Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nederland en Zuid-Afrika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nederland en Zuid-Afrika

2

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De situatie die wij vorige week schetsten leverde tot de tweede wereldoorlog naar buiten geen enkel probleem op. Zij verschilde voor de waarneming van buitenaf immers niet veel van die in de rest van het overwegend koloniaal bestuur de Afrika. Ook daar waren het de blanken die het op het gebied van het landsbestuur vrijwel voor het zeggen hadden. Daar maakte Zuid-Afrika dus geen uitzondering op.

Het ontstaan van de wettelijke apartheid

Zoals op zovele gebieden is deze oorlog ook op dat van de koloniale en raciale verhoudingen aanleiding geweest tot een ommekeer. De voordien nog wat sluimerende begrippen omtrent kolonialisme en rassendiscriminatie kregen, onder invloed van de afschuwelijke voorbeelden van het machtsmisbruik der nazi's, zulk een negatieve lading dat aller wegen de drang ontstond om zich van dat odium te ontdoen. Ook ons eigen land is daarvan het bewijs. Was het niet reeds in 1941 dat de Nederlandse regering in ballingschap de dekolonisatie van de overzeese gebiedsdelen aankondigde? Na de oorlog zien we dan ook gebeuren dat vrijwel alle Europese koloniale mogendheden aan hun koloniaal bewind een einde maakten. Opvallend daarbij was dat het met name Nederland is geweest waar die terugtrekking — we doelen hierbij op Indonesië — heel wat voeten in de aarde heeft gehad en niet zonder bloedvergieten is verlopen. Daarom opvallend omdat het juist ons land is dat zo hoog van de toren blaast als het gaat om de veroordeling van het beleid in Zuid-Afrika. Hoe snel toch vergeet men eigen geschiedenis!

Op dat beleid in Zuid-Afrika gaan we nu wat nader in. Spraken we reeds over het overwegend koloniaal bestuurde werelddeel Afrika, het zuidelijkste deel daarvan, dus de huidige republiek Zuid-Afrika maakte daarop een uitzondering. Daar bestond geen koloniaal bewind dat vanuit een Europees moederland werd gevoerd. Wel maakte het land tot 1961 deel uit van het Britse Gemenebest maar het had evenals alle andere Britse dominions een vrijwel onbeperkte staatsrechtelijke zelfstandigheid. In genoemd jaar maakte Zuid-Afrika zich geheel los van Engeland en werd een republiek.

Zo min aan de blanken in Amerika het recht wordt ontzegd om de landen waarin ze wonen als hun vaderland te beschouwen — hoewel hun komst aldaar op minder vreedzame wijze heeft plaats gehad dan in Zuid-Afrika — zo min kan dat recht worden ontzegd aan de blanken in dit land. Zij zijn de rechtmatige bewoners en dus ook bezitters van dat land. Echter zij zijn niet alleen. Integendeel, zij maken slechts een vierde deel uit van de gehele bevolking. En dit deel heeft het wat het landsbestuur betreft in feite geheel voor het zeggen!

Het is duidelijk dat de snelle bevrijding van de koloniale banden in overig Afrika niet onopgemerkt bleef in Zuid-Afrika en het blanke volksdeel tot nadenken bracht op het punt van medeverantwoordelijkheid en medezeggenschap van het niet-blanke volksdeel. Men ging inzien dat dit volksdeel niet altijd kon blijven in de staat van onmondigheid. Men zag tevens in dat door het stijgende ontwikkelingspeil, dat inmiddels ook van regeringswege sterk werd bevorderd, de maatschappelijke kloof tussen blank en zwart kleiner werd en men begreep dat zulks onontkoombare consequenties had.

Het probleem was echter hoe dit zo te regelen dat er geen omgekeerde toestand zou ontstaan in die zin dat de zwarte meerderheid de blanke minderheid staatkundig onmondig zou maken.

Het is met name de Nationale Partij geweest — die in 1948 aan het bewind kwam en tot nog toe de grootste aanhang heeft — welke de idee van de staatkundige apartheidswetgeving heeft gelanceerd, waarvan de in 1901 in Nederland geboren Hendrik Verwoerd één van de voornaamste ontwerpers was. Wordt dit apartheidsbeleid — men spreekt in Zuid-Afrika thans liever van beleid van afzonderlijke ontwikkeling — ongetwijfeld beïnvloed door het streven naar zelfbehoud van de blanke en zijn verworvenheden, men zou hem echter groot onrecht doen door dit motief als het enig voor hem geldende te kwalificeren. Om dit nader te verduidelijken is het nodig in het tot nog toe gemakshalve gebruikte zwart-wit schema (zwarten en blanken) een aantal in dit verband zeer belangrijke schakeringen aan te brengen. In het vervolg zullen we n.l. zien dat de niet-blanken in Zuid-Afrika geen eenheid vormen maar een verzameling zijn van onderling dikwijls zeer tegengestelde volksgroepen.

Staatkundige apartheid

De niet blanke bevolking van Zuid-Afrika bestaat uit Bantoes, Kleurlingen en Indiërs.

