leider onderwijs/uitleg gegeven over 'De Wachttoren' en worden de antwoorden op de gestelde vragen in genoemd blad eringepompt.
Hun methode
Hoe zij de verzamelde kennis aan de huizen moeten doorgeven? De Johovah's Getuigen ontvangen in de Koninkrijkszaal onderwijs in gesprekstechniek (d.i. de wijze van gesprekken voeren langs de huizen).
Is het waar — zo vragen dan velen zich af — dat de Jehovah's Getuigen zóveel van de Bijbel af weten? Kiest u echter eens een niet al te bekend bijbelhoofdstuk; lees dat hoofdstuk vijfmaal aandachtig door; neem een blaadje en stel tien vragen uit dat hoofdstuk en leg deze vragen voor aan b.v. een ouderling. Gegarandeerd, dat hij meerdere vragen zal missen! Dit laatste is evenwel niet het bewijs, dat die ouderling weinig van de Bijbel af weet. Zó weten wij niet, wat in de laatste Wachttoren staat; wij weten de daarin gestelde vragen, afgestemd op hun dwaalleer niet.
Wel is er helaas de mogelijkheid en vaak de werkelijkheid, dat een deel van de kerkmensen weinig onderlegd is in de Bijbel!! Begint u met enige literatuur van de Jehovah's Getuigen te kopen, dan zullen ze u spoedig wéér opzoeken en proberen u mee te nemen naar het onderwijs in de Koninkrijkszaal, hopend, dat u met hen meegaat getuigen langs de huizen, hopend dat u zich door hen laat dopen, zodat u ook een Jehovah's Getuige bent geworden.
Hun hoofdkwartier en hun leiders
Hun hoofdkwartier staat in Amerika te Brooklyn (vlakbij New York), 117 Adams Street. Van hieruit worden de pamfletten bij duizenden over de wereld verspreid. Groeit hun aanhang? Zeer zeker, onder andere omdat hun leer naar de mens is. De oprichter van deze sekte is Charles Tase Russell, geboren 16 februari 1852 te Pittsburg in Amerika en gestorven 31 oktober 1916. Zijn jeugd is bepalend geweest voor de valse godsdienst der Jehovah's Getuigen. Voelde deze gescheiden man zich in zijn jeugd reeds aangetrokken tot de congregationalisten en de adventisten en verwierp deze man, dat God voor de ongelovigen een verterend vuur is, wier plaats (eens) is in de eeuwige rampzaligheid, in de dwaalleer der Jehovah's Getuigen vinden we deze grondlijnen steeds weer terug.
Joseph Franklin Rutherford, geboren 8 november 1899 en gestorven 8 januari 1942 was de tweede leider. Deze rechter voerde in 1938 de theocratie (d.i. godsregering) in. Had men ten tijde van Russell nog de presbyteriale vorm van kerkbestuur, onder de tweede leider kwam de hiërarchie. Vanuit de topleiding in Brooklyn werd alles besloten en geregeld, zoals in de Rooms-Katholieke Kerk vanuit Rome hiërarchisch geregeerd wordt.
De derde leider is Nathan Homer Knorr, geboren in 1905, die samen met zes anderen 'de raad van commissarissen' vormt.
Hun houding tegenover de kerken
De Jehovah's Getuigen spreken herhaaldelijk over 'satans organisatie'. Daartoe behoren: het communisme, de kerken en de Verenigde Naties. De kerken komen er in het bijzonder slecht af. Vanwaar deze zware kritiek?
Veel Jehovah's Getuigen komen uit de kerken. Voor het geval deze of gene weer terug zou willen naar de kerk, waaruit hij/zij gekomen is, dan hebben de Jehovah's Getuigen door hun laagstaande kritiek en laster op al wat kerk heet dat wel verhinderd. Het 'schip' is dan achter hen verbrand. Onder Rutherford kwam het wel voor, dat op de duur 75% van de Jehovah's Getuigen voor deze dwaalleer weer ging bedanken. De kerken worden vergeleken met 'Babylon de Grote'. Is de Rooms-Katholieke Kerk 'de oude hoer', de protestantse kerken worden in hun literatuur 'de dochter van de oude hoer' genoemd.
Rechter Rutherford schrijft in zijn brochure 'Verheven Waarheid' het volgende: 'De Bijbel toont duidelijk aan, dat God in de godsdienstige systemen, die heden ten dage kerken genoemd worden, niet te vinden is; derhalve moet deze beweging door Jehovah's vijand, satan, ingevoerd zijn en wel om het volk te verleiden.' Ik vroeg een Jehovah's Getuige wat haar bekering inhield. Zij antwoordde: 'dat ik de Hervormde Kerk verlaten heb en mij bij de Jehovah's getuigen nu heb aangesloten'.
Wij verwijzen u bij deze graag naar zondag 33 van onze Heid. Catechismus. Steeds weer komen we in hun literatuur tegen wat b.v. staat in 'De Wachttoren' van 15 mei 1972: 'Stellig wilt u niet behoren tot degenen, die het Koninkrijk Gods niet mogen binnengaan, omdat zij in gebreke zijn gebleven Gods wil te doen'. Wat een miskenning van het welbehagen des HEEREN in Christus als de grond der zaligheid; wat een miskenning van de verdorvenheid van onze wil (Heid. Catechismus: vraag en antwoord 5)!
Wie worden zalig?
Wie er dan zalig worden? Dat zijn de 144.000 (vgl. Openbaring van Johannes 7: 4b). Wat ons bijzonder verbaast is, dat zij dit getal letterlijk opvatten, wat beslist onjuist is. Immers waar blijven we dan met Openbaringen 7: 9, waar gesproken wordt over 'een grote schare, die niemand tellen kan uit alle geslachten en volken en talen ...' En 144.000 mensen zijn écht nog wél te tellen.
Degenen die niet tot de 144.000 uitverkorenen behoren, aldus de Jehovah's Getuigen, zijn de oudtestamentische gelovigen! Dus ook Abraham, de Vader der gelovigen niet en David niet en Job niet! Hoe de Jehovah's Getuigen dan een uitleg moeten geven aan Hebreeën 11 is ons helemaal een raadsel!
De Jehovah's Getuigen onderscheiden: a. een hemelse klasse; b. een aardse klasse. Tot de hemelse klasse behoren de 144.000 uitverkorenen. De eerste hiervan was Jezus, die tevens ook de eerste was van de Mordechai-Naomi-klasse. De tweede en laatste klasse van de 144.000 wordt gevormd door de Ruth-Esther-klasse, welke klasse ongeveer begon vol te lopen in 1922.
Zoals Mordechai zijn nicht Esther heen gewezen heeft naar de dienst des HEEREN en zoals Naomi tot zegen geweest is voor Ruth, zó moest de eerste klasse tot zegen zijn voor de Ruth-Esther-klasse.
Tot de aardse klasse behoren — aldus de Jehovah's Getuigen — de oudtestamentische gelovigen. Tot de aardse klasse behoren ook 'de Jonadabs', dat zijn de meeste Jehovah's Getuigen, die bij ons langs de deur komen. Wie bij de aardse klasse behoort komt niet in de hemel, die wordt erfgenaam van een mooi plaatsje later op deze aarde.
De meeste Jehovah's Getuigen, bij ons langs de deur komend, zijn dus géén Godzoekers, géén hemelzoekers, maar zoekers van een mooi plaatsje later op deze aarde. Hun toekomstverwachting is dus aards gericht!
Nijkerk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1974
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1974
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's