Onder Bantoes verstaan we de totale zwarte bevolking met een aantal van ruim 15 miljoen, die overal in de republiek woonachtig zijn, hetzij in stamverband, hetzij in bij de grote steden gelegen woongebieden. In het laatste geval spreken we van stadsbantoes.

De Kleurlingen, met een aantal van ongeveer 2 miljoen, vormen het bruingekleurde volksdeel, afkomstig uit rasvermenging tussen blank en niet-blank. Zij wonen voornamelijk in de omgeving van Kaapstad. Vandaar ook wel de naam Kaapse kleurlingen.

De Indiërs, ook Aziaten genoemd, wier aantal 600.000 bedraagt, zijn nakomelingen van in de vorige eeuw massaal geïmmigreerde bewoners van India. Hun woonstreek is de omgeving van de havenstad Durban aan de Indische Oceaan.

Deze drie bevolkingsgroepen leiden door hun totaal van elkaar afwijkende leefwijze, een geheel afzonderlijk bestaan.

Om het geheel nog wat ingewikkelder, maar daardoor de bevolkingsproblematiek van Zuid-Afrika duidelijker te maken, moet bedacht worden dat de aanduiding Bantoes een verzamelnaam is voor tenminste zeven negervolken, elk met een eigen taal, eigen cultuurpatroon, eigen stamgewoonten enz. We kunnen het begrip Bantoe het best vergelijken met het begrip Europeaan, waartoe wij zelf behoren. Het enig gemeenschappelijke wat we als zodanig hebben is dat we in Europa wonen, maar voor het overige behoren we tot gescheiden van elkaar levende vol­ ken met 'n eigen identiteit. Daarmede vergelijkbaar is de positie van de Bantoes in Zuid-Afrika, evenwel met dit grote verschil dat deze verschillende zwarte volken in hetzelfde land wonen en tot dezelfde staat behoren, wat de oplossing van het bevolkingsvraagstuk in dat land er niet gemakkelijker op maakt. Dat blijkt vooral uit vergelijking met andere Afrikaanse landen met verschillende bevolkingsgroepen, wier onderlinge tegenstellingen dikwijls tot bloedige botsingen leiden.

Dit alles weten de blanken in Zuid-Afrika door eeuwenlange ervaring beter dan wie ook en deze wetenschap is mede bepalend voor hun beleid van afzonderlijke ontwikkeling. Dit beleid is er op gericht om elk Bantoe-volk tot een zelfstandige nationale eenheid te brengen met een eigen bestuur en alles wat tot het wezen van een zelfstandig land behoort. Met dit beleid zijn inmiddels grote vorderingen gemaakt, zodat een aantal van deze Bantoethuislanden of bantoestans reeds als zodanig functioneert. Daarin mogen blanken geen bezittingen en geen zeggeschap hebben. Ze mogen er zelfs niet wonen.

Het einddoel van deze staatkundige apartheid is dat er een federatie van Zuid-Afrikaanse staten zal ontstaan, enigszins te vergelijken met de Verenigde Staten van Amerika. Het is te begrijpen dat het bereiken van dat doel niet een zaak is van enkele maar van vele jaren, jaren die nodig zijn om allerlei staatkundig-organisatorische problemen tot een oplossing te brengen.

Nu kan men zich afvragen hoe de Bantoes zelf over dit door blanken ontworpen beleid van afzonderlijke ontwikkeling denken. Daarop is het antwoord, dat verkregen kan worden door kennisneming van uitspraken van vooraanstaande Bantoeleiders, dat zij dit beleid in beginsel geheel voorstaan en aan de uitvoering daarvan alle medewerking willen geven. Let wel, in beginsel, er zijn n.l. wat de concrete uitwerking betreft een aantal knelpunten, die nog niet tot wederzijdse genoegdoening zijn opgelost. Eén daarvan is bijv. het probleem van de economische zelfstandigheid van de bantoestans, die nodig is om te voorkomen dat deze wel staatkundig zelfstandig worden maar economisch teveel van het blanke thuisland afhankelijk zullen blijven. Ook is er het probleem van de stadsbantoes, die helemaal geen binding met een thuisland hebben.

Voor de oplossing van alle hiermede samenhangende vraagstukken moet aan de blanken in Zuid-Afrika tijd en gelegenheid worden gegund omdat:

— zij zullen wennen aan de gedachte dat de staatkundige apartheid alleen maar gerealiseerd zal kunnen worden ten koste van ingrijpende financiële opofferingen van hun kant;

— zij gehoor zullen moeten geven aan de sterker wordende aandrang van de Kleurlingen en de Indiërs tot integratie, d.w.z. tot het innemen van dezelfde positie als de blanken;

— zij ook een oplossing zullen moeten vinden voor het reeds gesignaleerde probleem van de ontheemde stadsbantoes;

— zij, en dat is de belangrijkste factor, zich mentaal zullen moeten instellen op de komende situatie, waarin alle bevolkingsgroepen die het land bewonen, gelijk berechtigd zullen zijn, hetgeen het einde betekent van de bevoorrechte positie van de blanken.

Dirksland

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Nederland en Zuid-Afrika

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's